Tag: camperlife

Kippen en insecten

Rond vijf uur ‘s middags zat ik buiten met Roy, hij was klaar met werken, las een boek en bakte een eitje. Ik bestudeerde de kip die overal tegen pikte, er stond een glazen pot met amandelen op tafel (die overigens geen amandelen zijn maar nog steeds abrikozenpitten en dat van de biobulk afdeling). Kip snapte maar niet waarom ze er niet bij kon. Ze zag ze toch echt. 

Buiten was het stil, de lucht was gevuld met het zwaar gezoem van insecten, overal insecten, er hing een rups aan draadje onder de eikenboom en de vogeltjes zongen vrolijk hun lied. Het was bewolkt en windstil. Ik had Tigrou de kater op mijn schoot die ook heerlijk lag te soezen. De tijd stond stil, er was even niets. 

Totdat Roy op vloog en de kip wegjoeg: “Nou is het klaar met je gepik!” Wild zwaaiend met  zijn armen rende hij achter kippie aan. Kip gaf het op en rende de hoek om, richting kippenhok en de andere kippen. Tegelijkertijd kwam vanuit die hoek Luca aangefietst. “Ben je nou aan het lunchen? Het is bijna avondeten?!” “Ja, en straks eet ik gewoon weer!” Cedric kwam ook langs, tilde het stalen fietsenrek van de parkeerplaats op en nam het mee, hij is best sterk voor een zesjarige! Het was een lichtgroen fietsenrek voor drie fietsen, van draadstaal, het ziet er een beetje jaren vijftig uit maar zal vast niet zo oud zijn. Het fietsenrek moest naar hun speelveld. Luca, Cedric en Mira hadden allemaal spulletjes op een veld neergelegd. Ze hadden alle drie hun fiets bij zich, dus het fietsenrek moest ook naar hun nieuwe ‘huis’.  Het was zo heerlijk om ze zo te zien spelen, het deed me aan vroeger denken. Dat ik met mijn buurmeisjes huisjes maakte in de bosjes op het wandelpad achter de huizen. We verzamelden spullen van het grofvuil, richtten het mooi in, ging er een paar weken achter elkaar kijken en meestal was het dan die twee weken gesloopt door een paar stomme jongens.

Hier gebeurt zoiets niet. Geen stomme jongens te vinden. Geen vervelende dingen, maar ook geen verrassingen. Elk nadeel heb z’n voordeel, en vice versa.

Digitale pasen

Pasen vier je in 2020 digitaal. Je mag niet meer bij elkaar komen. Te gevaarlijk voor het virus. Dus we hadden eerst om twaalf uur een rendez vous met mijn zussen en aanhang en mijn ouders, daarna met onze eigen kinderen. En ik moet zeggen, best handig, alleen ben je best snel uitgekletst omdat je de tijd heel effectief gebruikt, je mist de adempauzes en mijmeringen waardoor je in live-contact veel meer met elkaar deelt. Het was heel fijn om iedereen weer even gezien te hebben. Vooral het paasontbijt met Axel en Lulu was heel leuk. We zaten allemaal een gekookt eitje te eten. Roy en ik hadden eieren in drie maten, een kippenei, een gewoon ganzenei en een mega ganzenei waarvan ik niet begrijp dat eenzelfde gans de ene keer zo’n groot ei legt en de andere keer een kleiner ei.

Als we dan zo weer met zijn vieren kunnen kletsen voelt het even als vroeger, fijn bij elkaar. Dan mis ik de kinderen wel. Lulu liet me zien dat ze zelf haar haar had geverfd en de zijkanten had weggeschoren, iets wat ik voorheen deed. Ik mis dat, grooming, quality time.

Dan denk ik aan wat ik tijdens een lezing op de emigratiebeurs een aantal jaar terug hoorde, dat emigreren niet zo moeilijk is, maar het achterlaten van je kinderen wel, en dan vooral voor de vrouwen, die willen vaak na een aantal jaar weer terug, zeker als er kleinkinderen komen. Op dit moment miste ik alleen de kinderen, maar niet zo erg dat ik terug wilde. We hadden nog zoveel te zien en te doen. Het idee om weer naar Rotterdam te moeten, nee dank je. Als ik aan Rotterdam denk, zie ik de ondergrondse vuilnisbakken voor me waar altijd vuil naast gegooid wordt, ik zie de roltrappen van de Maastunnel waar allemaal stickers met boze en agressieve leuzen op staan. In de stad is zoveel onvrede en rommel, dat besef ik me steeds meer naarmate we langer weg zijn. Al was het nu wel het andere uiterste. Het was nu soms echt wel wat saai, maar nooit boos of agressief. De prikkels die we hier op het platteland kregen waren het gekwaak van kikkers, het gezang van de nachtegaal, het geloei van de koeien, het gesnater van de ganzen, het ‘s nachts blaffen van de hond, het mekkeren van de schapen en lammetjes, spelende en soms huilende kinderen en ouders die over het terrein lopen op zoek naar die kinderen, of het knuffeltje van die kinderen. Weer? Ja hij is weer zoek. 

Vanmorgen ging ik even achter de gite zitten, daar heb je uitzicht op een klein valleitje met veel bomen. Ik zag wel tien Vlaamse gaaien voorbij vliegen, ik dacht dat ze altijd hooguit met zijn tweeën vlogen, ik hoorde heel veel soorten vogels waarvan sommige klonken als computerspelletjes vol met rare poinpoingpoing fuiettrrrrr geluiden. Het was betoverend, tevreden liep ik terug naar de camper, dan voelt zo’n migraine toch een stuk minder zwaar. 

Verder was het een dag om uit te rusten, een film te kijken en wat te slapen. Het was heerlijk rustig. Tegen zes uur kregen we nog een uitnodiging van Cedric om naar het “Musee de Experience” te komen kijken, we moesten wel’ emmener sou’, centen meenemen. Het woord wat ik deze week heb geleerd: ‘sou’, cent. Het museum was in een speelhuisje waar Cedric en Luca samen allemaal spulletjes hadden die ze lieten zien. Een bakje water met een scarabee larve en wat plantjes, een tekening, een bal, een plankje met een losse schroef erop, die volgens het verhaal van Cedric helemaal uit Spanje kwam, heel speciaal, een zelfgemaakte ‘fiets’, een plankje met daarop allemaal lavasteentjes. Natuurlijk kregen ze steeds een woordenwisseling over wie wat mocht laten zien. Een klassiek geval van de jongen die de baas wil zijn en wil dat het meisje alleen de spullen aan mag geven en het meisje dat dat niet pikt. He, we zijn wel in 2020 ja. Partager, ensemble, kom kom: moeilijk! 

Ik gaf ze allebei wat ‘sou’ en we vertrokken richting het weiland met de schapen en de lammetjes, zo leuk! Dit keer stonden de witte koeien met hun kalveren aan de overkant van het schapenveld en een hele grote stier met super grote ballen. Hij maande de koeien om niet te dicht bij de heg te komen waar wij stonden, met een paar snuiven en een resolute houding dirigeerde hij de groep meer richting het weiland. Ik had mijn rode jurk met witte stippen aan, ik zou dat als stier ook niet als veilig hebben ervaren, dan kun je maar beter je kudde beschermen. 

Houd je rug recht!

De dagen glijden voorbij, ik begin de tel kwijt te raken. Zou het door de zon komen? De laatste drie dagen is het ineens zomer in april. Vierentwintig graden, blauwe hemel en alles is anders, meer ontspannen, langzamer en we krijgen een vakantiegevoel over ons. Doordat het nu wat warmer is in de ochtend, de thermometer geeft bij het opstaan vijf graden warmer aan, zeker al tien graden, hoeven we de kachel niet meer aan te doen. Ik laat mijn krakkemikkige lijf uit de alkoof glijden en doe eindelijk dat wat ik me al maanden voorneem, de ochtend beginnen met yoga, want o,o,o, wat ben ik stijf! Waarom heeft niemand me verteld dat je, als je vijftig wordt, je van de ene op de andere dag van die stramheid krijgt? Ik had nooit ergens last van, totdat ik vorig jaar door mijn rug ging, die rug doet nu iedere dag pijn, en als ik opsta kan ik zelfs mijn sokken haast niet aandoen omdat ik mijn rug moet buigen. De pijn in mijn knie die ik kreeg toen ik een paar maanden terug ging twee uur ging fietsen is gelukkig weg, maar dat komt ook doordat ik nu al nauwelijks gefietst heb afgelopen maand. Het laatste, en dan hou ik er over op, wat ik had voordat we weg gingen was pijn in mijn hart als ik langer dan tien minuten heel hard fietste. Dat doe ik ook niet meer, dus ook geen last meer van gehad.

Maar ja, allemaal tekenen van: Ja, mevrouw, moet u ook niet zo lang op de bank zitten met die computer van u. Ik vond het afgelopen maanden te koud om iets van yoga te doen, in de camper kan het niet en buiten of in de onverwarmde gite was het niet te doen.

Nu wordt ik wakker, drink een glas water, zeg goeiemorgen tegen de paarden tegenover de camper, leg mijn yogamat in het met paardenbloemen bezaaide gras. De paardenbloemen zijn nog niet wakker als ik begin met de yoga, twintig minuten later, zijn de bloemblaadjes net als mijn lichaam ontvouwt. Zij en ik kunnen weer stralen. Alsof ik een bloem ben en we samen ons klaarmaken voor een zonnige dag. Het enige verschil is dat de paardenbloemen na een paar dagen verworden zijn tot pluis en zij zich mee laten varen door de wind en ik de wind aan me voorbij moet laten gaan. Dat ligt niet aan mij, maar aan Macron, of aan koningin Corona. 

Het simpele leven op de boerderij

Dat je zo in de namiddag, na je computerwerk, dat wel, in de schaduw op een bankje zit te kijken naar een haan die drinkt uit een pan water. Ieder slok die hij neemt is denk ik zo groot als een paar druppels. De manier waarop hij drinkt is best ingewikkeld. Hij pikt het water op, slaat zijn hoofd achterover en schudt wat heen en weer, alsof hij niet kan slikken en de druppels water naar achter en beneden moet schudden. Dit doet hij wel zo’n twintig keer achter elkaar. Tot hij mij spot. Hij draait zijn hoofd, kijkt me met één oog aan. Ik zeg:“Hallo, ja ik ben er ook” Vervolgens kijkt hij me met zijn andere oog aan en loopt met geheven hoofd weg. Alsof ik hem ergens op betrapt heb. Dan zit ik daar en denk ik aan vroeger. Dat ik nog bij mijn ouders woonde. Dat we kippen hadden in onze tuin van ons rijtjeshuis. Dat we altijd in de tuin konden zitten en ik de honden uitliet in de polder. Dat ik dat zo gewoon vond. En dat ik dat al die jaren in de stad zo gemist heb. Ik wil echt niet terug naar ons bovenhuis in Rotterdam. Het voelt zo goed en natuurlijk om zo buiten te zijn, thuis was ik nooit buiten, alleen als het echt nodig was. Boodschappen doen en dan in het weekend met mooi weer naar het bos of de duinen. Wat ook vaak niet doorging omdat ik migraine had.

 

Het blijft een beetje giswerk, maar ik heb sinds we op la Caille zijn geen echte migraine meer gehad. Toen we aankwamen had ik al vier dagen migraine, toch stress denk ik. Ik zat ook zes dagen verstopt. De klassieke vakantie obstipatie. Vervolgens werd ik toen ongesteld en heb ik geen migraine gehad, wat normaal gesproken altijd het geval is. Nu ovuleer ik en alleen de eerste dag licht migraine wat met een half pilletje klaar was. Ik kon geen koolhydraten of suiker verwerken, dat was vaste prik voor het opwekken van een aanval. En nu heb ik gisteravond nougat gegeten, en nog geen migraine. 

Mijn idee is dat het de sopropo is die ik nog steeds braaf iedere dag neem. (Ik heb nog twee zakken in de vriezer liggen, van de Rotterdamse toko.) Geen insuline resistentie meer? Een jaar lang carnivoor en keto eten heeft zijn vruchten afgeworpen, de sopropo deed de laatste stap. Ik kan ook weer wat brood en rijst eten, en ja ook koekjes, erg gevaarlijk.

Nou ja dat dus. Ik moest het er toch een keer over hebben omdat het mijn leven beheerst. Het is waarom ik het werk doe wat ik doe en waarom we een jaar lang onderweg zijn. Geen stadsstress van al die mensen en de bergen wifi. Thuis hadden we zo vijftien wifi punten om ons heen. Hier ‘slechts’ vier, waarvan je meestal maar bereik hebt van twee, die ook regelmatig wegvallen.  We volgen onze droom, maar tegelijkertijd wil ik ook laten zien dat het kan, althans, dat we denken dat het kan, we zijn nog maar een maand weg en staan zo stil als een huis. We zijn toch maar lekker mooi buiten in de natuur. 

Roy wilde sowieso al reizen vanaf de dag dat ik hem strikte. Zijn tekeningen lieten zeppelins en boten zien. Hij deed al die jaren wat hij moest doen om ons van een hoofdinkomen te voorzien. Maar na de zoveelste winter waarin de inkomsten zo laag waren dat hij in januari in een winterdip zat, zowel mentaal als financieel, besloot ik om op zoek te gaan naar een plek in de natuur waar we konden verblijven. Roy moest weg uit de stad, hij moest vogeltjes spotten, bouwen, iets creeren. En zo kwam ik twee jaar terug la Caille op het spoor. We hadden het plan om er te gaan wonen, maar na anderhalf jaar wachten op een huis wat vrij moest komen uit een erfenis besloten we dat dit toch niet het begin zou zijn van onze nieuwe levensfase. De kinderen de deur uit en wij op pad. We bedachten dat we ook in een camper konden wonen, zo waren we mobiel, konden we op la Caille zijn als we dat wilden en reizen wanneer we dat wilden. We hadden altijd ons huis bij ons. Roy vermaakt zich hier uitstekend. Vanmiddag en ook gistermiddag is hij bezig geweest met het zoeken naar een beverrat die hij vorig jaar heeft begraven. Hij heeft inmiddels vier gaten gegraven op plekken waarvan hij dacht dat het dier hier zou liggen, maar helaas, niet gevonden. Morgen…Cedric van zes, gelooft het niet helemaal. “Je zei gisteren ook al morgen.” -”Mm, ja, maar nu is het echt morgen.“

Onze dagen krijgen vast rituelen. Langzaam wakker worden, rond tien uur aan het werk tot een uur of drie of vier, dan beetje relaxen of in de tuin werken. Rond vijf uur wat lezen, tekenen en schrijven. Eten en daarna weer lezen of een film/Netflix kijken. 

Door de lockdown gaan we nergens heen, hoeven we verder ook niet na te denken. We doen ons ding en het is heel ontspannend. Ik denk dat de lockdown voor alles en iedereen goed is.

 

Terug naar de basis. En ondertussen houdt iedereen zijn hart vast, wat gaat er gebeuren in mei? Kan de samenleving dan weer op gang komen of zijn er zoveel bedrijven failliet dat onze economie opnieuw ingericht moet worden?

 

Weg met al dat geprik

Het is namiddag en mijn handen prikkelen en voelen een beetje hard aan, mijn nagels zijn zwart en ik heb geen zin om ze schoon te maken. Ik ben moe. Wel gezond moe, van fysiek werk. Gisteren zat ik voor de camper en keek uit op de achterkant van de stal, waar in de bovenverdieping ‘de pingpongzolder’ is. Een ruimte met een pingpongtafel, oude fitness apparaten, een bank en een stoel  en wat speelgoed. Een hangout voor pubers. Ik keek uit op de ingang, een houten trap ondersteund door grote oude muurstenen. De trap is volgens de brandweer niet veilig en mag officieel niet gebruikt worden. Er wordt hierdoor haast geen gebruik gemaakt van de zolder, er zijn hier ook haast nooit pubers. Het is echt zonde want er zit zelfs een verhoging in de ruimte die kan dienen als podium. Doordat de ruimte geen echte werkende functie heeft, is het onderhoud rondom de trap verwaarloosd. Ik zat zo naar al het verwilderde groen te kijken en begon na de lunch met het schoonmaken van het grove stenen platje voor de trap. Ik schrobde met een staalborstel het mos en aarde eraf. Trok de wortels en onkruid uit de hoeken en spoelde alles schoon. Vervolgens zag ik dat rondom de trap waarschijnlijk een pad is geweest, wat nu alleen maar hoog gras is. De plantenbak in de hoek was ook niet meer te herkenen, het was een overwoekering van brandnetels gras oude dode takken van een plant in de hoek, vermengd met een klimroos, een kiwi en een druif. Van het een kwam het ander en voor ik het wist was ik in gevecht met de brandnetels. Alle wortels moesten eruit (dat lukt natuurlijk nooit en over een maand zullen er vast wel weer brandnetels staan), het gras moest eruit en de planten gesnoeid. En zit ik dan nu met prikkelende handen omdat de dunne tuinhandschoentjes de brandnetelprikken niet tegenhielden. Na het ontbijt heeft Roy de onderkant van de trap bekeken, daar waar het gevaar zou kunnen zitten, de traptreden zijn iets verschoven ten opzichten van de zijkanten. Hij zaagde een aantal houten blokken, vulde de gaten op. Gisteren hebben we er al twee stempels ondergezet et voila, de trap is best weer veilig. We weten natuurlijk niet wat de brandweer daar van vindt.

Het aanzicht op de trap is nu weer fijn, je ziet een plantenbak, waarin, onder de bladeren en de brandnetels, zelfs een hosta tevoorschijn kwam. 

Twee halve dagen heb ik er aan gewerkt en nu ben ik voldaan moe. Genesteld op de bank. In de camper is het 25 graden, vandaag is de eerste dag dat we geen kachel aan hebben gehad. Fijn!

Roy zit aan zit aan tafel te tekenen. Iets met een man die een ballon als hoofd heeft waar een druppel aanhangt, door alle medicatie die hij moet nemen. Roy is nog steeds de video’s van Janet Ossebaard aan het verwerken. De video’s die wel een en ander duidelijk maakten, maar aan het eind een erg pro Trump wending kregen waardoor het een en ander weer zo ongeloofwaardig werd. Theorien, aannames. We zullen zien. We maken ons er niet zo druk om. 

We zijn nu iets meer dan een maand onderweg, waarvan nu bijna een maand op een vaste plek. We hebben allebei moeten wennen aan het 24/7 bij elkaar zijn. Het tegelijkertijd naar bed gaan, omdat we anders over elkaar heen moeten klimmen. Het om de beurt tanden poetsen omdat de badkamer te klein is voor twee personen. Het elke dag moeten afwassen omdat we anders simpelweg geen spullen meer hebben. En dan ook nog aan het feit dat bij iedere stap die je zet, de camper heen en weer schudt. Ondanks dat we de stabilisatiepoten hebben uitgedraaid. Het is zelfs zo’n gewiebel dat als je in bed ligt en de ander de tanden poetst, je in bed heen en weer schudt. 

We moesten wennen aan het leven op La Caille, hoeveel werk doen we voor onszelf, hoeveel voor La Caille, in ruil voor ons gebruik van water en electra? Hoe gaan we met de andere bewoners om? Het is toch anders dan voorheen, toen waren we hier hooguit tien dagen, met het idee dat we thuis wel weer gingen werken aan ons eigen bedrijf. Nu moeten we hier elke dag ook ons eigen werk doen. Voor mij blijkt dat best veel te zijn. Ik ben wel drie dagen per week sowieso bezig met mijn clienten en dan heb ik nog niet eens mijn schrijf- en ontwerpwerk gedaan. Dan kom ik dus helemaal niet toe aan tuinieren voor La Caille. Het is nu weekend dus ik ben vrij en ik kan doen wat ik wil. Doordeweeks vind ik het fijn om, na uren computer en denkwerk, aan het eind van de middag wat in de tuin te werken.

Roy schildert dag in, dag uit zo’n vier uur per dag omdat we nu met de lockdown tijd genoeg hebben en hij klust samen met Conny aan kleine opknapprojectjes.

En zo vinden we onze draai. Ik schrijf, Roy tekent. We komen zo weer toe aan onze eigen dingen, eigen wereldjes. 

De dagen lengen en het is warmer, dat maakt alles een stuk makkelijker en aangenamer.

Eyecandy

Ik nestel me op de bijrijderstoel, en zet de rugleuning iets naar achter om wat meer ontspannen te kunnen zitten. Met een boek op mijn schoot droom ik even weg naar een wandeltocht in Wales. Het boek gaat over afzien en jezelf tegenkomen en dat je veel sterker bent dan jezelf denkt. Vandaag zijn we niet sterk. Gisteren trouwens ook niet. Ik was in de Aldi en had een sterke behoefte allemaal koekjes en zoetigheid in de kar te gooien. Wat ik ook gedaan heb. Na de Aldi stond ik in de Carrefour voor het koelvak met verse patisserie, althans, fabrieksdingen zoals flan, vanillepudding gebakken met een korstje, appelflappen en eclairs. Zal ik? Nee, toch maar niet gedaan. Ik wist dat dit mijn hormonen waren die spraken en dat ik me er niet beter van zou voelen en bovendien had ik al koekjes gekocht. Voor Roy. Maar zoals later bleek: ook voor mijzelf. Gisteren was een dag om te vergeten, zon, grijs, zon, grijs. Nergens zin in. Het boodschappen doen en een kwartier bij de magazines afdeling al die geweldige uitgaves en magazines te bekijken, deed me goed. Ik kocht er een, als kado. 

Eenmaal weer thuis nam ik thee met koekjes. En om toch iets nuttigs te doen op klusgebied schilderde ik het boekenkastje nog een tweede keer. Vanochtend kon ik hem dan toch weer in elkaar zetten en de boeken terugzetten, want ja, die stonden toch wel in de weg.

We slapen prima in de camper, maar vanochtend stonden we allebei met een lichte hoofdpijn op. Bij mij weet ik wel waarom: koekjes in combinatie met ovulatie. Dan heb ik een onbedwingbare behoefte aan suiker en koolhydraten, en het laatste wat ik moet doen, is daar aan toegeven. Doe ik dat, dan kun je wachten op migraine. En zo hier op het platteland, met elke dag hetzelfde uitzicht en toch ook nog wel het lichte vakantiegevoel, vind ik het erg moeilijk om er niet aan toe te geven. Dus vier speculaasjes en drie vlinderkoekjes(palmiers) verder, ga ik heel voldaan naar bed. Om de volgende ochtend laat wakker te worden met een lichte hoofdpijn. Daar komt het. Roys hoofdpijn hoofd dan weer niet met hormonen te maken, waar dan wel mee? Weten we niet, het ging ook weer weg, dat is wat telt.

En omdat het mooi maar koud weer is, besluiten we de dag te beginnen met een wandeling. We lopen een rondje om het terrein, langs de Chamaron in de hoop nog reeen te spotten. Het is bijna windstil en al negen uur, dus die reeen zijn allang van ons heen gelopen. Het enige spannende wat ik zie is een uitgebloeide paardenbloem met mooie dauwdruppels erop en Roy die zoals meestal in de rondte tuurt door zijn verrekijker. Ik vind het altijd een leuk gezicht. Dat hij daar dan zo staat met zo’n ding voor zijn ogen, op zoek naar vogels. Dan ziet hij er wel interessant uit. Hij ziet niets bijzonders. “Deze wandelschoenen zijn dus niet waterdicht” zegt Roy terwijl we door het grasland lopen. Toen we hier een maand terug aankwamen was het gras nog vrij kort, nu is het zeker al 25 cm. Mijn schoenen voldoen prima. We lopen naar de weg en gaan terug naar de huizen. Als we langs de gite lopen, zitten Clarice en Martin op het terras, aan de koffie. We drinken een kop koffie en thee bij hen en Clarice legt hun plannen uit, hun plan was om net als wij, een jaar te reizen, langs ecogemeenschappen en eco-bouwtechnieken te leren. Nu willen ze op La Caille blijven, omdat ze hier alles hebben wat ze nodig hebben. Ruimte, mensen, werk. 

De zon schijnt fel en ik zit daar zonder hoed en mijn hoofdpijn wordt sterker. Na een half uur houden we het voor gezien. Roys hoofdpijn gaat ook maar niet weg. Hij duikt weer in bed en  ik in een boek, op de bijrijdersstoel. 

Iedere keer als ik een boek ga lezen, denk ik, ik zou ook kunnen tekenen en schilderen. Maar dat doe ik dus niet. Ik heb allemaal papiersoorten, aquarelverf en tekenspullen meegenomen. We een kastje vol en daarnaast nog een schilderskist. Toen we nog thuis waren ben ik begonnen met schilderen. Om het weer eens op te pakken. Maar tekenen om het tekenen vind ik dus niet leuk. Roy wel, die kan, zoals gezegd, zo zijn eigen fantasiewereld creeren. Ik ben niet van de fantasie. Ik ben erg pragmatisch. Het moet nut hebben anders heb ik er geen lol in. Zonde van mijn tijd. Schrijven daarentegen, gaat van een leien dakje. Toch wil ik meer schilderen. Alleen dan meer ontwerpen, stofontwerpen, mode ontwerpen. Ik merk dat ik daar steeds meer interesse in heb. Ik verzamel al jaren mooie modefoto’s op Pinterest. Eyecandy. Modeporno. Een feest voor het oog. Bonte kleuren en patronen. Heerlijk vind ik het. Om vervolgens lamgeslagen wat te gaan tuinieren. 

Ik ben toch zo benieuwd wat komend jaar gaat brengen. Toch veel werken? Het is best druk de laatste tijd. Meer schrijven? Meer tekenen? Of in de zomer vooral buiten zijn en lekker koken. 

Roy wordt wakker. Ze gaan de maan slopen. Dat zeiden de buren van mijn werkplaats in mijn droom. “Ja, die maan gaan ze slopen joh!” Schiedammers, die zeggen overal ‘joh’ achteraan.

Conspiracy in kaplaarzen

De dag startte met het trotseren van de vrieskou om met zijn allen een verjaardagsliedje te zingen voor het raam van de jarige Lora. ‘Perfect day ‘van Lou Reed. En ik schrijf dit in de ochtend, ik weet niet hoe de dag zal verlopen, maar de grijze wolken zijn inmiddels weggedreven en hebben plaats gemaakt voor een helderblauwe lucht en zon. Vrijdag 3 april, u mag er zijn! Zolang we leven en in goede gezondheid zijn. Nog een week en dan is het einde der tijden, ofwel Goede Vrijdag, de nieuwe wereldorde, einde van het Kabal tijdperk volgens Janet Ossebaard. Een pro Trump vrouw. We hebben gisteren haar documentaire gekeken waarin ze uitlegt wat er nu werkelijk en precies gebeurt is rondom corona en de wereldorde. Ook dit is natuurlijk een aanname, maar zoals alles uitgelegd wordt, op sommige vlakken wel heel plausibel. Op Goede Vrijdag werd Jezus aan het kruis genageld en 2020 jaar later zal de wereldorde aan het kruis genageld worden. We begonnen al met de #metoo met Hollywood op zijn kop. Dit zou nu dan nog verder gaan, met ook politieke kopstukken die gaan vallen en het hele bankwezen en de huidige economie die omvallen. 

De ouderen die de oorlog hebben meegemaakt ervaren deze afgelopen periode alsof het oorlog was, niemand op straat, horeca gesloten. En wij, ach, weet je, gelukkig is het dat in ieder geval niet. Maar wie is dat het wel. Alleen geen oorlog tussen landen maar oorlog tussen de gevestigde orde en het volk. Een herschikking van de belangen in de wereld. We moeten het nog maar zien. 

Ik vul de ochtend met werken, schrijven van adviezen en wat boekhouding, yep, natuurlijk doe ik niet alleen maar van tralala en lekker lui. Au contrair! Dus ik duik hup snel in mijn hoofd omschakelen en verdiep me in parasieten, bacteriën en bloedsuiker. 

 

Klussen en koken

Natuurlijk hebben gisteren de kippen alle oude bladeren en paardenmest over de rand van het rozenperkje gekieperd! Nou ja, moest toch ook weg, dus nu maar op de composthoop gegooid.

Gisteren heb ik het boekenkastje gedemonteerd en in de grondverf gezet en vandaag in de lak. Het was een restje alkydverf van Lenny, dus moet nog een dag drogen. Uit het poppenatelier, Lenny’s heerlijkheid, heb ik borduurgarens uit de prullenbak gevist en een brei-proeflapje, het kan ook dat iemand een poging heeft gedaan om een poppen sjaal te maken. Het lag in ieder geval in de prullenbak. Van de borduurgarens heb ik een driekleurig gedraaid touwtje gemaakt, deze en de ‘sjaal’ moeten het zwart/groene elastiek, wat te slap is en qua kleur ook niet in de camper past, vervangen. Ik weet niet of het touwtje en sjaaltje gaan werken, maar qua stijl is het wel beter. Het blijft een beetje uitdokteren wat werkt. Ook de gele scheidingswand heb ik geschilderd, die moest nog een keer voor de tweede keer geschilderd worden. Zo hebben we nog allemaal kleine klusjes aan  de camper.

Vanmorgen heb ik de zekering voor de lampen er gewoon weer ingestopt, die van de kortsluiting, we weten nog steeds niet waar het doorkwam. Het zat dus ook niet in het bedieningspaneel, wat ik dus dacht, maar het ook niet was. Dus even spannend, zekering erin…..geen kortsluiting! En de lampen doen het weer! De waterpomp ligt er wel nog steeds uit. Roy gaat deze één dezer dagen weer monteren en dan kijken of dat toch het probleem was. Dus wij blij. Ik ging daarna even de vloer schoonmaken.

Ik tilde een instap kleedje op en zag wat bouten. Hé dacht ik, die kunnen los! Dan komt die automatische trede los en kunnen we die ook nakijken. Het is toch mooi weer. Ik zou eigenlijk Roy helpen met schilderen en schuren, maar daar moest ik nog even zin voor maken. Dus tra la la, matten kloppen en toen de bouten losgedraaid. Roy kwam langs. Ik worstelde met de laatste bout die meedraaide. Samen hebben we hem losgemaakt. En gelukkig is net zo ADD als ik en werd ook hij door mijn impuls meegetrokken en vond hij het helemaal niet erg dat niet al aan het schilderen was. Toen de bouten los waren, zagen we dat de volautomatische, niet werkende, uitschuifbare traptreden ook nog met bedrading vast zat. Ja, hè hè. Dus wij samen onder de camper, verroeste boutjes losdraaien waar de aardedraad aan vast zat, snoertjes los en hop het ding lag eruit!

Na veel WD40, koevoeten, trekken, duwen. Lieten we het ding, het ding. Leuke actie, maar nu even  niet. To be continued. Ik zette nog even snel het kastje in de lak en heb toen twee ramen, een pilaar en een deur met raampartij gebeitst. Ik zeg de hele tijd schilderen, maar dat klopt niet volgens Roy, we zijn aan het beitsen. De handeling is overigens hetzelfde. En ik wil nog even zeggen: Koop goed materiaal als je veel werk te doen hebt. Roy heeft een goede profi kwast, die is echt hemels en de beits is ook profi, beetje dikkig gelachtig, ook hemels. Terwijl ik zo de beits er op smeer, besef ik me eens en temeer: Goed werk afleveren heeft te maken met kunde, maar zeker ook met goed gereedschap en materialen. Dat merk ik ook als ik in de keuken werk. Ik heb nu mijn profi keukenmachines niet bij me. Ik blend mijn sopropo met een Bullet blender waardoor er allemaal stukjes in blijven zitten. Ik mis mijn hoge snelheidsblender een beetje, en de Magimix mis ik eigenlijk niet zo. Ik heb een goede handrasp meegenomen, van Borner, een mandoline met verschillende opzetstukken. En ik heb mijn oude koffiemolentje bij me, een jaren 60 ding. Hier maal ik kruiden, noten en zaden mee. Ik heb hem al een keer aan Liese uitgeleend om lijnzaad te malen voor veganistische cake. Ik heb denk ik best een luxe keukenpark bij me en kan culi koken als ik zou willen. In de praktijk maak ik voornamelijk soep, groentenmixen met vlees of vis en gebakken eieren met spek. Niet zo heel culi. Dat komt ook doordat het fornuisje vrij klein is, als je een koekenpan gebruikt, kun je er geen andere pan meer bijplaatsen. Dus dan heb je of deels lauw eten of dus, zoals nu vaak, een eenpansgerecht. Als het weer wat warmer is, zet ik mijn eenpits gasplaatje buiten, zo’n ding met die kleine gasflesjes. Die wil ik niet binnen gebruiken in verband met ontploffingsgevaar enzo. Ik mis de oven. We hebben het oventje wat de vorige eigenaar had achtergelaten, buiten gezet. Weg ermee, werkt niet, waarschijnlijk kapotte thermostaat. Het staat nog niet in het vuilnishok, want dan zadelen we anderen er mee op. We gooien het wel weg als we een keer boodschappen gaan doen en rijden dan meteen even langs de déchetterie, ofwel afvalpark.

 

 

Grote verwachtingen

Talking about the devil, of eerder angel, Roy was de afgelopen twee nachten heel de nacht stil! Niet dat dat mij weerhield om weer eens vroeg wakker te zijn. Met de verandering naar zomertijd scheelde het wel weer een uurtje. Ik stond vanochtend dan om half acht op, dus best normaal, om naar de wc te gaan en de kachel aan te doen. Nog even een half uurtje terug. Om acht uur was het inmiddels vijf graden. Snel de tweede kachel er bij aan voor een boost. Dan is het een half uur later alweer negen graden. Vannacht was het min vier! Om negen uur was het buiten rond het vriespunt. 

We zitten nog steeds met een half verlichtte camper en een waterpomp die het niet doet. Roy was ervan overtuigd dat de waterpomp de kortsluiting veroorzaakte. Ik niet, want de pomp deed het nog na de kortsluiting. Dus nou heeft hij gisteravond toch de waterpomp eruit gehaald. Ik liep af en aan met kommetjes water wat uit de leiding kwam die naar de waterpomp toeliep, de boiler moest ook nog leeg.. Dus nadat we een uur bezig waren geweest, haalde ik de andere zekering met dezelfde ampere uit het zekeringblokje en stop deze heel voorzichtig in zijn huisje, maar al bij het aanraken van het metaal komt er een vonkje. Snel terug in zijn andere vakje. Direct begint Billie Holiday te zingen dat ze zo lelijk is en ook geen mooi haar heeft maar dat ze eigenlijk de droom van iedere man is. Daar wordt je af en toe best moe van. Het blijft heel de avond in je hoofd zitten, af en toe gooit een van ons twee er een soort kattengemauw uit wat dan door moet gaan voor Billie Holiday. De radio/cd speler gaat automatisch aan als de zekering in zijn behuizing stopt…

Er was dus nog steeds sluiting, dus het was niet de pomp. Ik denk dat het het panel is waar je alle metertjes op ziet en waar de knopjes opzitten om de pomp en schakelaars aan en uit kunt zetten. Daar rook ik een paar weken terug een brandlucht. Roy rook het niet, dus hij was daar niet van overtuigd. Roy rookt, ruikt dus minder goed. We gaan vandaag naar het paneeltje kijken. Kan Roy de pomp weer installeren. 

Als het het paneel is dan hoop ik niet dat het komt door de installatie van het zonnepaneel. Dat is door een gespecialiseerd bedrijf gedaan. Maar ja, we zitten in Frankrijk met de corona, dus aan enige garantie hebben we nu niet veel, we kunnen toch niet even langs gaan.Zolang we op la Caille zitten is het ook niet zo erg. We kunnen elke dag water halen als dat nodig is en we lopen zo met de afwas naar de camping afwashoek. We staan geparkeerd op de parkeerplaats tegenover Conny’s huis, aan de zijkant van haar huis is een heel klein toiletblokje met aanrechtje erin om af te wassen. 

Tijdens het ontbijt valt mijn oog op het boek Grote Verwachtingen, In Europa deel 2 van Geert Mak. Roy vertelt af en toe wat hij leest. Nou, niets dan ellende hoor. Allemaal cijfers en dingen over banken en politiek en hoe die verwachtingen natuurlijk niet uitkwamen. Wij hadden ook grote verwachtingen, alleen hadden we, en hebben we nog steeds niet geen idee wat we verwachten. Dus het feit dat we hier in een impasse zitten, is misschien niet helemaal in de lijn der verwachting, maar ook niet vervelend. 

Gisteravond stuurde Loeki ons mijn horoscoop op, mijn maanteken blijkt kreeft: My home is my castle. Dus ik gisteren op internet verder gelezen en ik moest volgens de horoscoop voorspellingen me dit jaar meer verdiepen in de dromen en verlangens van mijn partner, om elkaar beter te leren kennen en op elkaar in te spelen. Dus wat zijn Roys dromen, wat zijn mijn dromen? We kwamen tot de conclusie dat we best tevreden zijn, we leven nu onze droom. Ik zou nog wel dat kasteeltje willen en Roy nog een expositie, eventueel dan maar in het Prada. Dus tja, simpel toch? Het zou mooi zijn als we dat dit jaar voor elkaar krijgen. Ook voor u lezer, leuk om te onthouden. Een expo en een kasteel. Grote verwachtingen! 2020! 

 

Het dagritme begint te wennen, het hebben van heel slecht internet, geen televisie. Het jezelf vermaken. De dagen vliegen voorbij, ik heb een rozenborder ontdaan van onkruid en rozen wildgroei, legde wat keien recht. Terwijl ik bezig was met het trekken van het gras, liep Lenny langs: “ Ik had allemaal nieuwe plantjes rondom het peuterbad geplant met het boomschors erom, het was zo mooi! Nu hebben de kippen het gisteren helemaal omgewoeld en mijn planten kapot gemaakt! Ze moeten van mijn planten afblijven!” Ach jee, dat is wel sneu, het zag er echt mooi uit en ze had al over een ander perk net gespannen, maar niet over dit perk en de winkels zijn dicht dus meer netten halen kan niet. Ik kijk naar het rozenperkje. Vorig jaar had ik het ook heel mooi gemaakt, net zoals andere perkjes, we hadden er ook een laag paardenmest opgegooid, lekker voer voor de rozen. Dat zou de kippen nog tegen kunnen houden. Nou niets hoor, het maakt ze niets uit. Ze vinden het heerlijk om in de paardenstront te liggen, een lekker poep en zandbad te nemen en vervolgens lekker in de zon te gaan liggen. Ik sta in de border, achter me, op de weg ligt een berg onkruid. Er staat ineens een kip achter me. Ze kijkt me aan van: ‘Mag ik al?’ of ‘ Is het wat?’ Als een kind die staat te wachten tot het zwembad open is. Nee, je mag niet en het is ook niets. Ze twijfelt, kijkt nog even en loopt weer verder. Ze zal morgen wel met haar vriendinnen komen, gaan ze lekker badderen en hangen. Ze zijn met 4 meiden. Meneer de haan heeft ze flink onder controle, hij neemt ze overal mee naar toe en om het half uur dekt hij een hen. Zo lopen ze met zijn allen het terrein af. Het is natuurlijk maar een kwestie van uren of hooguit twee dagen voordat ze een kijkje gaan nemen in het nu nog enigszins nette rozenperkje. Ik heb niet echt mijn best gedaan om het netjes te maken, er ligt een laag van de oude droge paardenmest van vorig jaar en veel bladeren die ik lekker laat liggen, handig tegen onkruid en ik weet toch dat het met de kippen in de buurt niet uit maakt. 

Het is vandaag heerlijk zonnig, maar nog wel wat fris, Roy heeft wel even geschilderd, maar hij heeft zich meer bezig gehouden met kleine klusjes. Een plastic hand ophangen in de camper en een stokje voor Lorre de papegaai die nu aan het plafond hangt. Het wordt steeds leuker in de camper! Ik moet echt weer eens wat sfeerfoto’s maken voor op Instagram.

 

Kleding en MB’s

Terwijl ik de was vouw besef ik me dat dit de eerste was is die ik met de wasmachine heb gedaan. 

Ik heb al eerder wat shirts, sokken en onderbroeken gewassen, maar nu was het wat meer grote dingen; broeken en jurken. Ondanks dat we nu 25 dagen onderweg zijn, hebben we haast geen vuile was. De wasmachine was niet eens gevuld. Ik draag dan ook al sinds ons vertrek dezelfde wollen trui met daarover een vest. Daaronder zitten twee lagen t-shirt, dus stinken gaan ze niet. Door de kou van het vroege voorjaar en het feit dat ik ook maar één trui en een paar dunne vestjes bij me heb, maken ik ook weinig vies. En tja, als je weken lang op het platteland zit, wat maakt het dan uit hoe je er uit ziet? Soms loop ik dagenlang in mijn fleece huisbroek, die zit lekker en is warm. Daaronder draag ik dag in, dag uit mijn rode plastic instapschoenen, een soort crocs maar dan zonder gaatjes. Je krijgt er zweetvoeten in, maar ze zijn zo handig met het in- en uitlopen van huizen. Buiten is het vaak blubberig of er is weer eens gras gemaaid zodat je allerhande vuil mee naar binnen loopt, en ook al ben ik niet gewend op binnen mijn schoenen direct uit te doen, dan is het nu toch wel handig. 

Diezelfde handige schoenen hebben er trouwens wel voor gezorgd dat ik nu met een pijnlijke pols zit. 

Als ik van de camper naar de gite loop is er een hoogteverschil. Je kunt het paadje aflopen dat in een u-vorm loopt, of je neemt de shortcut, gewoon het holletje af, maar dit is gras met aarde, en kan vrij glad zijn omdat het stijl is. Tot nu toe heb ik mijzelf kunnen weerhouden om met mijn rode schoenen het holletje af te lopen omdat deze gladde zolen hebben en ik weet dat je dan snel valt. 

Tot vanmorgen..zo stom! Na de eerste stap glij ik uit en vang ik mijzelf op met mijn sterkste hand, links. Ik ben linkshandig. Nu heb ik dus een pijnlijke pols. Ik heb nog wel even met de zware schuurmachine twee pilaren geschuurd en er eentje geschilderd, maar toen moest ik echt toegeven aan mijn pols die niet verder wilde. Ik heb van Lenny Arnica druppeltjes gehad. Lenny was toen ze in Nederland woonde homeopaat. Heel handig! Hopelijk helpt het. Ik merk nu nog geen verschil.

Het is vandaag zaterdag en bovendien heel mooi weer, ik denk iets van 19 graden.  Ik had tegen mijzelf gezegd niet op de computer te gaan werken, want dan zit ik weer binnen. Maar ja, met een pijnlijke pols kun je niet zoveel. Dus daar zat ik, toch weer een voedingsadvies te schrijven, in de koude gite. Het werk moest toch gedaan worden. Mijn straf voor niet naar mijn intuïtie te luisteren. 

Als ik dan zo wat gewerkt heb en terug ben bij de camper zou ik mijzelf even uit willen zetten. De TV aan of iets op youtube kijken ofzo. Maar in de camper hebben we geen internet. Roys tien gigabytes van zijn super abonnement zijn op en zijn Gb’s worden per tien april pas weer aangevuld. Ook al keek ik thuis niet veel tv, ik merk dat ik het toch wel mis. Even helemaal niets, gewoon een filmpje kijken. Om mijzelf MB’s te besparen en ruimte te maken op mijn telefoon, heb ik de facebook app ook al verwijderd. Mijn goede daad voor deze maand. (Gelukkig is de maand bijna afgelopen! Meer goede daden moet ik niet gaan doen hoor!). Dus nou ja, in de camper mis ik mijn dagelijkse dingetjes. Het ontspannen en mijn hoofd leeg maken. Ik heb inmiddels wel een boek gelezen, over een twintiger die op zoek is naar de hemel, met van die vraagstukken die een twintiger heeft. Ik vond het een beetje om te gapen omdat je denkt, jaaa, weet ik toch. Maar heb het toch grotendeels uitgelezen omdat de camino naar Santiago de Compostela er goed in beschreven werd. Toch leuk om dat ook een mee te maken. Gisteren ben ik begonnen aan een boek van Paul Theroux, de Gelukkige eilanden. Ook weer reizen, om maar in het thema te blijven en qua schrijfstijl een zegen vergeleken met het vorige boek, dat wat kinderlijk geschreven was. Maar zodra ik ga lezen wil ik alleen maar schrijven, dat heb ik meestal. Dus na twee pagina’s leg ik het boek dan toch weer weg.

Deze avond ga ik in plaats van lezen, een DVD kijken, de serie van Annie MG Schmidt. We hebben destijds die box gekocht omdat ik zo blij werd van de serie en ik vond dat het een klassieker was die we moesten hebben. Vervolgens ligt die box natuurlijk in de kast, nooit naar gekeken. En dan, vanavond, komt het voor het eerst sinds jaren weer uit de kast! 

Ik weet niet of Roy zin heeft om mee te kijken, hij leest een boek van Toon Tellegen, iets met Rusland, iets met inspiratiebron voor schrijvers zei hij. Korte verhalen. Hij wisselt Toon Tellegen af met het nieuwe boek van Geert Mak, in Europa 1999-2019. Feiten. Het is zeven uur ‘s avonds geweest, best vroeg. We hebben al gegeten, ik wil thee en ik wil Annie. Dat wordt vroeg in slaap vallen vanavond denk ik. Tenzij Bagel weer zijn ronde gaat doen.