De terugkeer van de ooievaar

Het is lente! De natte delen van ons broekbos ofwel waterbos zijn bedekt met een dikke laag speenkruid waar nu iedere dag steeds meer gele bloemen je verwelkomen. De dotterbloemen, waarvan het blad heel veel op speenkruid lijkt, alleen net wat groter, bloeit nog niet. Ik stak vanmiddag wat kluiten uit, zo groot als een spade en plantte deze rond het nieuwe gedeelte van de vijver. Naast dat we bijna een hectare waterbos hebben, hebben we ook nog een vijver! Het is een rond gat van zo’n twee meter diep, we hebben er in het najaar een boomstam in gegooid, zodat de kikkers iets hebben om op te zitten. En wat blijkt, in plaats van 3 of hooguit 4 kikkers, zitten er een stuk 20 in de vijver! Ze vinden het dus een geweldige plek. Het is ook de enige plek waar het water wat dieper is. In het bos schoten er ook kikkers weg toen ik mijn spade in de grond stak, een bruine en een grote groene. Is het nou dat de diversiteit op ons land en in het bos verbetert? Ik zie op het veld veel meer soorten wilde planten, er steken nu opvallend veel aronskelken hun koppie boven de aarde. Overal op het veld komen ze te voor schijn, in groepjes, alleen. Echt heel leuk! En dan nu ook meer kikkers. “Het is nu wachten op de eerste reigers.”. zei Roy vanmiddag. Nou lekker opbeurend.

Omdat het land en het bos steeds mooier lijken te worden deed ik in de avond onderzoek naar broekbossen in Frankrijk en of deze beschermd waren. Ik kwam niet veel verder. Wel kwam ik op de website van ADATER, de natuurvereniging van onze regio die 4 km verderop in Couzon is gevestigd. Daar stond een link op naar ‘Le Sentier des Cigognes’, het pad van de ooievaars.

Deze maand komen ze weer massaal terug naar onze regio, ze wonen in nesten in de bomen langs de Allier. Er is best een kans dat de ooievaars die we van de winter in Spanje en Portugal zagen, nu hier zijn. Dan hebben we dezelfde route afgelegd! In de nesten van vorig jaar komen in juni hun kuikens uit. Je ziet dan tientallen ooievaars op de versgemaaide velden staan. Als je dan een tractor met grasmaaier hoort, moet je even gaan kijken, de ooievaars komen dan met zijn allen lekker eten. Vooral in Mars-sur-Allier zitten er ieder jaar een dozijn koppels op hun nesten. We zien ze in die periode dan ook dagelijks bij ons over het bos vliegen.

Nu zie ik op de website van Mars-sur-Allier dat er een wandelpad van 3 km is. Vanaf de Romaanse kerk volg je dan de bordjes Le Crot Noir (De Zwarte Drol?) en kun je de nesten zien. Dus nog even 2 maanden wachten.

Tot die tijd verbeteren we het kikkerhuis. Het diepe rond gat, wat de vorige eigenaar puur als waterbuffer voor zichzelf had gegraven is sinds vandaag een achtvormige vijver met etages geworden. Ik heb heel veel bramen rond de vijver verwijderd en er vanmiddag lis, lisdodde, watermunt en kalmoes uit het bos ingezet en wat stenen erbij gelegd. Nu hebben ze een kikkerparadijs!! Het is natuurlijk niet alleen maar voor de leut dat we de kikkers zo verwennen. De vijver ligt vrij dichtbij de nieuwe moestuin. Zo kunnen de kikkers makkelijk uit hun vijver naar de moestuin springen om daar de slakken op te eten. Een win-win situatie.

En ook nog het vermelden waard: Toen ik vanmiddag de stenen van de grote stenenberg wilde pakken schoten er twee grote Westelijke Smaragdhagedissen weg van ik denk wel 25 cm, gifgroen, echt prachtig! Er is dus weer een koppel!

Verder gezien vandaag: een kleine slang in het bos, onder de bladeren en meerdere kleine hagedissen.

 

 

 

 

 

Wat te doen met de grote tuin?

In mei 2021 kwamen we op het landje, zoals we het zelf noemen, het woord tuin is eigenlijk niet op zijn plaats. Een tuin is helemaal aangelegd. Dit land hier is er gewoon. Het is een stuk grond met daarop eikenbomen, kriekenbomen, hazelaars, bremstruiken, bramen, sleedoorn, meidoorn en wat jonge populieren. De rand van het veld bestaat uit eiken, acacia’s, hazelaars, sleedoorn, meidoorn, vlierbes, kardinaalsmuts en vast nog wat soorten bomen en struiken.

Mijn droom was een grote tuin. Omdat ik niet beter wist. Een tuin. Niet een hele hectare aan land. Het eerste wat ik deed toen we hier aankwamen was een daglelie in de grond stoppen, dan wist ik dat we in juni mooie grote oranje bloemen hadden.

Daarna begon ik aan de moestuin. Ik probeerde eerst het land het land te laten, niets te wieden en het oude zaad wat ik van mijn moeder mee had gekregen in de grond te laten ontkiemen. De temperatuur was er buiten klaar voor. Maar er gebeurde niets. Geen plant kwam op.

Daarna heb ik toch maar de bovenste laag grond met een driepoot grondbreker los gemaakt en het onkruid eruit getrokken. Niet geheel volgens de richtlijnen van natuurlijk tuinieren. Daarbij moet je niet wieden maar karton op de grond moet leggen met stro erop en dit een jaar moet laten liggen. Maar ja, dan heb je dit jaar geen groenten. Dus ik maakte een tussenoplossing: Op de omgewoelde tien centimeter grond legde ik een dikke laag mulch van bladeren uit het bos. Ongeveer tien centimeter, hier moest de aarde toch ook blij mee zijn.

Ik zaaide goudsbloem en borage en plantte tomaten. Die groeiden allemaal goed al gingen de tomaten bijna dood toen er een regenperiode was. Tot op heden hebben de helft van de tomatenplanten nog tomaten al zijn ze nog knalgroen. Deze zomer was fris en nat. Ik had één bed niet zoveel liefde gegeven, hier had ik wel wat mulch op gegooid, maar ik had er niet veel aandacht aan gegeven. Ik zaaide hier 30 haricot verts. Er kwamen er vier op. Daarna zaaide ik wortels, die kwamen helemaal niet, evenals de zo makkelijke oost indische kers. Het was duidelijk, dit hoekje was niet blij. Ik laat het bed voor wat het is tot volgend voorjaar en gooi er straks nog een laag bladeren op.

Ik maakte ook nog twee bedden voor de stacaravan, in de ene plantte ik een pioenroos, die was bij het planten in juni al zijn bloeiseizoen voorbij, dus we moeten wachten tot volgend jaar om te zien of het wat wordt. Daarbij stopte ik nog twee flespompoenzaden in de grond waarvan eentje het deed en waarvan ik nu twee pompoenen heb! Dus dat is de eerste oogst.

In het andere bed strooide ik een mix van alle zaden mijn keukenkastje: lijnzaad, chiazaad, mosterd, venkel, koriander, fenegriek en komijn. Het mosterdzaad en chiazaad hadden de overhand. De mosterd werd een meter hoog met gele bloemen en was in augustus uitgebloeid. Uit het chiazaad groeide planten van zestig tot een hoger dan een meter planten, maar ze bloeiden niet, te weinig zon en niet warm genoeg, door die flut zomer. De planten staan er nu nog steeds. Je kunt ze ook eten, dat hebben we een keer gedaan, maar ik kreeg er migraine en jeuk van. Dus dat doe ik niet meer.

De venkel, koriander en fenegriek bleven wat schamele kleine planten. De komijn heb ik niet gezien. Overschaduwd door de overheersende chiazaad.

In hetzelfde bed staan een dropplant, een citroenverbena en ijzerhard. Die doen het allemaal goed, al groeit de citroenverbena niet zo snel meer sinds de chia er omheen groeit en alle licht wegneemt. Maar ik liet het maar zo, dan kan de citroenverbena goed wortelen en geef ik het volgend jaar alle licht en kan ie er flink tegenaan.

Dit tweede bed heb ik de helft groter gemaakt en er een meer ronde organische vorm van gemaakt. Ik vulde het nieuwe gedeelte met een dikke laag compost die ik had ontdekt in het bos. De drooggevallen poeletjes bevatten perfecte compost. In de rest van het bos is de grond bedekt met een dikke laag roodbruine hummus, maar de compost is mooi zwart. Dus ik leg nu eerst een laag compost van 10 cm op de grond en hierop nog 10 cm bladeren. Dit klinkt vrij snel in. Het lijkt heel wat maar het valt reuze mee. Het is wel een hele hoop gesjouw omdat er op een vierkant meter 8 emmers van 15 liter compost gaan en die moet ik iedere keer drie meter naar boven sjouwen via een provesorisch trappetje wat Roy in een helling heeft gemaakt, zonder stutmateriaal dus dat is nu langzaam aan het instorten en de treden zijn veel te hoog, zelfs zonder emmers in mijn handen is het al zwaar.

Ik heb een week terug nog een bed gemaakt, ik heb met een pikhouweel de bovenste laag onkruid verwijderd, ik had geen zin om een jaar te wachten en eerst allemaal karton en biologisch stro te verzamelen. En dat bed ben ik nu aan het vullen met compost uit het bos. Iedere dag haal ik een paar emmers, daarna puf ik uit en vind ik wel weer leuk geweest.

Dan ga ik bramen knippen of nog wat brem verwijderen. We hebben een stuk verwilderd grond van 18×26 meter wat helemaal vol met brem, braam en jonge eikenboompjes staat. Leuk voor de dieren, maar het is wel heel erg groot en juist op een zonnig stuk land waar je zo mooi een moestuin zou kunnen maken. Het meeste land ligt namelijk in de schaduw, heel fijn op warme dagen maar niet om er te moestuinieren.

Ik was van plan om iets over natuurlijk tuinieren en het ARK principe te schrijven, maar dat komt nog wel een andere keer, ik vond dat ik eerst deze aanloopperiode even moest omschrijven. Dat ik het later terug lees en denk: Weet je nog, hoe onnozel ik toen was? Onkruid wieden, haha.

In de tuinafdeling van deze website kun je precies wat ik heb geplant en wat er al van nature stond.

Heksen als cultuurmoment

Iedere nacht droomde ik van feestjes, festivals, familie, theater, gekkigheden, mooie architectuur. En iedere ochtend werd ik wakker en dacht: O ja, ik zit in een camper, op het platteland. Ver weg van iedereen, van cultuur, van kunst. Dan denk, o kut, ja,er is hier niets. Wat kan ik doen? Iets schilderen, onkruid wieden.. Daar had ik helemaal geen zin in! Ik wilde input. De afgelopen dagen zat ik veel op de computer. Er was hier wel iets, maar alles was dicht, al kon ik maar even naar het theaterkostuum museum of het illustratie museum gaan, naar een jazzconcert of een expositie. Dat kon in principe allemaal in Moulins, op slechts twintig kilometer afstand. Maar niet nu. 

Het was nu aan het aftellen naar elf mei, dan konden we in ieder geval weer eens een rondje door Moulins rijden. De winkels waren dan weer open, de musea nog gesloten. 

Ik moest me gewoon nog even overgeven aan het simpele leven, de cultuur die ons de komende nacht stond te wachten was een Duitse traditie, Heksennacht. Liese gaat dan met tien vriendinnen een kampvuur maken en zingen en dansen. Geen idee hoe lang zoiets zal duren. Ik weet niet hoor, ik heb niets met heksen, ik wil vanavond gewoon slapen. morgen is het vriendschapsdag, één mei. de dag dat men met zijn allen het bos in gaat om lelietjes van dalen te plukken, de bossen worden dan massaal leeggeroofd en de bloemetjes verkocht op de rommelmarkt. Maar dit jaar zijn er dus geen rommelmarkten, dus hopelijk blijven er wat meer lelietjes van dalen in het bos staan.

Boeren sushi

Een grijze regenachtige dag, ik vulde het met internet, werkte aan mijn website en keek nog wat via Google Maps naar oude Franse dorpjes. Het begon te jeuken, ik wilde verder. Dus ik droomde en vulde mijn hoofd met plaatjes.

Aan het eind van de middag kwam ik weer terug op de wereld en bereidde ik in de keuken van de gite een sushi ‘workshop’ voor. Vorig jaar had ik mijn sushispullen hier achtergelaten. Een complete doos met sushi spullen voor acht personen. Ik had het vorige week aan Liese laten zien en zij opperde om met zijn allen sushi te gaan maken. Toen ik de keuken in kwam was Liese rijst aan het koken, samen met Martin was ze rijstmelk aan het maken. Ze kookte rijst, maalde het met water en vijgen fijn in een blender en zeefde het, door het door een koffiefilter te gieten, zonder papieren filter.. Ik had nog niet eerder gezien dat iemand de rijst eerst kookte, volgens Liese was dit de manier zoals zij het kende, en aangezien er geen hoge snelheidsblender op La Caille is, misschien ook wel een goede manier, het nadeel hiervan is wel dat er veel vezels in de melk komen en de melk een soort rijstepap wordt. Als je rijstmelk maakt doe je er een dadel of vijg doorheen, voor de zoetigheid. Dan heb je al veel koolhydraten en voeg je er nog suiker aan toe ook. 

Vandaag was dus een koolhydraat dag, ik bereidde me op het ergste voor, dat ik me de volgende dag brak zou voelen, zoveel koolhydraten, suiker, sojasaus, sesam, allemaal dingen die bij mij niet goed vielen. De keuken was dus vol met rijstmelk. Ik begon met de voorbereidingen en kookte een kilo dessertrijst. Er was geen sushirijst in de winkel en had dan maar dessertrijst gekocht, dit is ook rond en papperig, dus vast net zo goed. Na het koken voegde ik erythritol (nepsuiker) en appelazijn toe, als vervanging voor rijstazijn en mirin. Het smaakte prima. Ik bakte de kip in sesamolie en maakte een teriyaki saus zonder de teri en zonder yaki, in ieder geval zonder mirin en saké, alcohol die er normaal gesproken ingaat, want dat hebben ze hier op het platteland ook niet. Ik mengde zoete ketjap met gember, knoflook en sesamolie, dat was het. Desalniettemin was het erg lekker. 

Een uurtje later kwamen de andere bewoners en de kinderen. We sneden de groenten, maalden de rode kool heel fijn voor een rawfood sushi versie. En omdat er maar één pakje nori zeewier in de winkel was, knipte Lora snijbietvellen. In de kas op La Caille had Lora veel snijbiet staan en sommige bladeren waren al gigantisch groot. Het waren ideale bladeren om iets mee in te pakken. En de geknipte vierkante vellen snijbietblad waren op zich al haute cuisine om te zien. De mooie witte en gele nerven op zijn groen vierkant vlak, heel mooi. De snijbiet plakte niet zo goed als de nori, maar als je wat rijst gebruikt kon je het daar ook mee dicht plakken. De rawfood sushi maakten we dus van fijngemalen rode kool. Hier knijp je het vocht uit met een kaasdoek. Vervolgens doe je er granaatappelmelasse, tahin, chili peper en zeezout naar smaak door, zodat je een pittige en hoog op smaak gebrachte plakkerige rode kool mix hebt. Deze rolden we in de snijbiet bladeren met als vulling een reep mango. Als vulling voor de gewone sushi hadden we wortel, komkommer, kip, zalm, omelet en gekookte rode bietjes. Doordat we met acht man sterk rolden hadden was het werk redelijk snel gedaan en konden we genieten van een grote tafel overladen met borden vol sushi. We aten tot we omvielen, je bleef er van eten. Doordat we ook rawfood sushi hadden en we ook redelijk wat kool aten, bleef het een fijne maaltijd met toch ook behoorlijk wat groenten. Na de afwas draaiden we in de keuken  samen met Martin en Liese nog wat oude jaren tachtig en negentig muziek; The Cramps, Run DMC, Rage Against The Machine, The Buzzcocks, The Presidents. En ik mag niet vergeten te melden dat Liese nog een lichtshow gaf met een hele grote marjorette stok waarvan de uiteinden branden. O, wat had ik dat even nodig! Het was een fijne avond en ik was de volgende dag niet ziek. I love the countryside wel weer.

Nieuwe confinement maatregelen

Vandaag zouden de nieuwe confinement maatregelen aangekondigd worden. Van het confinement naar het déconfinement. Het langzaam weer terug naar normaal gaan. Bij het idee dat er ergens licht gloort aan het eind van de tunnel, begon ik de dag met wegdromen. In mijn mailbox zat voor het eerst sinds maanden een bericht van een lokale makelaar met een mooi huis in Bourbon L’Archambault, hier vijf kilometer vandaan. Ik had een jaar terug een alert ingesteld op de website van de makelaar en ik ontving dan hooguit drie keer per jaar een mail met een huis in de buurt. Van de website van de makelaar klikte al snel door naar andere regio’s en voor ik het wist was ik dorpjes in Zuid Frankrijk aan het bekijken. Wat hebben we allebei zin om naar het zuiden te gaan! Ik merkte dat ik nu wel eens andere mensen wil leren kennen. Vanmiddag deed ik boodschappen en ik zag mensen in de winkel, maar verder ging het niet. Na de boodschappen zat je dan weer een week naar de boom voor de camper te kijken. 

Vanaf drie uur kondigde Edouard Philippe,de premier, de nieuwe maatregelen aan. Er waren gebieden met code groen en gebieden met code rood. In de code groen kon men al sneller van wat vrijheden genieten. Naast dat de basisscholen weer opstarten, mogen ook de winkels open en mag je je tot honderd km vanaf je huis verplaatsen mits je binnen het departement blijft. Dit alles geldt dan vanaf elf mei en begin juni komen er weer nieuwe maatregelen.

Wat zou het fijn als we eens weg konden, een weekendje ofzo, gewoon er even tussenuit.

Vera de kip

Het was weer een heerlijke warme dag, Roy werkte, ondanks dat het zondag was, vrolijk verder. Hij moest een laurier snoeien wat voor een muurtje stond waar hij aan moest werken. Op de grond lagen een grote stapel lauriertakken. ik haalde de blaadjes van een aantal takken, om te drogen, wat een voorraad voor jaren opleverde.

Na wat werken op de computer, haalde ik nog wat onkruid uit een border. Roy liep langs, hij was klaar met werken. Op weg naar de gereedschapsschuur hoorde hij gefladder in het kippenhok. Hij ging kijken, hing kip Vera verstrengelt met het macrame-net wat het kippenhok afsloot. Vera wilde waarschijnlijk het hok in en kwam vast te zitten in het net. “Lisa, kom even hier”, riep Roy dwingend. Ik legde direct mijn spullen neer en liep naar hem toe. “Als jij de kip vasthoudt, probeer ik haar los te maken.” Vera was zo moe, misschien had ze wel een uur ondersteboven in het net gehangen, ze lag uitgeput in mijn armen. Af en toe deed ze haar ogen dicht. Roy friemelde en wurmde voorzichtig het touw van haar poot af. Ze was vrij snel los. Voorzichtig zette ik haar op de grond, ze kon haar poot niet gebruiken. Ik tilde haar weer op en zette haar in haar stal c.q. kippenhok. En deed de deur dicht, zo kon ze even tot rust komen. Roy haalde Lenny, ze haalde direct een glasje water met arnica uit haar huis, gaf Vera een slokje en lieten haar met rust. Ik had daarna niet meer gekeken hoe het met haar ging.

De volgende dag liep Vera er weer gewoon bij.

Eindelijk weer eens regen

In de middag betrok de lucht, de zonnige blauwe hemel van de ochtend had plaats gemaakt voor een grijs wolkendek en onweer gerommel in de lucht. De Auvergne ligt in het midden van Frankrijk, in Nederland hebben we een zeeklimaat, hier een landklimaat met wind uit verschillende streken waardoor een weersvoorspelling altijd weer anders kan zijn dan verwacht. De regen was voorspeld, maar was er nog niet, het rommelde, maar het zou best kunnen dat het onweer over waaide. Het was hier nog steeds windstil en heel rustig, de kinderen fietsen rondjes om de gite, Cedric had zelfs alleen een korte broek aan.

Roy timmerde nog steeds aan het houten huis, wat veel meer werk was dan van te voren ingeschat. Hij moest het hout aan de onderkant vervangen en is nu beton aan het gieten, balken aan het vervangen,constructies aan het verzinnen om het een beetje netjes af te werken, alles is scheef. Vanaf de camper was het linksaf de parkeerplaats af, dertig meter de doorgaande grindweg af en dan rechts, je kwam dan langs de tunnelkas waar Lora groenten en kruiden kweekt, en daarna bij hun huis. Als ik dan even langskwam om te kijken hoe het ging, legde Roy de problemen uit, om vervolgens te zeggen: “Wat is het toch leuk werk!” Waarop ik dan weer tevreden naar de camper terug ging, alles goed en wel. 

Terug in de camper kwamen Cedric en Alex langs. “Waar is Roy?” -”Bij het huis van Lora en Arnold“ “Kom Alex, we gaan Roy aanvallen!” Waarop Alex mij aankijkt en mij zogenaamd steekt: “Aanvallen!”. -”Nee, niet hier Alex, hier wordt niet aangevallen, niet boos gedaan tegen elkaar.” “Waarom niet?”, vraagt Cedric. “Omdat ik heel gevoelig ben.” Waarop Cedric moet lachen: “Nee joh!” “Kom Alex, we gaan Roy zoeken en aanvallen. Attaquer!” Dit dan allemaal in het Frans natuurlijk. En dan hoopte dat ik hetgeen zei wat ik denk dat ik had gezegd. 

Een half uur later begon het licht te waaien, het werd kouder, ik hoorde gerommel rond de camper, Roy was terug, gestopt met werken, hij haalde de was af. Dan moest ik ook maar in actie komen, ik liep naar buiten, we draaiden de luifel in, ruimde alle losse spullen voor de camper op en hoopte op een goede regenbui zodat de planten weer wat water hadden, want het had al meer dan een maand niet goed doorgeregend, de aarde was keihard. Hier in deze contreien was er voornamelijk zandgrond, ging je een paar kilometer verderop, dan was de grond alweer compleet anders. Toen we vorige week een rondje fietsten kwamen we langs de grote stal, twee kilometer verderop, ze waren een leiding aan het aanleggen, er was een geul gegraven, de aarde had hier een roestkleur en zag er meer kleiachtig uit. En dat op een paar kilometer afstand. Lora legde me van de week uit dat er hier een aantal aardplaten samen komen met verschillende grondsoorten, zodoende kan de grondsoort per boerderij verschillen. 

Een uur later kwam dan eindelijk de lang verwachtte regen. Echte regen, de eerste regen sinds zeven weken. 

Kippen en insecten

Rond vijf uur ‘s middags zat ik buiten met Roy, hij was klaar met werken, las een boek en bakte een eitje. Ik bestudeerde de kip die overal tegen pikte, er stond een glazen pot met amandelen op tafel (die overigens geen amandelen zijn maar nog steeds abrikozenpitten en dat van de biobulk afdeling). Kip snapte maar niet waarom ze er niet bij kon. Ze zag ze toch echt. 

Buiten was het stil, de lucht was gevuld met het zwaar gezoem van insecten, overal insecten, er hing een rups aan draadje onder de eikenboom en de vogeltjes zongen vrolijk hun lied. Het was bewolkt en windstil. Ik had Tigrou de kater op mijn schoot die ook heerlijk lag te soezen. De tijd stond stil, er was even niets. 

Totdat Roy op vloog en de kip wegjoeg: “Nou is het klaar met je gepik!” Wild zwaaiend met  zijn armen rende hij achter kippie aan. Kip gaf het op en rende de hoek om, richting kippenhok en de andere kippen. Tegelijkertijd kwam vanuit die hoek Luca aangefietst. “Ben je nou aan het lunchen? Het is bijna avondeten?!” “Ja, en straks eet ik gewoon weer!” Cedric kwam ook langs, tilde het stalen fietsenrek van de parkeerplaats op en nam het mee, hij is best sterk voor een zesjarige! Het was een lichtgroen fietsenrek voor drie fietsen, van draadstaal, het ziet er een beetje jaren vijftig uit maar zal vast niet zo oud zijn. Het fietsenrek moest naar hun speelveld. Luca, Cedric en Mira hadden allemaal spulletjes op een veld neergelegd. Ze hadden alle drie hun fiets bij zich, dus het fietsenrek moest ook naar hun nieuwe ‘huis’.  Het was zo heerlijk om ze zo te zien spelen, het deed me aan vroeger denken. Dat ik met mijn buurmeisjes huisjes maakte in de bosjes op het wandelpad achter de huizen. We verzamelden spullen van het grofvuil, richtten het mooi in, ging er een paar weken achter elkaar kijken en meestal was het dan die twee weken gesloopt door een paar stomme jongens.

Hier gebeurt zoiets niet. Geen stomme jongens te vinden. Geen vervelende dingen, maar ook geen verrassingen. Elk nadeel heb z’n voordeel, en vice versa.

Een sociaal leven in de Aldi

Vandaag spoedde ik me naar de Aldi. We kwamen hier altijd Nederlanders tegen. Bij de groenteafdeling kwam ik het stroopwafelvrouwtje tegen, ik geloof dat ze Mieke heet. We hadden haar afgelopen jaren al meerdere keren op de rommelmarkten en de gewone markt gezien, ik vroeg me af hoe het maar ging nu er geen rommelmarkten zijn. Ik zei: ”He stroopwafel vrouw, hoe gaat het, zo zonder de rommelmarkten?” -”Mmm, het staat op mijn voorhoofd he..STROOPWAFEL. Ze moest er wel om lache. “Ik sta nog wel op twee markten hoor en ik heb net mijn ronde gedaan bij drie winkels hier in de buurt waar ik mijn stroopwafels ook verkoop, dus het staat niet helemaal stil. En ik heb ook nog wel wat achter in mijn auto.” Knipoog. “Ja, misschien zie ik je zo.” Toen ik in de rij voor de kassa stond, was zij net aan het afrekenen, er stonden nog twee mensen tussen ons. Dat zal dan wel een andere keer worden, ik ga wel een keer naar het winkeltje in St.Menoux waar haar stroopwafels blijkbaar ook worden verkocht. Terwijl ik in rij stond, stond ze ineens achter me met een zakje mini stroopwafels. “Kijk eens, voor jou, je moet ze wel snel opeten want de verkoopdatum is bijna verlopen.” -”Maar ik moet je daar toch iets voor geven?” “Nee, joh, de datum is toch bijna verlopen, neem maar”. -”Wat lief, dank je wel!” Wat is het toch fijn als mensen met je meedenken, goede klantenbinding! Had ik toch weer wat suiker in mijn tas, als het me zo wordt gegund dan kan het toch niet verkeerd zijn. Ik rekende af en liep naar buiten. Daar zag ik een Nederlandse camper met een ouder echtpaar. Ik wilde hun ervaringen wel eens weten, zij reden rond terwijl er nu controle zou kunnen zijn voor de lockdown. Ze bleken in de buurt te wonen en ze ging niet ver weg. Ze reden altijd in hun camper, ze waren vlak voor de lockdown nog in Spanje en Portugal geweest. Ook zij hadden nog geen controle gehad. De Auvergne scheen de streek te zijn met het minst aantal corona besmettingen. We praatten wat over de gesloten déchetterie en de vrouw vroeg zich af waarom de tandarts zijn deuren wel alweer mag openen en de kapper niet. De kapper, het schijnt nogal een ding te zijn. Ik heb de afgelopen anderhalf maand best wat mensen over hun haar horen praten, men miste hun kappersbeurt. Het scheen zelfs zo te zijn dat in Denemarken vorige week de kappers weer aan het werk mochten en dat de afspraken website crashte omdat iedereen een afspraak wilde maken. Dus tip van de week: Laat je omscholen tot kapper, dan heb je altijd werk.

Yoga en Istanbul

“I let go of fears and open my heart. Start journaling. Let the words come out on the paper. Write down your fears and let them go.” 8:23 Brett Larkin zit, just for fun, met haar benen in een spagaat in haar dagboek te schrijven op het youtube filmpje. Dit keer een lange les van een half uur. Thema van deze dag was ‘heart opening’. Terwijl ze moeilijke posities aanneemt en gewoon doorpraat, probeerde ik het tempo bij te houden. Ik moest er niet aan denken ook nog te praten in de kamelen houding. Het is een klassieker, kreunen en steunen en yogajuf die alles moeiteloos voor doet. 

Sinds twee weken deed ik iedere ochtend yoga, deze keer wilde ik een langere sessie, ik koos er een van een half uur, maar ja als je vijf minuten in je dagboek moet schrijven valt daar alweer een deel vanaf. Ok, mijn angsten, wat zijn mijn angsten? Op dit moment heel praktisch, dat we dit jaar niet af kunnen maken. Dat we door gezondheidsproblemen naar Nederland moesten. Door een gek virus bijvoorbeeld, of een hernia, mijn rug wilde maar niet beter worden, ondanks de dagelijks yoga. Roy had al sinds een maand iets in zijn oog wat maar blijft irriteren. “Stop journaling and close your eyes.”

Ik maakte mijn yogasessie af en at met Roy buiten voor de camper een gebakken ei met spek, tomaat en kaas. We gingen ieder ons weg, Roy ging verder met het herstelwerk van het houten huis en ik zou een consult hebben, wat uiteindelijk niet door ging en verplaatst werd naar de middag. Na nog een uurtje aan een website te hebben gewerkt en wat emails verwerken, was het alweer tijd voor lunch.

De middag vloog voorbij met huishoudelijk werk, ik knipte en passant nog even mijn haar, haalde daarna de stofzuiger door de camper en we streken samen met Lenny in het namiddag zonnetje neer met een drankje, olijven, kaas en cashewnoten.

Na het eten kreeg ik zin om weg te gaan, maar ik ben op de omgeving uitgekeken. Ik voelde me even ontevreden, altijd maar datzelfde uitzicht. Dezelfde mensen, dezelfde dieren. Hoe lang moest dit nog duren. Ik installeerde me met thee, maiswafels met boter en jam op de bank en dook in een slechte Turkse serie die zich afspeelde in Istanbul. Waardoor ik dan toch even weg was.

Ik wilde rijden! Ik wilde dat doen, waar we voor op pad waren gegaan…