Fragment uit “Waar gaat dat heen?”
Ik maak graag gebruik van de bloemen en planten om me heen. Gisteren heb ik paardenbloemen knopjes geplukt en op azijn met dragon gezet. Experimentje, ik hoop dat het lekker wordt. De brandnetelwortels die ik uit een sterk overwoekerde border hebt gehaald in de hoop dat de brandnetels dan een paar maanden weg blijven, heb ik laten drogen en vandaag met een hamer geplet en in kleine stukjes getrokken, voor brandnetelthee, goed voor de prostaat, die ik niet heb. Vochtafdrijvend, wat ik niet nodig heb. Goed voor de nieren, tja, ok. Maar goed, wel leuk om te doen en wellicht kan ik er iemand blij mee maken, ik ga het mengen met andere planten die goed zijn voor de nieren. Nierthee.
Ik heb ook kleefkruid gedroogd dat groeit overal als een malle, goed voor de keel, waar ik nu ook geen last van heb.
Aan het eind van de middag zijn Roy en ik nog over het terrein van de moestuin gelopen, achterin de sleedoornhaag staan oude landbouwwerktuigen. Roy wil ze eruit halen en ergens mooi neerzetten. Maar ja, sleedoorn is echt verschrikkelijk, het heeft doornen van zo’n 2 cm. En nu blijkt dat voor een oude tractor in de bosjes ook nog twee meter bramenstruiken staat. Nou, daar moet je wel echt zin hebben. ik weet het niet hoor.
We gaan naar de camper, zetten alle ramen open en vergeten wat we net hebben gezien. Tijd voor hamburgers met groenten.