Weg met al dat geprik

Het is namiddag en mijn handen prikkelen en voelen een beetje hard aan, mijn nagels zijn zwart en ik heb geen zin om ze schoon te maken. Ik ben moe. Wel gezond moe, van fysiek werk. Gisteren zat ik voor de camper en keek uit op de achterkant van de stal, waar in de bovenverdieping ‘de pingpongzolder’ is. Een ruimte met een pingpongtafel, oude fitness apparaten, een bank en een stoel  en wat speelgoed. Een hangout voor pubers. Ik keek uit op de ingang, een houten trap ondersteund door grote oude muurstenen. De trap is volgens de brandweer niet veilig en mag officieel niet gebruikt worden. Er wordt hierdoor haast geen gebruik gemaakt van de zolder, er zijn hier ook haast nooit pubers. Het is echt zonde want er zit zelfs een verhoging in de ruimte die kan dienen als podium. Doordat de ruimte geen echte werkende functie heeft, is het onderhoud rondom de trap verwaarloosd. Ik zat zo naar al het verwilderde groen te kijken en begon na de lunch met het schoonmaken van het grove stenen platje voor de trap. Ik schrobde met een staalborstel het mos en aarde eraf. Trok de wortels en onkruid uit de hoeken en spoelde alles schoon. Vervolgens zag ik dat rondom de trap waarschijnlijk een pad is geweest, wat nu alleen maar hoog gras is. De plantenbak in de hoek was ook niet meer te herkenen, het was een overwoekering van brandnetels gras oude dode takken van een plant in de hoek, vermengd met een klimroos, een kiwi en een druif. Van het een kwam het ander en voor ik het wist was ik in gevecht met de brandnetels. Alle wortels moesten eruit (dat lukt natuurlijk nooit en over een maand zullen er vast wel weer brandnetels staan), het gras moest eruit en de planten gesnoeid. En zit ik dan nu met prikkelende handen omdat de dunne tuinhandschoentjes de brandnetelprikken niet tegenhielden. Na het ontbijt heeft Roy de onderkant van de trap bekeken, daar waar het gevaar zou kunnen zitten, de traptreden zijn iets verschoven ten opzichten van de zijkanten. Hij zaagde een aantal houten blokken, vulde de gaten op. Gisteren hebben we er al twee stempels ondergezet et voila, de trap is best weer veilig. We weten natuurlijk niet wat de brandweer daar van vindt.

Het aanzicht op de trap is nu weer fijn, je ziet een plantenbak, waarin, onder de bladeren en de brandnetels, zelfs een hosta tevoorschijn kwam. 

Twee halve dagen heb ik er aan gewerkt en nu ben ik voldaan moe. Genesteld op de bank. In de camper is het 25 graden, vandaag is de eerste dag dat we geen kachel aan hebben gehad. Fijn!

Roy zit aan zit aan tafel te tekenen. Iets met een man die een ballon als hoofd heeft waar een druppel aanhangt, door alle medicatie die hij moet nemen. Roy is nog steeds de video’s van Janet Ossebaard aan het verwerken. De video’s die wel een en ander duidelijk maakten, maar aan het eind een erg pro Trump wending kregen waardoor het een en ander weer zo ongeloofwaardig werd. Theorien, aannames. We zullen zien. We maken ons er niet zo druk om. 

We zijn nu iets meer dan een maand onderweg, waarvan nu bijna een maand op een vaste plek. We hebben allebei moeten wennen aan het 24/7 bij elkaar zijn. Het tegelijkertijd naar bed gaan, omdat we anders over elkaar heen moeten klimmen. Het om de beurt tanden poetsen omdat de badkamer te klein is voor twee personen. Het elke dag moeten afwassen omdat we anders simpelweg geen spullen meer hebben. En dan ook nog aan het feit dat bij iedere stap die je zet, de camper heen en weer schudt. Ondanks dat we de stabilisatiepoten hebben uitgedraaid. Het is zelfs zo’n gewiebel dat als je in bed ligt en de ander de tanden poetst, je in bed heen en weer schudt. 

We moesten wennen aan het leven op La Caille, hoeveel werk doen we voor onszelf, hoeveel voor La Caille, in ruil voor ons gebruik van water en electra? Hoe gaan we met de andere bewoners om? Het is toch anders dan voorheen, toen waren we hier hooguit tien dagen, met het idee dat we thuis wel weer gingen werken aan ons eigen bedrijf. Nu moeten we hier elke dag ook ons eigen werk doen. Voor mij blijkt dat best veel te zijn. Ik ben wel drie dagen per week sowieso bezig met mijn clienten en dan heb ik nog niet eens mijn schrijf- en ontwerpwerk gedaan. Dan kom ik dus helemaal niet toe aan tuinieren voor La Caille. Het is nu weekend dus ik ben vrij en ik kan doen wat ik wil. Doordeweeks vind ik het fijn om, na uren computer en denkwerk, aan het eind van de middag wat in de tuin te werken.

Roy schildert dag in, dag uit zo’n vier uur per dag omdat we nu met de lockdown tijd genoeg hebben en hij klust samen met Conny aan kleine opknapprojectjes.

En zo vinden we onze draai. Ik schrijf, Roy tekent. We komen zo weer toe aan onze eigen dingen, eigen wereldjes. 

De dagen lengen en het is warmer, dat maakt alles een stuk makkelijker en aangenamer.

Eyecandy

Ik nestel me op de bijrijderstoel, en zet de rugleuning iets naar achter om wat meer ontspannen te kunnen zitten. Met een boek op mijn schoot droom ik even weg naar een wandeltocht in Wales. Het boek gaat over afzien en jezelf tegenkomen en dat je veel sterker bent dan jezelf denkt. Vandaag zijn we niet sterk. Gisteren trouwens ook niet. Ik was in de Aldi en had een sterke behoefte allemaal koekjes en zoetigheid in de kar te gooien. Wat ik ook gedaan heb. Na de Aldi stond ik in de Carrefour voor het koelvak met verse patisserie, althans, fabrieksdingen zoals flan, vanillepudding gebakken met een korstje, appelflappen en eclairs. Zal ik? Nee, toch maar niet gedaan. Ik wist dat dit mijn hormonen waren die spraken en dat ik me er niet beter van zou voelen en bovendien had ik al koekjes gekocht. Voor Roy. Maar zoals later bleek: ook voor mijzelf. Gisteren was een dag om te vergeten, zon, grijs, zon, grijs. Nergens zin in. Het boodschappen doen en een kwartier bij de magazines afdeling al die geweldige uitgaves en magazines te bekijken, deed me goed. Ik kocht er een, als kado. 

Eenmaal weer thuis nam ik thee met koekjes. En om toch iets nuttigs te doen op klusgebied schilderde ik het boekenkastje nog een tweede keer. Vanochtend kon ik hem dan toch weer in elkaar zetten en de boeken terugzetten, want ja, die stonden toch wel in de weg.

We slapen prima in de camper, maar vanochtend stonden we allebei met een lichte hoofdpijn op. Bij mij weet ik wel waarom: koekjes in combinatie met ovulatie. Dan heb ik een onbedwingbare behoefte aan suiker en koolhydraten, en het laatste wat ik moet doen, is daar aan toegeven. Doe ik dat, dan kun je wachten op migraine. En zo hier op het platteland, met elke dag hetzelfde uitzicht en toch ook nog wel het lichte vakantiegevoel, vind ik het erg moeilijk om er niet aan toe te geven. Dus vier speculaasjes en drie vlinderkoekjes(palmiers) verder, ga ik heel voldaan naar bed. Om de volgende ochtend laat wakker te worden met een lichte hoofdpijn. Daar komt het. Roys hoofdpijn hoofd dan weer niet met hormonen te maken, waar dan wel mee? Weten we niet, het ging ook weer weg, dat is wat telt.

En omdat het mooi maar koud weer is, besluiten we de dag te beginnen met een wandeling. We lopen een rondje om het terrein, langs de Chamaron in de hoop nog reeen te spotten. Het is bijna windstil en al negen uur, dus die reeen zijn allang van ons heen gelopen. Het enige spannende wat ik zie is een uitgebloeide paardenbloem met mooie dauwdruppels erop en Roy die zoals meestal in de rondte tuurt door zijn verrekijker. Ik vind het altijd een leuk gezicht. Dat hij daar dan zo staat met zo’n ding voor zijn ogen, op zoek naar vogels. Dan ziet hij er wel interessant uit. Hij ziet niets bijzonders. “Deze wandelschoenen zijn dus niet waterdicht” zegt Roy terwijl we door het grasland lopen. Toen we hier een maand terug aankwamen was het gras nog vrij kort, nu is het zeker al 25 cm. Mijn schoenen voldoen prima. We lopen naar de weg en gaan terug naar de huizen. Als we langs de gite lopen, zitten Clarice en Martin op het terras, aan de koffie. We drinken een kop koffie en thee bij hen en Clarice legt hun plannen uit, hun plan was om net als wij, een jaar te reizen, langs ecogemeenschappen en eco-bouwtechnieken te leren. Nu willen ze op La Caille blijven, omdat ze hier alles hebben wat ze nodig hebben. Ruimte, mensen, werk. 

De zon schijnt fel en ik zit daar zonder hoed en mijn hoofdpijn wordt sterker. Na een half uur houden we het voor gezien. Roys hoofdpijn gaat ook maar niet weg. Hij duikt weer in bed en  ik in een boek, op de bijrijdersstoel. 

Iedere keer als ik een boek ga lezen, denk ik, ik zou ook kunnen tekenen en schilderen. Maar dat doe ik dus niet. Ik heb allemaal papiersoorten, aquarelverf en tekenspullen meegenomen. We een kastje vol en daarnaast nog een schilderskist. Toen we nog thuis waren ben ik begonnen met schilderen. Om het weer eens op te pakken. Maar tekenen om het tekenen vind ik dus niet leuk. Roy wel, die kan, zoals gezegd, zo zijn eigen fantasiewereld creeren. Ik ben niet van de fantasie. Ik ben erg pragmatisch. Het moet nut hebben anders heb ik er geen lol in. Zonde van mijn tijd. Schrijven daarentegen, gaat van een leien dakje. Toch wil ik meer schilderen. Alleen dan meer ontwerpen, stofontwerpen, mode ontwerpen. Ik merk dat ik daar steeds meer interesse in heb. Ik verzamel al jaren mooie modefoto’s op Pinterest. Eyecandy. Modeporno. Een feest voor het oog. Bonte kleuren en patronen. Heerlijk vind ik het. Om vervolgens lamgeslagen wat te gaan tuinieren. 

Ik ben toch zo benieuwd wat komend jaar gaat brengen. Toch veel werken? Het is best druk de laatste tijd. Meer schrijven? Meer tekenen? Of in de zomer vooral buiten zijn en lekker koken. 

Roy wordt wakker. Ze gaan de maan slopen. Dat zeiden de buren van mijn werkplaats in mijn droom. “Ja, die maan gaan ze slopen joh!” Schiedammers, die zeggen overal ‘joh’ achteraan.

Conspiracy in kaplaarzen

De dag startte met het trotseren van de vrieskou om met zijn allen een verjaardagsliedje te zingen voor het raam van de jarige Lora. ‘Perfect day ‘van Lou Reed. En ik schrijf dit in de ochtend, ik weet niet hoe de dag zal verlopen, maar de grijze wolken zijn inmiddels weggedreven en hebben plaats gemaakt voor een helderblauwe lucht en zon. Vrijdag 3 april, u mag er zijn! Zolang we leven en in goede gezondheid zijn. Nog een week en dan is het einde der tijden, ofwel Goede Vrijdag, de nieuwe wereldorde, einde van het Kabal tijdperk volgens Janet Ossebaard. Een pro Trump vrouw. We hebben gisteren haar documentaire gekeken waarin ze uitlegt wat er nu werkelijk en precies gebeurt is rondom corona en de wereldorde. Ook dit is natuurlijk een aanname, maar zoals alles uitgelegd wordt, op sommige vlakken wel heel plausibel. Op Goede Vrijdag werd Jezus aan het kruis genageld en 2020 jaar later zal de wereldorde aan het kruis genageld worden. We begonnen al met de #metoo met Hollywood op zijn kop. Dit zou nu dan nog verder gaan, met ook politieke kopstukken die gaan vallen en het hele bankwezen en de huidige economie die omvallen. 

De ouderen die de oorlog hebben meegemaakt ervaren deze afgelopen periode alsof het oorlog was, niemand op straat, horeca gesloten. En wij, ach, weet je, gelukkig is het dat in ieder geval niet. Maar wie is dat het wel. Alleen geen oorlog tussen landen maar oorlog tussen de gevestigde orde en het volk. Een herschikking van de belangen in de wereld. We moeten het nog maar zien. 

Ik vul de ochtend met werken, schrijven van adviezen en wat boekhouding, yep, natuurlijk doe ik niet alleen maar van tralala en lekker lui. Au contrair! Dus ik duik hup snel in mijn hoofd omschakelen en verdiep me in parasieten, bacteriën en bloedsuiker. 

 

Klussen en koken

Natuurlijk hebben gisteren de kippen alle oude bladeren en paardenmest over de rand van het rozenperkje gekieperd! Nou ja, moest toch ook weg, dus nu maar op de composthoop gegooid.

Gisteren heb ik het boekenkastje gedemonteerd en in de grondverf gezet en vandaag in de lak. Het was een restje alkydverf van Lenny, dus moet nog een dag drogen. Uit het poppenatelier, Lenny’s heerlijkheid, heb ik borduurgarens uit de prullenbak gevist en een brei-proeflapje, het kan ook dat iemand een poging heeft gedaan om een poppen sjaal te maken. Het lag in ieder geval in de prullenbak. Van de borduurgarens heb ik een driekleurig gedraaid touwtje gemaakt, deze en de ‘sjaal’ moeten het zwart/groene elastiek, wat te slap is en qua kleur ook niet in de camper past, vervangen. Ik weet niet of het touwtje en sjaaltje gaan werken, maar qua stijl is het wel beter. Het blijft een beetje uitdokteren wat werkt. Ook de gele scheidingswand heb ik geschilderd, die moest nog een keer voor de tweede keer geschilderd worden. Zo hebben we nog allemaal kleine klusjes aan  de camper.

Vanmorgen heb ik de zekering voor de lampen er gewoon weer ingestopt, die van de kortsluiting, we weten nog steeds niet waar het doorkwam. Het zat dus ook niet in het bedieningspaneel, wat ik dus dacht, maar het ook niet was. Dus even spannend, zekering erin…..geen kortsluiting! En de lampen doen het weer! De waterpomp ligt er wel nog steeds uit. Roy gaat deze één dezer dagen weer monteren en dan kijken of dat toch het probleem was. Dus wij blij. Ik ging daarna even de vloer schoonmaken.

Ik tilde een instap kleedje op en zag wat bouten. Hé dacht ik, die kunnen los! Dan komt die automatische trede los en kunnen we die ook nakijken. Het is toch mooi weer. Ik zou eigenlijk Roy helpen met schilderen en schuren, maar daar moest ik nog even zin voor maken. Dus tra la la, matten kloppen en toen de bouten losgedraaid. Roy kwam langs. Ik worstelde met de laatste bout die meedraaide. Samen hebben we hem losgemaakt. En gelukkig is net zo ADD als ik en werd ook hij door mijn impuls meegetrokken en vond hij het helemaal niet erg dat niet al aan het schilderen was. Toen de bouten los waren, zagen we dat de volautomatische, niet werkende, uitschuifbare traptreden ook nog met bedrading vast zat. Ja, hè hè. Dus wij samen onder de camper, verroeste boutjes losdraaien waar de aardedraad aan vast zat, snoertjes los en hop het ding lag eruit!

Na veel WD40, koevoeten, trekken, duwen. Lieten we het ding, het ding. Leuke actie, maar nu even  niet. To be continued. Ik zette nog even snel het kastje in de lak en heb toen twee ramen, een pilaar en een deur met raampartij gebeitst. Ik zeg de hele tijd schilderen, maar dat klopt niet volgens Roy, we zijn aan het beitsen. De handeling is overigens hetzelfde. En ik wil nog even zeggen: Koop goed materiaal als je veel werk te doen hebt. Roy heeft een goede profi kwast, die is echt hemels en de beits is ook profi, beetje dikkig gelachtig, ook hemels. Terwijl ik zo de beits er op smeer, besef ik me eens en temeer: Goed werk afleveren heeft te maken met kunde, maar zeker ook met goed gereedschap en materialen. Dat merk ik ook als ik in de keuken werk. Ik heb nu mijn profi keukenmachines niet bij me. Ik blend mijn sopropo met een Bullet blender waardoor er allemaal stukjes in blijven zitten. Ik mis mijn hoge snelheidsblender een beetje, en de Magimix mis ik eigenlijk niet zo. Ik heb een goede handrasp meegenomen, van Borner, een mandoline met verschillende opzetstukken. En ik heb mijn oude koffiemolentje bij me, een jaren 60 ding. Hier maal ik kruiden, noten en zaden mee. Ik heb hem al een keer aan Liese uitgeleend om lijnzaad te malen voor veganistische cake. Ik heb denk ik best een luxe keukenpark bij me en kan culi koken als ik zou willen. In de praktijk maak ik voornamelijk soep, groentenmixen met vlees of vis en gebakken eieren met spek. Niet zo heel culi. Dat komt ook doordat het fornuisje vrij klein is, als je een koekenpan gebruikt, kun je er geen andere pan meer bijplaatsen. Dus dan heb je of deels lauw eten of dus, zoals nu vaak, een eenpansgerecht. Als het weer wat warmer is, zet ik mijn eenpits gasplaatje buiten, zo’n ding met die kleine gasflesjes. Die wil ik niet binnen gebruiken in verband met ontploffingsgevaar enzo. Ik mis de oven. We hebben het oventje wat de vorige eigenaar had achtergelaten, buiten gezet. Weg ermee, werkt niet, waarschijnlijk kapotte thermostaat. Het staat nog niet in het vuilnishok, want dan zadelen we anderen er mee op. We gooien het wel weg als we een keer boodschappen gaan doen en rijden dan meteen even langs de déchetterie, ofwel afvalpark.

 

 

Grote verwachtingen

Talking about the devil, of eerder angel, Roy was de afgelopen twee nachten heel de nacht stil! Niet dat dat mij weerhield om weer eens vroeg wakker te zijn. Met de verandering naar zomertijd scheelde het wel weer een uurtje. Ik stond vanochtend dan om half acht op, dus best normaal, om naar de wc te gaan en de kachel aan te doen. Nog even een half uurtje terug. Om acht uur was het inmiddels vijf graden. Snel de tweede kachel er bij aan voor een boost. Dan is het een half uur later alweer negen graden. Vannacht was het min vier! Om negen uur was het buiten rond het vriespunt. 

We zitten nog steeds met een half verlichtte camper en een waterpomp die het niet doet. Roy was ervan overtuigd dat de waterpomp de kortsluiting veroorzaakte. Ik niet, want de pomp deed het nog na de kortsluiting. Dus nou heeft hij gisteravond toch de waterpomp eruit gehaald. Ik liep af en aan met kommetjes water wat uit de leiding kwam die naar de waterpomp toeliep, de boiler moest ook nog leeg.. Dus nadat we een uur bezig waren geweest, haalde ik de andere zekering met dezelfde ampere uit het zekeringblokje en stop deze heel voorzichtig in zijn huisje, maar al bij het aanraken van het metaal komt er een vonkje. Snel terug in zijn andere vakje. Direct begint Billie Holiday te zingen dat ze zo lelijk is en ook geen mooi haar heeft maar dat ze eigenlijk de droom van iedere man is. Daar wordt je af en toe best moe van. Het blijft heel de avond in je hoofd zitten, af en toe gooit een van ons twee er een soort kattengemauw uit wat dan door moet gaan voor Billie Holiday. De radio/cd speler gaat automatisch aan als de zekering in zijn behuizing stopt…

Er was dus nog steeds sluiting, dus het was niet de pomp. Ik denk dat het het panel is waar je alle metertjes op ziet en waar de knopjes opzitten om de pomp en schakelaars aan en uit kunt zetten. Daar rook ik een paar weken terug een brandlucht. Roy rook het niet, dus hij was daar niet van overtuigd. Roy rookt, ruikt dus minder goed. We gaan vandaag naar het paneeltje kijken. Kan Roy de pomp weer installeren. 

Als het het paneel is dan hoop ik niet dat het komt door de installatie van het zonnepaneel. Dat is door een gespecialiseerd bedrijf gedaan. Maar ja, we zitten in Frankrijk met de corona, dus aan enige garantie hebben we nu niet veel, we kunnen toch niet even langs gaan.Zolang we op la Caille zitten is het ook niet zo erg. We kunnen elke dag water halen als dat nodig is en we lopen zo met de afwas naar de camping afwashoek. We staan geparkeerd op de parkeerplaats tegenover Conny’s huis, aan de zijkant van haar huis is een heel klein toiletblokje met aanrechtje erin om af te wassen. 

Tijdens het ontbijt valt mijn oog op het boek Grote Verwachtingen, In Europa deel 2 van Geert Mak. Roy vertelt af en toe wat hij leest. Nou, niets dan ellende hoor. Allemaal cijfers en dingen over banken en politiek en hoe die verwachtingen natuurlijk niet uitkwamen. Wij hadden ook grote verwachtingen, alleen hadden we, en hebben we nog steeds niet geen idee wat we verwachten. Dus het feit dat we hier in een impasse zitten, is misschien niet helemaal in de lijn der verwachting, maar ook niet vervelend. 

Gisteravond stuurde Loeki ons mijn horoscoop op, mijn maanteken blijkt kreeft: My home is my castle. Dus ik gisteren op internet verder gelezen en ik moest volgens de horoscoop voorspellingen me dit jaar meer verdiepen in de dromen en verlangens van mijn partner, om elkaar beter te leren kennen en op elkaar in te spelen. Dus wat zijn Roys dromen, wat zijn mijn dromen? We kwamen tot de conclusie dat we best tevreden zijn, we leven nu onze droom. Ik zou nog wel dat kasteeltje willen en Roy nog een expositie, eventueel dan maar in het Prada. Dus tja, simpel toch? Het zou mooi zijn als we dat dit jaar voor elkaar krijgen. Ook voor u lezer, leuk om te onthouden. Een expo en een kasteel. Grote verwachtingen! 2020! 

 

Het dagritme begint te wennen, het hebben van heel slecht internet, geen televisie. Het jezelf vermaken. De dagen vliegen voorbij, ik heb een rozenborder ontdaan van onkruid en rozen wildgroei, legde wat keien recht. Terwijl ik bezig was met het trekken van het gras, liep Lenny langs: “ Ik had allemaal nieuwe plantjes rondom het peuterbad geplant met het boomschors erom, het was zo mooi! Nu hebben de kippen het gisteren helemaal omgewoeld en mijn planten kapot gemaakt! Ze moeten van mijn planten afblijven!” Ach jee, dat is wel sneu, het zag er echt mooi uit en ze had al over een ander perk net gespannen, maar niet over dit perk en de winkels zijn dicht dus meer netten halen kan niet. Ik kijk naar het rozenperkje. Vorig jaar had ik het ook heel mooi gemaakt, net zoals andere perkjes, we hadden er ook een laag paardenmest opgegooid, lekker voer voor de rozen. Dat zou de kippen nog tegen kunnen houden. Nou niets hoor, het maakt ze niets uit. Ze vinden het heerlijk om in de paardenstront te liggen, een lekker poep en zandbad te nemen en vervolgens lekker in de zon te gaan liggen. Ik sta in de border, achter me, op de weg ligt een berg onkruid. Er staat ineens een kip achter me. Ze kijkt me aan van: ‘Mag ik al?’ of ‘ Is het wat?’ Als een kind die staat te wachten tot het zwembad open is. Nee, je mag niet en het is ook niets. Ze twijfelt, kijkt nog even en loopt weer verder. Ze zal morgen wel met haar vriendinnen komen, gaan ze lekker badderen en hangen. Ze zijn met 4 meiden. Meneer de haan heeft ze flink onder controle, hij neemt ze overal mee naar toe en om het half uur dekt hij een hen. Zo lopen ze met zijn allen het terrein af. Het is natuurlijk maar een kwestie van uren of hooguit twee dagen voordat ze een kijkje gaan nemen in het nu nog enigszins nette rozenperkje. Ik heb niet echt mijn best gedaan om het netjes te maken, er ligt een laag van de oude droge paardenmest van vorig jaar en veel bladeren die ik lekker laat liggen, handig tegen onkruid en ik weet toch dat het met de kippen in de buurt niet uit maakt. 

Het is vandaag heerlijk zonnig, maar nog wel wat fris, Roy heeft wel even geschilderd, maar hij heeft zich meer bezig gehouden met kleine klusjes. Een plastic hand ophangen in de camper en een stokje voor Lorre de papegaai die nu aan het plafond hangt. Het wordt steeds leuker in de camper! Ik moet echt weer eens wat sfeerfoto’s maken voor op Instagram.

 

Charisma, tekenen en jezelf vermaken

Zomertijd. Ondanks dat we vroeg in slaap zijn gevallen, zijn we toch op een normale tijd opgestaan. Buiten is het grijs, maar niet zo koud als afgelopen dagen. Als je, zoals nu, niet kunt reizen ga je op andere dingen letten. Zo houdt Roy de vogeltjes in de gaten, er is een zwarte roodstaart koppel wat in de buurt van de camper nestelt, ze vliegen hier af en aan. Tijdens ontbijt hebben we uitzicht op Lavuka en Iris, de paarden van La Caille. Ze hebben een half uurtje terug hooi gekregen, na het eten van het hooi zie ik Lavuka aan de bloeiende sleedoornstruiken trekken, waarschijnlijk eet ze zoete bloemetjes als toetje. Liese loopt voorbij met haar kom muesli en haar telefoon, op weg naar de gite, daar zit ze altijd buiten op het bankje zodat ze wifi heeft. Verder blijft het uitzicht elke dag hetzelfde en toch verandert het iedere dag een heel klein beetje. De vederceder en sleedoorn staan in bloesem, het gras is groen en de knoppen van de appelboom ontspruiten en iedere dag zie je de blaadjes een stukje verder groeien. 

 

Ik ben moe van een nacht snotteren, jeuk, ik had gisteren teveel tarwe gegeten. Met het grijze weer buiten voel ik geen behoefte om wat te doen. Roy wast zich in het keukengootsteentje met een pak water en wat zeep. Het waterpompje is waarschijnlijk stuk. Vier dagen terug ging ineens het licht uit in de camper nadat Roy de waterpomp had aangezet. De zekering doorgebrand. We hebben er nog niets aangedaan omdat we toch geen waterpomp kunnen kopen en je moet eerst alles doormeten om te zien waar er stroom op staat en we hebben geen multimeter. Het gaat best zo.

Ik loop een rondje op een grasveld, zie de bloesem van de fruitbomen die bijna uit zijn, ben voor de zoveelste keer betoverd door de schoonheid van de wolfsmelk, zo fluoriserend groen en zo mooi van vorm! Zelfs de ridderzuring bloemen die bijna uit zijn vind ik mooi terwijl je die normaal zo voorbij loopt. Als je stilstaat op een grasveld en de grond waarop je loopt eens goed bestudeert zie je zoveel meer. Ik moet zeggen dat dit grasveld dan ook wel meer planten dan gras is. Ridderzuring, paarse dovenetel, melkdistel, weegbree, wilde geraniums, grote zuring, zijn zomaar wat planten die ik in de gauwigheid herken. Ik voel me rijk als ik zo op het gras sta. Ik zie dat alles eetbaar is. Maar nee, ik ga het nu niet plukken, het is goed zoals het is. Ik moet pas iets plukken als ik het direct ga verwerken, anders kan ik het alsnog weggooien omdat ik het vergeet uit een zakje te halen en de bloempjes 

verwelken heel snel. Ik dacht dat het niet zo koud was, maar na het maken van wat foto’s van mijn plantenvrienden, heb ik toch behoorlijk koude handen, het zou me niet verbazen als het maar 5 graden buiten is. 

Ik ga naar de gite, plaats de foto’s op instagram en blijf vervolgens in Instagram hangen om foto’s van Iris Apfel en wat tags te bekijken. Zucht. Toch ook leuk he. Grote dikke nepbonten jassen met grote pluizen, grote bombastische kettingen. Iris kleedt zich als een Afrikaanse koningin. Als een wild dier, een leeuw. Als de grote leider. Ben je zelf klein, maak je zelf dan groot met je kleding. Zet leeuwen- of berenschedels op je hoofd, draag verentooien. Laat zien wie de koning of koningin is. Het volk smult ervan. Of je nu een echt koningin bent of de koningin van de extravagante mode. Dat maakt niet uit. Leiderschap, charisma is wat telt. Het is vermaak en tegelijkertijd geeft het de burger moed. Als zij het kan, kan ik het ook.

 

Ik volg naast Iris Apfel, ook folklore slavische accounts op Instagram. Folklore kleding uit Oekraïne, Hongarije, Roemenie. De bloemen, de kleren, de trots van de mensen. Mannen met grote bonten mutsen en lange bontjassen en grote leren laarzen, vrouwen met bloemenkransen in hun haar, net Frida Kahlo. Je wordt er vrolijk van en het heeft ook weer iets koninklijks.Het zijn ook veel zwartwit foto’s van folklore uit vroeger jaren. Mensen op het platteland, mannen die met een wilde blik de camera inkijken. Alsof ze net met beer gevochten hebben en vervolgens een fles wodka leeg hebben gedronken. Vrouwen die zoals altijd lief en verzorgend kijken. Kou, afzien en toch er mooi uitzien. Als ik dit zie dan denk ik, ja ik wil meer met mode doen. Ook op het platteland, zij doen het tenslotte ook. Tradities, religies helpen hen daarbij, laat ik die nou net niet zo sterk hebben. Ik zou wel meer aandacht aan mijn garderobe moeten schenken. Terwijl ik dat denk, draag ik al drie weken dezelfde truien en warme fleece broek. Het wordt tijd dat we weer eens in de bewoonde wereld komen! Maar ja, dan nog, de kledingkast in de camper puilt uit en we hebben al teveel kleding. Wel neem ik me voor om, als ik iets leuks zie, dit te verruilen voor de Hennes en Mauritz shirts. Al blijft het een dilemma: Ze zitten zo lekker. En die mooie folklore kleding lijkt me gewoon niet lekker zitten. Ik heb vorig jaar een jaren veertig jurk gekocht bij de Emmaus in Moulins. Mooi wit, maar ik heb hem niet meegenomen op reis. Ik

Bij het vorderen van de ochtend begon het te ijzelsneeuwen met wind. Het is ineens weer een stuk kouder. Zo warm als het gisteren was, zo koud is het vandaag! Ik trek me terug in de gite om mijn werk af te maken, morgen heb ik weer drie cliënten waarvoor ik adviezen moet schrijven. Als dat af is, kijk ik wat Roy aan het doen is. 

Ik tref hem bij de overkapping voor het Outillier, de schuur waar het gereedschap ligt en waarnaast een houtwerkplaats is. Daarnaast ligt weer de kippenren. Allemaal aan elkaar vast. Conny heeft gisteren een rechthoekig houten raamwerk met allemaal kleine raampjes en klapdeurtjes opgehangen, voor educatieve doeleinden. Het raamwerk lag er al drie jaar, een ecovolunteer wilde het bij de overkapping bij de moestuin ophangen, voor als er schoolklassen komen, dan kunnen ze achter ieder raampje een dierenafbeelding zien waarvan ze dan een pootafdruk kunnen zoeken. Alleen zijn er altijd veel ideeën en wordt de helft niet uitgevoerd. Nu is het dus op een andere plaats opgehangen en in de blanke lak gezet. Roy zag het hoekje en dat het houtwerk en de muren allemaal wat kapot waren en bood aan om dit samen met Lenny op te knappen. Dus toen ik naar hen toeliep waren ze samen aan het schilderen. Lenny schilderde de deur en Roy een houten bankje. Hij gaat ook nog een houten mozaïek maken om de afscheiding naar het houtatelier af te schermen met iets decoratiefs. Zoals gezegd plannen te over en nu met het Corona regime, ook genoeg tijd. Voor Roy is het een welkome afleiding voor het schilderwerk aan de gite. Vandaag is het toch ook te koud om te schilderen. 

Rond lunchtijd eten we met z’n drieën een kop goed gekruide kerrie-koolsoep. Lenny gaat een tukkie doen en Roy klust nog even wat door, ik besluit om in de gite te gaan zingen. Na een half uur is dat ook wel weer genoeg geweest. Roy heeft zich warm gedoucht en we lopen samen, met het keramische kacheltje onder mijn arm, want het ding gaat steeds heen en weer tussen de camper en de gite, naar de camper. Roy is nu voor het eerst aan het tekenen in de camper, met het keramisch kacheltje in zijn rug. Met zijn muts op, een vel papier en zijn potlood in zijn hand hoor ik hem af en toe lachen om de tekeningen die hij maakt. Wat moet het toch leuk zijn als je zo je eigen wereld kan scheppen. Je tekent iets en hebt lol om wat je zelf maakt. Ik probeer dat wel eens over te nemen. Maar het komt me niet van nature. Gelukkig zijn er vele mensen met mij die dat ook niet van nature hebben, zodat ik me daar niet druk over te maken, maar het helpt wel ontzettend in het leven om plezier te hebben om de dingen die je zelf verzint. Roy zorgt voor de vrolijke noot, net zoals zijn moeder. Altijd opgewekt en vol met grapjes. Soms een beetje teveel, maar beter teveel grapjes dan een chagrijn. Ik zou niet weten hoe ik nu zou zijn zonder Roy. Heel droog, of toch nog steeds grappig op mijn eigen manier? Ik ben lang niet zo grappig als Roy. Zonder hem zou ik in ieder geval hier niet in een camper zitten. Of, misschien ook wel, maar dan in een makkelijk bestuurbaar busje.

Mijn vermoeidheid knapt op. Roys tekening staat ondertussen al half in de inkt en moet weer zo lachen. Ik ben het gewend en negeer het. Vaak snap ik de grap ook niet. Dan laat hij zien wat hij getekend heeft: “Is het niet leuk! Hahahaha!”, als ik dan zie dat het grappig dan denk ik: Ja, grappig, maar ook niet zo grappig dat ik hardop moet lachen (nu heb ik dat toch niet snel met tekeningen, ook niet met strips). Of ik denk: Wat is hier grappig aan? Een afknapper voor hem. Ok, ik kijk toch even. Hij blijkt een tekening te maken van Lenny die gedragen wordt op een bed met hemel door de dieren. Een erg leuke tekening die ook 

 Een erg leuke tekening die ook snap en ik moet lachen. 

Ik besluit om me op de op de bank te nestelen met een dekbed en een boek te gaan lezen. Ik trek hiervoor de zitting van de dinette (de twee bankjes tegenover elkaar met de tafel ertussen) aan de zijkant veertig centimeter uit, leg de bijbehorende extra zitting kussen hier in, et voila een bank van 1.20 cm. Lang genoeg om overdwars met kussens in mijn rug, met gestrekte benen te zitten. Ik leg het dekbed over mijn benen, en begin met lezen. Dit ligt zo comfortabel dat ik niet veel later in het alkoofbed lig om even lekker weg te soezen. 

Rond zes uur ‘s avonds, ik denk een uur later, kom ik er weer uit, check de mail en doe wat boekhouding. Een uurtje later beseffen we dat we toch wat moeten eten. 

We zitten allebei te wachten tot de dag voorbij is. Morgen nog zo’n dag en dan wordt het weer warmer. Roy heeft trouwens de tekening aan Lenny gegeven. Ze snapte niets van de lol van de tekening en vroeg zich af wat ze er mee moest en gaf hem terug aan Roy. Over het niet snappen van zijn humor gesproken. Bijzonder en toch ook wel weer begrijpelijk.

We gaan de nacht in. Sinds we in de camper slapen snurkt Roy. Ik denk dat het misschien komt doordat hij aan de binnenkant ligt, dat hij daar wellicht minder zuurstof heeft. Omdraaien is geen optie voor Roy, want dan moet ik over hem heen klimmen als ik vroeg wakker wordt of vervelender, ‘s nachts. 

 

 

 

Kleding en MB’s

Terwijl ik de was vouw besef ik me dat dit de eerste was is die ik met de wasmachine heb gedaan. 

Ik heb al eerder wat shirts, sokken en onderbroeken gewassen, maar nu was het wat meer grote dingen; broeken en jurken. Ondanks dat we nu 25 dagen onderweg zijn, hebben we haast geen vuile was. De wasmachine was niet eens gevuld. Ik draag dan ook al sinds ons vertrek dezelfde wollen trui met daarover een vest. Daaronder zitten twee lagen t-shirt, dus stinken gaan ze niet. Door de kou van het vroege voorjaar en het feit dat ik ook maar één trui en een paar dunne vestjes bij me heb, maken ik ook weinig vies. En tja, als je weken lang op het platteland zit, wat maakt het dan uit hoe je er uit ziet? Soms loop ik dagenlang in mijn fleece huisbroek, die zit lekker en is warm. Daaronder draag ik dag in, dag uit mijn rode plastic instapschoenen, een soort crocs maar dan zonder gaatjes. Je krijgt er zweetvoeten in, maar ze zijn zo handig met het in- en uitlopen van huizen. Buiten is het vaak blubberig of er is weer eens gras gemaaid zodat je allerhande vuil mee naar binnen loopt, en ook al ben ik niet gewend op binnen mijn schoenen direct uit te doen, dan is het nu toch wel handig. 

Diezelfde handige schoenen hebben er trouwens wel voor gezorgd dat ik nu met een pijnlijke pols zit. 

Als ik van de camper naar de gite loop is er een hoogteverschil. Je kunt het paadje aflopen dat in een u-vorm loopt, of je neemt de shortcut, gewoon het holletje af, maar dit is gras met aarde, en kan vrij glad zijn omdat het stijl is. Tot nu toe heb ik mijzelf kunnen weerhouden om met mijn rode schoenen het holletje af te lopen omdat deze gladde zolen hebben en ik weet dat je dan snel valt. 

Tot vanmorgen..zo stom! Na de eerste stap glij ik uit en vang ik mijzelf op met mijn sterkste hand, links. Ik ben linkshandig. Nu heb ik dus een pijnlijke pols. Ik heb nog wel even met de zware schuurmachine twee pilaren geschuurd en er eentje geschilderd, maar toen moest ik echt toegeven aan mijn pols die niet verder wilde. Ik heb van Lenny Arnica druppeltjes gehad. Lenny was toen ze in Nederland woonde homeopaat. Heel handig! Hopelijk helpt het. Ik merk nu nog geen verschil.

Het is vandaag zaterdag en bovendien heel mooi weer, ik denk iets van 19 graden.  Ik had tegen mijzelf gezegd niet op de computer te gaan werken, want dan zit ik weer binnen. Maar ja, met een pijnlijke pols kun je niet zoveel. Dus daar zat ik, toch weer een voedingsadvies te schrijven, in de koude gite. Het werk moest toch gedaan worden. Mijn straf voor niet naar mijn intuïtie te luisteren. 

Als ik dan zo wat gewerkt heb en terug ben bij de camper zou ik mijzelf even uit willen zetten. De TV aan of iets op youtube kijken ofzo. Maar in de camper hebben we geen internet. Roys tien gigabytes van zijn super abonnement zijn op en zijn Gb’s worden per tien april pas weer aangevuld. Ook al keek ik thuis niet veel tv, ik merk dat ik het toch wel mis. Even helemaal niets, gewoon een filmpje kijken. Om mijzelf MB’s te besparen en ruimte te maken op mijn telefoon, heb ik de facebook app ook al verwijderd. Mijn goede daad voor deze maand. (Gelukkig is de maand bijna afgelopen! Meer goede daden moet ik niet gaan doen hoor!). Dus nou ja, in de camper mis ik mijn dagelijkse dingetjes. Het ontspannen en mijn hoofd leeg maken. Ik heb inmiddels wel een boek gelezen, over een twintiger die op zoek is naar de hemel, met van die vraagstukken die een twintiger heeft. Ik vond het een beetje om te gapen omdat je denkt, jaaa, weet ik toch. Maar heb het toch grotendeels uitgelezen omdat de camino naar Santiago de Compostela er goed in beschreven werd. Toch leuk om dat ook een mee te maken. Gisteren ben ik begonnen aan een boek van Paul Theroux, de Gelukkige eilanden. Ook weer reizen, om maar in het thema te blijven en qua schrijfstijl een zegen vergeleken met het vorige boek, dat wat kinderlijk geschreven was. Maar zodra ik ga lezen wil ik alleen maar schrijven, dat heb ik meestal. Dus na twee pagina’s leg ik het boek dan toch weer weg.

Deze avond ga ik in plaats van lezen, een DVD kijken, de serie van Annie MG Schmidt. We hebben destijds die box gekocht omdat ik zo blij werd van de serie en ik vond dat het een klassieker was die we moesten hebben. Vervolgens ligt die box natuurlijk in de kast, nooit naar gekeken. En dan, vanavond, komt het voor het eerst sinds jaren weer uit de kast! 

Ik weet niet of Roy zin heeft om mee te kijken, hij leest een boek van Toon Tellegen, iets met Rusland, iets met inspiratiebron voor schrijvers zei hij. Korte verhalen. Hij wisselt Toon Tellegen af met het nieuwe boek van Geert Mak, in Europa 1999-2019. Feiten. Het is zeven uur ‘s avonds geweest, best vroeg. We hebben al gegeten, ik wil thee en ik wil Annie. Dat wordt vroeg in slaap vallen vanavond denk ik. Tenzij Bagel weer zijn ronde gaat doen.

 

Ontspullen

Gisteren is er een bord gebroken, en o ja, wat ik ook nog moest vertellen. We hebben kortsluiting gehad. De helft van de verlichting doet het niet meer en we denken dat de waterpomp de oorzaak is. We weten alleen niet hoe we het kunnen meten, we hebben geen spanningsmeter of hoe heet zo’n ding. En de winkels zijn dicht. Dus kwestie van geduld. Nu dus geen water uit de kraan en minder verlichting. Ach, er zijn ergere dingen, echt missen doen we het niet.

Afijn, er is dus een bord gebroken. De afwasteil stond op de grond, ja, we zetten die teil echt overal neer. Op de bank, op bed, op de grond. Overal behalve het aanrecht omdat die heel erg klein is. De teil stond op de grond en Roy was in een boven keukenkast bezig iets te pakken en hij stootte zo het deurtje eruit. Er zitten van die handige scharniertjes in waardoor je de deur er zo naar boven af kunt schuiven, iets te makkelijk dus. Het deurtje viel op de grond, op de afwas. Omdat ik het eetcomfort van thuis niet op wilde geven hebben we onze borden van thuis meegenomen. Veel te veel borden. Twee grote turquoise, vier normale en vier ontbijtbordjes, met de filosofie dat je dan niet zo vaak hoeft af te wassen, dat dus tien aardewerken borden. Veel te veel blijkt nu. Want je moet toch afwassen omdat je geen plek hebt om de vuile vaat te neer te zetten. Nu hebben we nog 3 normale borden. Langzaam zal het probleem zich dan vanzelf oplossen…. Afijn, we hebben dus te veel mee. Een klassieker, je leest ook bij anderen. Een stel die ik volg op instagram woont in een campervan, een omgebouwd busje. Zij begonnen net zoals wij in een grote camper, omdat je denkt dat je dat minstens nodig hebt als je je huis en haard verlaat. Ze kwamen erachter dat je eigenlijk helemaal niet zoveel nodig hebt. Wij merken nu dat wij ook teveel bij ons hebben. Teveel borden, teveel pannen, teveel kleding, teveel boeken, teveel tekenpapier. Je hebt dus echt niet veel nodig. Dus als we ooit nog eens terug in Rotterdam zijn, gaan we wat spullen uit de camper gooien. 

 

Bagel waakt over u

Bagel, de beagle….ofwel een waakzame beagle die ‘s nachts zijn ronde doet. Sinds de lockdown, ik weet ook niet waarom, is Bagel, de hond van La Caille, waakzamer dan voorheen. Soms denk ik dat ik ‘s nachts een buurhond hoor, en dat hij daar op reageert. Maar ik kan me dat ook verbeelden want de buurhond is ver weg. Sinds afgelopen week gaat Bagel om de nacht in de stal slapen zodat we om de nacht goed door kunnen slapen. De andere nachten is hij buiten om de dieren te beschermen tegen de vossen. Dat doet hij heel goed, hij loopt patrouille rondjes over het terrein en blaft, of meer jankt er dan op los. Vannacht deed hij dat om 03:00 uur.Ik denk dat hij het een half uurtje heeft gedaan. Je hoort hem dan ver weg blaffen en binnen een minuut staat hij naast de camper : whoeoeoe! En weg is hij weer. Het went, maar echt fijn is het niet. Het is wel noodzakelijk, toen Bagel vorig jaar ziek was en een week binnen in huis was, zijn vader en moeder gans opgegeten. De drie kindergansjes waren toen wees. Nu lopen de drie, inmiddels volwassen, ganzen elke dag over het terrein. nog wel, maar als Bagel meerdere nachten achter elkaar binnen blijft, dan weet de vos natuurlijk ook dat hij/zij zijn slag kan slaan. Dus we accepteren maar dat de beveiliger hier wat herrie maakt ‘s nachts en slapen ‘s morgens een uurtje langer uit. Het is nu toch koud in de ochtend. Vannacht vroor het weer. Arme arme bloemen en blaadjes…De lissen stengels zijn al slap gaan hangen. 

Ik heb vandaag een werkafspraak voor een website die ik aan het maken ben voor Artedu.nl. Dit is een vrouw die in het zuiden van de Auvergne in Chanteuges, 5 km van Langeac, een klein hotel heeft met 8 kamers en die kunstzinnige en muzikale cursusweken organiseert. Dat doet ze al 30 jaar. We zouden met haar in Chanteuges afspreken als we hier op La Caille klaar zijn. Maar nu met de lockdown is het maar de vraag wanneer we daar heen gaan. Zij is nu in haar woonplaats Marken. Het is idee is dat ik de website maak, en dat we nu in het voorjaar een weekje samenwerken om te kijken of dit bevalt, zo ja, dan kan ik in juli en augustus 2 maanden voor haar koken. We zullen zien, we zullen zien.

Wat in ieder geval positief is dat veel onze vrienden en kennissen in Rotterdam werkzaam zijn in de kunst en cultuursector en dat veel van hen zzp’er zijn en dat zij nu zonder werk zitten. Wij zijn met een werkopdracht hier op La Caille, dus Roy verdient nu geld en mijn werk was al online en kan gewoon doorgaan. Wij missen dus nu geen werkzaamheden. We hoeven dus ook niet terug naar Nederland om daar de tijdelijke uitkering voor ZZP’ ers aan te vragen. Het is alleen even kijken of we half mei terug gaan, want dan staat er wel wat werk in Nederland te wachten. Als de restricties aanhouden, kunnen we beter hier blijven.

Er is hier nu meer werk dan in Rotterdam.

 

Aan het eind van de middag, als Roy genoeg heeft van het schilderen, lopen we naar L’Echoppe, de natuurvoedingswinkel. We lopen langs Lenny’s poppenatelier, richting de roulotte van Liese, ze kwam net naar buiten. “Gaan jullie wandelen? Waar gaan jullie heen?”

-We gaan naar L’Echoppe, nog wat eieren halen. “O, ik was me net aan het klaar maken om daar ook heen te gaan, even wachten, ik kom eraan.” L’Echoppe is een paar uur per dag open, vandaag van drie tot zes uur. Het is nu half vijf. De natuurvoedingswinkel is onderdeel van eco gemeenschap La Mhotte. Hier staan een aantal huizen, waaronder ook een aantal zelfgebouwde, best mooie. Er is een grote oude boerenschuur waar voorstellingen en concerten worden gegeven en films worden gedraaid. Tegenover de schuur ligt de winkel die wordt gerund door mensen uit de gemeenschap. Iedere vrijdagavond is de winkel open als bar, in de zomer is vaak op livemuziek van alternatieve jazzy muziek. Er is een overkapt terras en naast het terras is een klein stroompje met een bruggetje erover dat leidt naar een grasperkje met een kampvuur en een zelfgebouwd soort van meditatie of theehuisje op palen. Je kunt hier heerlijk bij het kampvuur zitten en genieten van de life muziek. Het is zomers best druk, mensen nemen hun kinderen mee, er wordt gespeeld, alles heel vriendelijk en gezellig. Op La Mhotte werken ieder jaar ook drie Duitse ‘eco volontaires’, via dezelfde organisatie als waarmee Laura op La Caille is gekomen. Het zijn bijna altijd meisjes, waarschijnlijk omdat er veel verzorgd moet worden en er veel in de natuur gewerkt wordt. Jongens zijn zeer welkom, maar die melden zich blijkbaar haast niet aan voor een jaar op het platteland. 

We lopen met Liese langs de mobilhome die achter haar roulotte licht en waar wij voorheen sliepen als we hier waren. Dan door het hek voor het weiland voor de paarden, wat Roy vorig jaar heeft geplaatst met behulp van de eco volontaires van dat jaar. Er staan nu geen dieren op. De logica ontgaat me, er worden steeds hekken en hokken gemaakt die vervolgens niet gebruikt worden, maar dat terzijde. Als je het weilandje uitloopt kom je op een klein wandelpaadje met links en rechts veel speenkruid, longkruid, grote muur en primula’s, het doet sprookjesachtig aan waardoor je alle ellende in wereld vergeet. We passeren de eik die aangeeft dat je af moet slaan, lopen langs een weiland en komen dan op een lang smal paadje omzoomd met bomen en bloemen. Je loopt dus helemaal tussen het groen, ondanks dat het pad langs weilandjes is. We steken een klein bruggetje over, tot het wandelpad ophoudt bij de school. Dit is het pad wat Luca en Mira iedere ochtend met hun ouder naar school lopen, zo’n tien minuten wandelen, tenminste, als het mooi weer is. In de winter en zeker de afgelopen periode met de regen is de auto toch fijner, al rij je dan kilometers om. Het eerste wat je ziet is links een oud complex waar personeel en docenten van de school, wonen. Daar schuin tegenover ligt een oud 19e eeuws vakantiecomplex. Een statig gebouw, een soort landhuis. Hierin is de keuken en kantine voor de kinderen en kantoren. Achter dit gebouw ligt het schoolplein wat afgekaderd is met een Gaudi achtig mozaïeken rand. De kinderen krijgen les in houten barakken, wat prima leslokalen zijn. Het complex is omgeven door bomen en er is genoeg gras waar de kinderen kunnen spelen en bouwen.

Echt een ideale omgeving om naar school te mogen gaan!

We lopen langs de barakken om via een klein paadje weer verder te gaan. Aan het eind van dit paadje ligt La Mhotte. 

De winkel is een fijn plek. Er staat een houtkachel met twee stoelen voor als je even wilt zitten met een kop thee. Er is best een goede sortering, je voelt je toch altijd in een soort van delicatessenwinkel, de goede kwaliteit, de producten die je niet in de supermarkt vindt, de sfeer, de persoonlijke benadering bij de kassa. Als we hier dan weer eens zijn vraag ik me af, waarom doen we dit niet vaker? 

Als we bij de kassa zijn en Liese, in goed Frans, aan de man achter de kassa vraagt of zij al een keer controle van de politie hebben gehad betreft het Coronavirus, besef ik dat ik het attest formulier vergeten ben mee te nemen. Ach, we zaten toch al in de fout als er controle zou zijn, want we waren met zijn drietjes en als je boodschappen gaat doen, mag je dat alleen maar in je eentje doen. We maken ons er niet druk om, we lopen nu door bospaadjes waar alleen voetgangers komen die naar La Caille/La Mhotte en naar Foyer Michael gaan. Foyer Michael is het een lerarenopleiding voor de vrije school. De school La Mhotte is ook een vrije school, wat ze hier een Waldorf/Steiner school noemen.

Met een goed gevulde zak, met natuurlijk meer dan alleen eieren, gaan we weer huiswaarts. In de avond doen we een tweede poging tot Netflix. Voordat ik het weet zitten Cedric en Alex naast me. “ Mag ik ook kijken?”. “Nou zeg ik, het is wel volwassenen televisie.” “Ja”, zegt Cedric, “dat begrijp ik wel hoor, ik ben altijd erg nieuwsgierig naar wat er allemaal te zien is.” Roy is er nog niet en hij mag even naast me op de bank zitten, onder het dekentje, want is best fris. De verbinding met Netflix duurt heel lang. Roy is inmiddels binnengekomen en zo ook Clarice. “Tijd voor bed jongens” Dus helaas pindakaas voor Cedric en Alex. We hebben nog een rustige tv avond. 

O ja, voor the record: ik zag vandaag op internet dat er in heel de Allier, wat zo groot is als Nederland, 27 mensen zijn met het Coronavirus en er 1 iemand is overleden. Dus bijna niets in vergelijking met Nederland.

Boodschappen doen in het Corona tijdperk

Eergisteravond heeft Macron de regels aangescherpt, sommige steden hebben nu een avondklok, en sporten mag alleen als je alleen bent. Het schijnt dat iedere keer als Macron de regels aanscherpt, het druk is in de supermarkt, mensen gaan nog meer hamsteren. Gisterochtend, de ochtend na de aankondiging wilde ik boodschappen doen. Ik ging met de auto van Lora en Arnold omdat dit een niet opvallend autootje is met Frans kenteken. Het was tien uur ‘s ochtends, ik reed richting Bourbon en voelde toch enige spanning. Ik had nog geen grote boodschap gedaan en dacht:” O jee, straks moet ik poepen!” en als ik moet dan moet ik ook echt. Dus nou ja, sorry voor de intimiteit, maar het is wel van toepassing op het verhaal. Ik reed vervolgens Bourbon binnen, ik kom dan eerst langs de Aldi, daar was het druk, er waren ook veel busjes. Nee, niet de Aldi, ik ga naar de naastgelegen Carrefour, dan ik meteen kijken of ik nog het oud-papier weg kan gooien en daar even naar de wc kan gaan. Ik reed het parkeerterrein op, stopte bij de TRI hoek, maar alle containers zaten overvol. Op de een of andere manier heeft de lokale overheid besloten dat recyclen niet iets is wat je doet tijdens een crisis. Ik stapte weer in de auto om de auto te parkeren. Toen zag dat er voor de ingang van de Carrefour een medewerkster op de stoep stond, ik herkende als een van de cassiere. Ze keek naar een briefje van een klant en gaf het vervolgens weer terug. Toen zag ik dat er achter de klant, nog minstens tien klanten stonden, met karretjes.Ze mochten niet naar binnen en keken verveeld en geërgerd om zich heen. Ze keken ook naar mij, omdat ik meteen weer wegreed. Zo van: ‘Rij jij maar lekker weg, maar wij staan hier!’ De cassiere dame keek er een beetje wanhopig bij: ‘Ja,ik kan er ook niets aan doen.’ Ik had t

toen wel door dat even naar de WC gaan bij de Carrefour er niet in zat en besloot niet in die rij te gaan staan, maar rechtsomkeert te gaan richting La Caille. En geluk bij een ongeluk reed er net toen ik de sortie naderde, een Gendarmerie auto het terrein op. Er was blijkbaar een controle, de mensen mochten niet naar binnen de de Gendarmerie ging daar iets doen. Misschien controleren of mensen wel daadwerkelijk een formulier hadden ingevuld? Dat zou wel kinderachtig zijn.

Ik was dus heel blij dat mijn darmen mij naar huis hadden gestuurd. Als ik daar in de rij was gaan staan, had de gendarme gezien dat ik Nederlandse was en me natuurlijk ondervraagt. En dan was het maar de vraag geweest of ik mocht blijven. Achteraf gezien, ik heb ondertussen op de website van de Nederlandse Ambassade gekeken, mag je als buitenlander wel hier zijn, als je je maar, net zoals de andere Fransen, aan de regels houdt.

Voor de zekerheid is Lotte vanmiddag voor ons boodschappen gaan doen. Heel erg lief en we zijn heel blij dat we nu voldoende eten hebben! Morgen haal ik nog wat bij de Biowinkel die je vanaf hier door onverharde groene paadjes wandelend kunt bereiken en dat zijn we veel geld minder en eten rijker!

 

Het weer is gelukkig goed, afgelopen nachten vroor het twee graden en in de ochtend was het 5 graden in de camper. Ik zet dan snel de kachel aan en we hebben afgelopen dagen nog een keramisch kacheltje erbij geplaatst om het in de avond en in de ochtend even snel warm te maken. Als het dan zo’n 14 tot 16 graden is, voelt het alsof het 20 graden is, lekker warm dus. De hemel is al twee dagen helemaal blauw, geen wolkje te zien. Dus het warm dan overdag op naar 13 graden met zon en weinig wind waardoor je met de lunch lekker buiten kan zitten. Ik heb dan wel standaard vier lagen kleding aan. Een t-shirt korte mouwen, een t-shirt lange mouwen, een wollen trui (met dank aan nicht Edith, die deze een paar maanden terug aan mij doneerde. Ik heb het idee dat ik de trui sinds dag één niet meer uit heb gedaan!) en een vest. 

Meestal loop ik dan na het ontbijt naar de gite, waar het altijd fris is en waar er wifi is, als is deze sinds de lockdown heel slecht. Vanmiddag kon ik zelfs geen email van slechts één zin verzenden. Na een uurtje of twee mails en vragen beantwoorden van klanten, ga ik da de lunch klaar maken. Vandaag vond ik het een mooie dag om de buitenkant van de camper schoon te maken.De onderste rand is van plastic en we denken dat deze al ettelijk jaren niet echt is schoongemaakt, er zit een laag algen en vuil op. Er groeien nog net geen plantjes op. Terwijl ik schoonmaak, komen Cedric van 6 en zijn broertje Alex van 2 aanlopen. Achter de camper staat namelijk een hek waar aan de kant van de camper allemaal blokken rond, nog te hakken hout opgestapeld liggen. Ongeveer tachtig centimeter hoog. Gisteren, terwijl wij in de camper aan het eten waren, heeft Cedric Alex geholpen op het hout te klimmen. En Alex vond het geweldig spannend! We hielden ze in de gaten want Alex was wat moe en wankelde af en toe op zijn benen. Hij stond daar trots op zichzelf met een speen in zijn mond en een knuffel in zijn hand, af en toe in zijn ogen te wrijven. Na een wankel moment heb ik hem er toch maar vanaf getild. Cedric vond dat onzin, want hij kon heel goed op zijn broertje letten, want hij was al 11. Ik zei nou 11 is een beetje veel he. Na lang wikken en wegen, toen hij zag dat ik het echt niet geloofde, zei hij, ok, ik ben acht. Ik zei ok, is goed. Cedric klom vervolgens in de Vederceder struik/boom achter het hek en brak de dode takjes af. Alex is zo’n ideaal kind dat gek is op schoonmaken en opruimen en raapte dus alle gevallen takjes op, om deze op een grote hoop met takken in een hoek te gooien. Een goed team! 

Vanmorgen kwamen ze dus, tijdens het schoonmaken, weer aangelopen. “Je peux monter, je peux monter!”(ik wil klimmen)  Ik stopte met soppen en hielp hem een handje, ik vond het toch een eng idee om hem alleen op die stapel te laten klimmen. Na een paar minuten was hij er klaar mee want Cedric zat ondertussen alweer in de boom. De boom is oud en ik moet goed opletten dat Cedric niet te hoog gaat en op te dunne takken gaat staan die wel eens zomaar af kunnen breken. Alex droop af. Cedric vond vele dode takjes die hij af kon breken. Ik legde de sopdoek dan maar helemaal weg en ging Cedric helpen en in de gaten houden dat hij geen levende takken afbrak. Het ging prima. Op een gegeven moment kwam hij een dikkere tak tegen die hij echt niet met zijn hand af kon breken. “Wacht, ik ben een special klein zaagje om takken af te zagen.” “ Nee”, zei Cedric, “ik wil een bijl.” Totdat ik hem de zaag liet zien. Dat vond hij wel wat. Ik twijfelde even of ik de zaag wel aan hem toe kon vertrouwen, hij stond daar in die boom en dan ook nog zagen. Na wat instructies van mijn kant, ging het echter prima en zo heeft Cedric al spelend toch maar mooi al dat dood hout uit de Vederceder gehaald. Ondertussen was Alex weer terug. Het takkenwerk was klaar en ging verder met schoonmaken. En natuurlijk hielp Alex mij mee totdat hij enkele minuten later weggeroepen werd. “ Alex maman tu t’appeler, tu doit rentré”. (Alex, mama roept je, j moet terugkomen.) Het fijne is, dat door de tripjes de afgelopen twee jaar mijn Frans vooruit is gegaan en ik nu mooi gesprekken met de kinderen kan hebben en ik nu ook de spreektaal leer. Zo betekent ‘ordi’, ordinateur (computer) en ‘pyj’ is kort voor pyjama. 

Cedric en Alex zijn de kinderen van Clarice en Martin, ze wonen net als wij in een camper, alleen hebben wij een originele camper en zij een verbouwde bus, ofwel camion. Ze zijn net een paar dagen voordat wij hier kwamen op La Caille aangekomen. Ze hadden drie maanden een huis in de buurt, maar besloten rond te gaan trekken met een camper. De eerste week verbleven zij in een kamer in de gite, met het plan om de laatste hand aan de campervan te leggen en  daarna verder te trekken. Maar toen kwam de lockdown. Nu slapen ze in hun wagen en eten en koken en douchen ze in de gite. Ze zijn nu officieel Woofers. Ze maken de gite schoon en houden het groen bij rond de gite. Hun kinderen spelen heel de dag op La Caille. Heel soms speelt Cedric ook met Luca en Mira, de meiden van Lora en Arnold. Maar dat is niet echt een goede match. Cedric is erg fysiek en weet wat hij wil en is eigenzinnig, Luca weet ook wat zij wil en is ook eigenzinnig, beetje dezelfde karakters. 

 

Voor de lunch bereidde ik een Indiase groentesoep met de King Masala kruidenmix die ik in Rotterdam had gekocht. Flink wat komijn en fenegriekblad erbij et voila, India! In de soep nog het laatste stukje van de Turkse peynir (romige feta), ook nog uit Rotterdam, een flinke hand pompoenpitten, gekookte quinoa en cashewnoten gebakken in kokosolie. 

Rond twee uur ‘s middags gaan we lunchen en Roy had heel de ochtend geschuurd en geschilderd dus de soep ging er goed in. Hij voegt dan ook nog Surinaamse aardappelchutney toe, een sambal met aardappel en madame Jeanette. 

Na de lunch beitste en repareerde hij nog een houten bank en zo vliegen de dagen voorbij. 

De komende week schijnt het wel kouder te worden, 5 graden overdag! Dat betekent niet schilderen en ook geen tuinwerk. We moeten zuinig zijn op onze LPG omdat we niet kunnen tanken, daarvoor moeten we naar Moulins en dat is toch een risico.