Categorie: On the road

Grote verwachtingen

Talking about the devil, of eerder angel, Roy was de afgelopen twee nachten heel de nacht stil! Niet dat dat mij weerhield om weer eens vroeg wakker te zijn. Met de verandering naar zomertijd scheelde het wel weer een uurtje. Ik stond vanochtend dan om half acht op, dus best normaal, om naar de wc te gaan en de kachel aan te doen. Nog even een half uurtje terug. Om acht uur was het inmiddels vijf graden. Snel de tweede kachel er bij aan voor een boost. Dan is het een half uur later alweer negen graden. Vannacht was het min vier! Om negen uur was het buiten rond het vriespunt. 

We zitten nog steeds met een half verlichtte camper en een waterpomp die het niet doet. Roy was ervan overtuigd dat de waterpomp de kortsluiting veroorzaakte. Ik niet, want de pomp deed het nog na de kortsluiting. Dus nou heeft hij gisteravond toch de waterpomp eruit gehaald. Ik liep af en aan met kommetjes water wat uit de leiding kwam die naar de waterpomp toeliep, de boiler moest ook nog leeg.. Dus nadat we een uur bezig waren geweest, haalde ik de andere zekering met dezelfde ampere uit het zekeringblokje en stop deze heel voorzichtig in zijn huisje, maar al bij het aanraken van het metaal komt er een vonkje. Snel terug in zijn andere vakje. Direct begint Billie Holiday te zingen dat ze zo lelijk is en ook geen mooi haar heeft maar dat ze eigenlijk de droom van iedere man is. Daar wordt je af en toe best moe van. Het blijft heel de avond in je hoofd zitten, af en toe gooit een van ons twee er een soort kattengemauw uit wat dan door moet gaan voor Billie Holiday. De radio/cd speler gaat automatisch aan als de zekering in zijn behuizing stopt…

Er was dus nog steeds sluiting, dus het was niet de pomp. Ik denk dat het het panel is waar je alle metertjes op ziet en waar de knopjes opzitten om de pomp en schakelaars aan en uit kunt zetten. Daar rook ik een paar weken terug een brandlucht. Roy rook het niet, dus hij was daar niet van overtuigd. Roy rookt, ruikt dus minder goed. We gaan vandaag naar het paneeltje kijken. Kan Roy de pomp weer installeren. 

Als het het paneel is dan hoop ik niet dat het komt door de installatie van het zonnepaneel. Dat is door een gespecialiseerd bedrijf gedaan. Maar ja, we zitten in Frankrijk met de corona, dus aan enige garantie hebben we nu niet veel, we kunnen toch niet even langs gaan.Zolang we op la Caille zitten is het ook niet zo erg. We kunnen elke dag water halen als dat nodig is en we lopen zo met de afwas naar de camping afwashoek. We staan geparkeerd op de parkeerplaats tegenover Conny’s huis, aan de zijkant van haar huis is een heel klein toiletblokje met aanrechtje erin om af te wassen. 

Tijdens het ontbijt valt mijn oog op het boek Grote Verwachtingen, In Europa deel 2 van Geert Mak. Roy vertelt af en toe wat hij leest. Nou, niets dan ellende hoor. Allemaal cijfers en dingen over banken en politiek en hoe die verwachtingen natuurlijk niet uitkwamen. Wij hadden ook grote verwachtingen, alleen hadden we, en hebben we nog steeds niet geen idee wat we verwachten. Dus het feit dat we hier in een impasse zitten, is misschien niet helemaal in de lijn der verwachting, maar ook niet vervelend. 

Gisteravond stuurde Loeki ons mijn horoscoop op, mijn maanteken blijkt kreeft: My home is my castle. Dus ik gisteren op internet verder gelezen en ik moest volgens de horoscoop voorspellingen me dit jaar meer verdiepen in de dromen en verlangens van mijn partner, om elkaar beter te leren kennen en op elkaar in te spelen. Dus wat zijn Roys dromen, wat zijn mijn dromen? We kwamen tot de conclusie dat we best tevreden zijn, we leven nu onze droom. Ik zou nog wel dat kasteeltje willen en Roy nog een expositie, eventueel dan maar in het Prada. Dus tja, simpel toch? Het zou mooi zijn als we dat dit jaar voor elkaar krijgen. Ook voor u lezer, leuk om te onthouden. Een expo en een kasteel. Grote verwachtingen! 2020! 

 

Het dagritme begint te wennen, het hebben van heel slecht internet, geen televisie. Het jezelf vermaken. De dagen vliegen voorbij, ik heb een rozenborder ontdaan van onkruid en rozen wildgroei, legde wat keien recht. Terwijl ik bezig was met het trekken van het gras, liep Lenny langs: “ Ik had allemaal nieuwe plantjes rondom het peuterbad geplant met het boomschors erom, het was zo mooi! Nu hebben de kippen het gisteren helemaal omgewoeld en mijn planten kapot gemaakt! Ze moeten van mijn planten afblijven!” Ach jee, dat is wel sneu, het zag er echt mooi uit en ze had al over een ander perk net gespannen, maar niet over dit perk en de winkels zijn dicht dus meer netten halen kan niet. Ik kijk naar het rozenperkje. Vorig jaar had ik het ook heel mooi gemaakt, net zoals andere perkjes, we hadden er ook een laag paardenmest opgegooid, lekker voer voor de rozen. Dat zou de kippen nog tegen kunnen houden. Nou niets hoor, het maakt ze niets uit. Ze vinden het heerlijk om in de paardenstront te liggen, een lekker poep en zandbad te nemen en vervolgens lekker in de zon te gaan liggen. Ik sta in de border, achter me, op de weg ligt een berg onkruid. Er staat ineens een kip achter me. Ze kijkt me aan van: ‘Mag ik al?’ of ‘ Is het wat?’ Als een kind die staat te wachten tot het zwembad open is. Nee, je mag niet en het is ook niets. Ze twijfelt, kijkt nog even en loopt weer verder. Ze zal morgen wel met haar vriendinnen komen, gaan ze lekker badderen en hangen. Ze zijn met 4 meiden. Meneer de haan heeft ze flink onder controle, hij neemt ze overal mee naar toe en om het half uur dekt hij een hen. Zo lopen ze met zijn allen het terrein af. Het is natuurlijk maar een kwestie van uren of hooguit twee dagen voordat ze een kijkje gaan nemen in het nu nog enigszins nette rozenperkje. Ik heb niet echt mijn best gedaan om het netjes te maken, er ligt een laag van de oude droge paardenmest van vorig jaar en veel bladeren die ik lekker laat liggen, handig tegen onkruid en ik weet toch dat het met de kippen in de buurt niet uit maakt. 

Het is vandaag heerlijk zonnig, maar nog wel wat fris, Roy heeft wel even geschilderd, maar hij heeft zich meer bezig gehouden met kleine klusjes. Een plastic hand ophangen in de camper en een stokje voor Lorre de papegaai die nu aan het plafond hangt. Het wordt steeds leuker in de camper! Ik moet echt weer eens wat sfeerfoto’s maken voor op Instagram.

 

Kleding en MB’s

Terwijl ik de was vouw besef ik me dat dit de eerste was is die ik met de wasmachine heb gedaan. 

Ik heb al eerder wat shirts, sokken en onderbroeken gewassen, maar nu was het wat meer grote dingen; broeken en jurken. Ondanks dat we nu 25 dagen onderweg zijn, hebben we haast geen vuile was. De wasmachine was niet eens gevuld. Ik draag dan ook al sinds ons vertrek dezelfde wollen trui met daarover een vest. Daaronder zitten twee lagen t-shirt, dus stinken gaan ze niet. Door de kou van het vroege voorjaar en het feit dat ik ook maar één trui en een paar dunne vestjes bij me heb, maken ik ook weinig vies. En tja, als je weken lang op het platteland zit, wat maakt het dan uit hoe je er uit ziet? Soms loop ik dagenlang in mijn fleece huisbroek, die zit lekker en is warm. Daaronder draag ik dag in, dag uit mijn rode plastic instapschoenen, een soort crocs maar dan zonder gaatjes. Je krijgt er zweetvoeten in, maar ze zijn zo handig met het in- en uitlopen van huizen. Buiten is het vaak blubberig of er is weer eens gras gemaaid zodat je allerhande vuil mee naar binnen loopt, en ook al ben ik niet gewend op binnen mijn schoenen direct uit te doen, dan is het nu toch wel handig. 

Diezelfde handige schoenen hebben er trouwens wel voor gezorgd dat ik nu met een pijnlijke pols zit. 

Als ik van de camper naar de gite loop is er een hoogteverschil. Je kunt het paadje aflopen dat in een u-vorm loopt, of je neemt de shortcut, gewoon het holletje af, maar dit is gras met aarde, en kan vrij glad zijn omdat het stijl is. Tot nu toe heb ik mijzelf kunnen weerhouden om met mijn rode schoenen het holletje af te lopen omdat deze gladde zolen hebben en ik weet dat je dan snel valt. 

Tot vanmorgen..zo stom! Na de eerste stap glij ik uit en vang ik mijzelf op met mijn sterkste hand, links. Ik ben linkshandig. Nu heb ik dus een pijnlijke pols. Ik heb nog wel even met de zware schuurmachine twee pilaren geschuurd en er eentje geschilderd, maar toen moest ik echt toegeven aan mijn pols die niet verder wilde. Ik heb van Lenny Arnica druppeltjes gehad. Lenny was toen ze in Nederland woonde homeopaat. Heel handig! Hopelijk helpt het. Ik merk nu nog geen verschil.

Het is vandaag zaterdag en bovendien heel mooi weer, ik denk iets van 19 graden.  Ik had tegen mijzelf gezegd niet op de computer te gaan werken, want dan zit ik weer binnen. Maar ja, met een pijnlijke pols kun je niet zoveel. Dus daar zat ik, toch weer een voedingsadvies te schrijven, in de koude gite. Het werk moest toch gedaan worden. Mijn straf voor niet naar mijn intuïtie te luisteren. 

Als ik dan zo wat gewerkt heb en terug ben bij de camper zou ik mijzelf even uit willen zetten. De TV aan of iets op youtube kijken ofzo. Maar in de camper hebben we geen internet. Roys tien gigabytes van zijn super abonnement zijn op en zijn Gb’s worden per tien april pas weer aangevuld. Ook al keek ik thuis niet veel tv, ik merk dat ik het toch wel mis. Even helemaal niets, gewoon een filmpje kijken. Om mijzelf MB’s te besparen en ruimte te maken op mijn telefoon, heb ik de facebook app ook al verwijderd. Mijn goede daad voor deze maand. (Gelukkig is de maand bijna afgelopen! Meer goede daden moet ik niet gaan doen hoor!). Dus nou ja, in de camper mis ik mijn dagelijkse dingetjes. Het ontspannen en mijn hoofd leeg maken. Ik heb inmiddels wel een boek gelezen, over een twintiger die op zoek is naar de hemel, met van die vraagstukken die een twintiger heeft. Ik vond het een beetje om te gapen omdat je denkt, jaaa, weet ik toch. Maar heb het toch grotendeels uitgelezen omdat de camino naar Santiago de Compostela er goed in beschreven werd. Toch leuk om dat ook een mee te maken. Gisteren ben ik begonnen aan een boek van Paul Theroux, de Gelukkige eilanden. Ook weer reizen, om maar in het thema te blijven en qua schrijfstijl een zegen vergeleken met het vorige boek, dat wat kinderlijk geschreven was. Maar zodra ik ga lezen wil ik alleen maar schrijven, dat heb ik meestal. Dus na twee pagina’s leg ik het boek dan toch weer weg.

Deze avond ga ik in plaats van lezen, een DVD kijken, de serie van Annie MG Schmidt. We hebben destijds die box gekocht omdat ik zo blij werd van de serie en ik vond dat het een klassieker was die we moesten hebben. Vervolgens ligt die box natuurlijk in de kast, nooit naar gekeken. En dan, vanavond, komt het voor het eerst sinds jaren weer uit de kast! 

Ik weet niet of Roy zin heeft om mee te kijken, hij leest een boek van Toon Tellegen, iets met Rusland, iets met inspiratiebron voor schrijvers zei hij. Korte verhalen. Hij wisselt Toon Tellegen af met het nieuwe boek van Geert Mak, in Europa 1999-2019. Feiten. Het is zeven uur ‘s avonds geweest, best vroeg. We hebben al gegeten, ik wil thee en ik wil Annie. Dat wordt vroeg in slaap vallen vanavond denk ik. Tenzij Bagel weer zijn ronde gaat doen.

 

Ontspullen

Gisteren is er een bord gebroken, en o ja, wat ik ook nog moest vertellen. We hebben kortsluiting gehad. De helft van de verlichting doet het niet meer en we denken dat de waterpomp de oorzaak is. We weten alleen niet hoe we het kunnen meten, we hebben geen spanningsmeter of hoe heet zo’n ding. En de winkels zijn dicht. Dus kwestie van geduld. Nu dus geen water uit de kraan en minder verlichting. Ach, er zijn ergere dingen, echt missen doen we het niet.

Afijn, er is dus een bord gebroken. De afwasteil stond op de grond, ja, we zetten die teil echt overal neer. Op de bank, op bed, op de grond. Overal behalve het aanrecht omdat die heel erg klein is. De teil stond op de grond en Roy was in een boven keukenkast bezig iets te pakken en hij stootte zo het deurtje eruit. Er zitten van die handige scharniertjes in waardoor je de deur er zo naar boven af kunt schuiven, iets te makkelijk dus. Het deurtje viel op de grond, op de afwas. Omdat ik het eetcomfort van thuis niet op wilde geven hebben we onze borden van thuis meegenomen. Veel te veel borden. Twee grote turquoise, vier normale en vier ontbijtbordjes, met de filosofie dat je dan niet zo vaak hoeft af te wassen, dat dus tien aardewerken borden. Veel te veel blijkt nu. Want je moet toch afwassen omdat je geen plek hebt om de vuile vaat te neer te zetten. Nu hebben we nog 3 normale borden. Langzaam zal het probleem zich dan vanzelf oplossen…. Afijn, we hebben dus te veel mee. Een klassieker, je leest ook bij anderen. Een stel die ik volg op instagram woont in een campervan, een omgebouwd busje. Zij begonnen net zoals wij in een grote camper, omdat je denkt dat je dat minstens nodig hebt als je je huis en haard verlaat. Ze kwamen erachter dat je eigenlijk helemaal niet zoveel nodig hebt. Wij merken nu dat wij ook teveel bij ons hebben. Teveel borden, teveel pannen, teveel kleding, teveel boeken, teveel tekenpapier. Je hebt dus echt niet veel nodig. Dus als we ooit nog eens terug in Rotterdam zijn, gaan we wat spullen uit de camper gooien. 

 

Boodschappen doen in het Corona tijdperk

Eergisteravond heeft Macron de regels aangescherpt, sommige steden hebben nu een avondklok, en sporten mag alleen als je alleen bent. Het schijnt dat iedere keer als Macron de regels aanscherpt, het druk is in de supermarkt, mensen gaan nog meer hamsteren. Gisterochtend, de ochtend na de aankondiging wilde ik boodschappen doen. Ik ging met de auto van Lora en Arnold omdat dit een niet opvallend autootje is met Frans kenteken. Het was tien uur ‘s ochtends, ik reed richting Bourbon en voelde toch enige spanning. Ik had nog geen grote boodschap gedaan en dacht:” O jee, straks moet ik poepen!” en als ik moet dan moet ik ook echt. Dus nou ja, sorry voor de intimiteit, maar het is wel van toepassing op het verhaal. Ik reed vervolgens Bourbon binnen, ik kom dan eerst langs de Aldi, daar was het druk, er waren ook veel busjes. Nee, niet de Aldi, ik ga naar de naastgelegen Carrefour, dan ik meteen kijken of ik nog het oud-papier weg kan gooien en daar even naar de wc kan gaan. Ik reed het parkeerterrein op, stopte bij de TRI hoek, maar alle containers zaten overvol. Op de een of andere manier heeft de lokale overheid besloten dat recyclen niet iets is wat je doet tijdens een crisis. Ik stapte weer in de auto om de auto te parkeren. Toen zag dat er voor de ingang van de Carrefour een medewerkster op de stoep stond, ik herkende als een van de cassiere. Ze keek naar een briefje van een klant en gaf het vervolgens weer terug. Toen zag ik dat er achter de klant, nog minstens tien klanten stonden, met karretjes.Ze mochten niet naar binnen en keken verveeld en geërgerd om zich heen. Ze keken ook naar mij, omdat ik meteen weer wegreed. Zo van: ‘Rij jij maar lekker weg, maar wij staan hier!’ De cassiere dame keek er een beetje wanhopig bij: ‘Ja,ik kan er ook niets aan doen.’ Ik had t

toen wel door dat even naar de WC gaan bij de Carrefour er niet in zat en besloot niet in die rij te gaan staan, maar rechtsomkeert te gaan richting La Caille. En geluk bij een ongeluk reed er net toen ik de sortie naderde, een Gendarmerie auto het terrein op. Er was blijkbaar een controle, de mensen mochten niet naar binnen de de Gendarmerie ging daar iets doen. Misschien controleren of mensen wel daadwerkelijk een formulier hadden ingevuld? Dat zou wel kinderachtig zijn.

Ik was dus heel blij dat mijn darmen mij naar huis hadden gestuurd. Als ik daar in de rij was gaan staan, had de gendarme gezien dat ik Nederlandse was en me natuurlijk ondervraagt. En dan was het maar de vraag geweest of ik mocht blijven. Achteraf gezien, ik heb ondertussen op de website van de Nederlandse Ambassade gekeken, mag je als buitenlander wel hier zijn, als je je maar, net zoals de andere Fransen, aan de regels houdt.

Voor de zekerheid is Lotte vanmiddag voor ons boodschappen gaan doen. Heel erg lief en we zijn heel blij dat we nu voldoende eten hebben! Morgen haal ik nog wat bij de Biowinkel die je vanaf hier door onverharde groene paadjes wandelend kunt bereiken en dat zijn we veel geld minder en eten rijker!

 

Het weer is gelukkig goed, afgelopen nachten vroor het twee graden en in de ochtend was het 5 graden in de camper. Ik zet dan snel de kachel aan en we hebben afgelopen dagen nog een keramisch kacheltje erbij geplaatst om het in de avond en in de ochtend even snel warm te maken. Als het dan zo’n 14 tot 16 graden is, voelt het alsof het 20 graden is, lekker warm dus. De hemel is al twee dagen helemaal blauw, geen wolkje te zien. Dus het warm dan overdag op naar 13 graden met zon en weinig wind waardoor je met de lunch lekker buiten kan zitten. Ik heb dan wel standaard vier lagen kleding aan. Een t-shirt korte mouwen, een t-shirt lange mouwen, een wollen trui (met dank aan nicht Edith, die deze een paar maanden terug aan mij doneerde. Ik heb het idee dat ik de trui sinds dag één niet meer uit heb gedaan!) en een vest. 

Meestal loop ik dan na het ontbijt naar de gite, waar het altijd fris is en waar er wifi is, als is deze sinds de lockdown heel slecht. Vanmiddag kon ik zelfs geen email van slechts één zin verzenden. Na een uurtje of twee mails en vragen beantwoorden van klanten, ga ik da de lunch klaar maken. Vandaag vond ik het een mooie dag om de buitenkant van de camper schoon te maken.De onderste rand is van plastic en we denken dat deze al ettelijk jaren niet echt is schoongemaakt, er zit een laag algen en vuil op. Er groeien nog net geen plantjes op. Terwijl ik schoonmaak, komen Cedric van 6 en zijn broertje Alex van 2 aanlopen. Achter de camper staat namelijk een hek waar aan de kant van de camper allemaal blokken rond, nog te hakken hout opgestapeld liggen. Ongeveer tachtig centimeter hoog. Gisteren, terwijl wij in de camper aan het eten waren, heeft Cedric Alex geholpen op het hout te klimmen. En Alex vond het geweldig spannend! We hielden ze in de gaten want Alex was wat moe en wankelde af en toe op zijn benen. Hij stond daar trots op zichzelf met een speen in zijn mond en een knuffel in zijn hand, af en toe in zijn ogen te wrijven. Na een wankel moment heb ik hem er toch maar vanaf getild. Cedric vond dat onzin, want hij kon heel goed op zijn broertje letten, want hij was al 11. Ik zei nou 11 is een beetje veel he. Na lang wikken en wegen, toen hij zag dat ik het echt niet geloofde, zei hij, ok, ik ben acht. Ik zei ok, is goed. Cedric klom vervolgens in de Vederceder struik/boom achter het hek en brak de dode takjes af. Alex is zo’n ideaal kind dat gek is op schoonmaken en opruimen en raapte dus alle gevallen takjes op, om deze op een grote hoop met takken in een hoek te gooien. Een goed team! 

Vanmorgen kwamen ze dus, tijdens het schoonmaken, weer aangelopen. “Je peux monter, je peux monter!”(ik wil klimmen)  Ik stopte met soppen en hielp hem een handje, ik vond het toch een eng idee om hem alleen op die stapel te laten klimmen. Na een paar minuten was hij er klaar mee want Cedric zat ondertussen alweer in de boom. De boom is oud en ik moet goed opletten dat Cedric niet te hoog gaat en op te dunne takken gaat staan die wel eens zomaar af kunnen breken. Alex droop af. Cedric vond vele dode takjes die hij af kon breken. Ik legde de sopdoek dan maar helemaal weg en ging Cedric helpen en in de gaten houden dat hij geen levende takken afbrak. Het ging prima. Op een gegeven moment kwam hij een dikkere tak tegen die hij echt niet met zijn hand af kon breken. “Wacht, ik ben een special klein zaagje om takken af te zagen.” “ Nee”, zei Cedric, “ik wil een bijl.” Totdat ik hem de zaag liet zien. Dat vond hij wel wat. Ik twijfelde even of ik de zaag wel aan hem toe kon vertrouwen, hij stond daar in die boom en dan ook nog zagen. Na wat instructies van mijn kant, ging het echter prima en zo heeft Cedric al spelend toch maar mooi al dat dood hout uit de Vederceder gehaald. Ondertussen was Alex weer terug. Het takkenwerk was klaar en ging verder met schoonmaken. En natuurlijk hielp Alex mij mee totdat hij enkele minuten later weggeroepen werd. “ Alex maman tu t’appeler, tu doit rentré”. (Alex, mama roept je, j moet terugkomen.) Het fijne is, dat door de tripjes de afgelopen twee jaar mijn Frans vooruit is gegaan en ik nu mooi gesprekken met de kinderen kan hebben en ik nu ook de spreektaal leer. Zo betekent ‘ordi’, ordinateur (computer) en ‘pyj’ is kort voor pyjama. 

Cedric en Alex zijn de kinderen van Clarice en Martin, ze wonen net als wij in een camper, alleen hebben wij een originele camper en zij een verbouwde bus, ofwel camion. Ze zijn net een paar dagen voordat wij hier kwamen op La Caille aangekomen. Ze hadden drie maanden een huis in de buurt, maar besloten rond te gaan trekken met een camper. De eerste week verbleven zij in een kamer in de gite, met het plan om de laatste hand aan de campervan te leggen en  daarna verder te trekken. Maar toen kwam de lockdown. Nu slapen ze in hun wagen en eten en koken en douchen ze in de gite. Ze zijn nu officieel Woofers. Ze maken de gite schoon en houden het groen bij rond de gite. Hun kinderen spelen heel de dag op La Caille. Heel soms speelt Cedric ook met Luca en Mira, de meiden van Lora en Arnold. Maar dat is niet echt een goede match. Cedric is erg fysiek en weet wat hij wil en is eigenzinnig, Luca weet ook wat zij wil en is ook eigenzinnig, beetje dezelfde karakters. 

 

Voor de lunch bereidde ik een Indiase groentesoep met de King Masala kruidenmix die ik in Rotterdam had gekocht. Flink wat komijn en fenegriekblad erbij et voila, India! In de soep nog het laatste stukje van de Turkse peynir (romige feta), ook nog uit Rotterdam, een flinke hand pompoenpitten, gekookte quinoa en cashewnoten gebakken in kokosolie. 

Rond twee uur ‘s middags gaan we lunchen en Roy had heel de ochtend geschuurd en geschilderd dus de soep ging er goed in. Hij voegt dan ook nog Surinaamse aardappelchutney toe, een sambal met aardappel en madame Jeanette. 

Na de lunch beitste en repareerde hij nog een houten bank en zo vliegen de dagen voorbij. 

De komende week schijnt het wel kouder te worden, 5 graden overdag! Dat betekent niet schilderen en ook geen tuinwerk. We moeten zuinig zijn op onze LPG omdat we niet kunnen tanken, daarvoor moeten we naar Moulins en dat is toch een risico. 

Count your blessings, een corona overdenking.

Het blijft onwerkelijk, eind december brak er in China het Coronavirus uit om een maand later te arriveren in Europa, vooral Italië is zwaar getroffen. Vanuit het niets is het ineens een oorlogssituatie met niemand die je het kwalijk kan nemen. We voelen ons als onderduikers, stiekem bij iemand op het platteland, uit het zicht blijven van de politie. 

Niemand die weet dat wij hier zijn, althans soort van, als je een beetje op Facebook en Instagram kijkt weet je zo waar we zitten en op Polarsteps kun je zelfs onze wandelingen in de omgeving bekijken. Ik weet niet of ik daar goed aan doe, maar ja, we zien wel. We hopen dat we hier niet nog maanden zitten, mocht dat wel zo zijn dan is dat ik niet zo erg. We vermaken ons hier prima en worden warm en hartelijk verzorgd met electra en water. We count our blessings zal ik maar zeggen. 

Het belangrijkste is dat de Franse politie ons niet naar huis stuurt. Dus we blijven keurig op La Caille en maken af en toe een wandeling naar de buren en doen de boodschappen, verder niet. ‘s Morgens als ik mijn ogen open doe, moet ik nog steeds aan wennen aan het idee dat ik boven in de alkoof in de camper slaap. Soms word ik wakker en denk ik dat ik thuis ben, in Rotterdam. Maar nee, we zitten in een camper. Dat betekent nu in deze situatie, met buiten nog geen warme dagen, dat ik, omdat ik altijd als eerste wakker ben, meestal rond zeven uur des ochtends, me uit de alkoof glijden. Eén been op de trap, en één been op de bank, dat blijkt makkelijker dan met twee benen het trappetje afstijgen. Ik zet de kachel aan en kleed me snel aan, het is dan zo’n 8 à 9 graden. Het gekke is dat ik het thuis in Rotterdam, met centrale verwarming, vaak kouder heb dan hier. Ik trek wel direct drie lagen kleding aan, maar als ik dan aan tafel ga zitten om te ontbijten of wat voor me uit te staren, heb ik het niet koud. Als het 16 graden in de camper is, voelen wij ons behaaglijk warm. Een kleine ruimte is in veel opzichten fijner. Het is warmer, het is gezelliger en je kunt vanuit je luie bank bij de eettafel zo bij de keukenkastjes en de koelkast, zonder op te staan. Alsof je in een aangepaste woning voor gehandicapten zit. Nadeel is dan weer dat ik ‘s morgens heel stil moet zijn omdat alleen een gordijntje mij scheidt van de nog slapende Roy. Hij komt een uur later uit bed. Samen drinken we thee en koffie en eten we wat. Rond tien uur gaan we dan werken, schilderen en schuren en ik moet ook vaak voor mijn eigen bedrijf werken. Alleen als mijn eigen werk klaar is, kom ik Roy helpen. Op zich is dat wel fijn, want binnen in een koude ruimte achter een computer werken terwijl buiten de zon schijnt is best suf. Ik kom dan koud uit de gite, waar ik wifi heb en mijn werk kan doen. Als ik dan eenmaal aan het schuren ben ik de zon, knap ik weer op, word ik weer warm. We werken tot een uur of drie, hebben een verlate lunch en klussen wat aan de camper of gaan wandelen. Van de week was het zulk lekker weer dat we Conny en Harmen in de namiddag zon hebben geborreld tot half acht, toen was de zon onder en werd het te koud, maar het voelde als een eerste zomerse avond. Heerlijk!

Hier op het platteland merk je niet veel van Corona, als je echt op het erf blijft en gewoon je ding doet, en geloof me, hier is ontzettend veel te doen nu de lente losbarst, kun je je gerust weken vermaken. Geen moment hoef je je te vervelen of stil te staan bij de situatie elders in de wereld. En daar zijn we heel dankbaar voor, net zoals we dankbaar zijn voor het feit dat we allebei werk hebben. Mijn consulten liepen nog door, aanstaande maandag weer een volle agenda en Roy heeft een betaalde schilderklus. Ik weet niet hoe mijn werk verder verloopt omdat de mensen nu voornamelijk met het Corona bezig zijn en niet veel geld uit zullen geven aan een voedingsplan. 

Toen Roy en ik vanmiddag aan het wandelen waren, kwamen we, net zoals zovelen met ons, tot de conclusie, dat zo’n lockdown een weldaad voor de natuur is. Het leek me een goed idee om ieder jaar een lockdown periode in te stellen zodat de natuur kan bijkomen. Direct daarna bedacht ik me dat we voorheen sowieso zulke dagen hadden: zondagen! Ik had de link nog niet gelegd tussen zondag rustdag voor de mensen, maar die zondag is dus ook heel belangrijk voor de natuur! Een dag waarop we niet veel verbruiken, niet winkelen, niet produceren. Tegenwoordig gaat alles 24/7 door. Eigenlijk zouden we dan ook geen auto moeten rijden. Het is zoals de christenen, geen auto rijden, geen tv kijken, totale rust. Ik ben er voor! Dat moeten we gewoon weer invoeren. Geen uitzendingen op tv. Geen internet. Dagen waarop je niets milieuvervuilends kan doen. Ja, natuurlijk is internet ook vervuilend. Een uur Netflix schijnt heel veel CO2 te veroorzaken. 

 

We moeten iets laten om de wereld een betere plek te maken om te leven. Een schonere wereld. Weer leren onszelf te vermaken. Dat kan niet anders dan positieve ontwikkelingen met zich mee brengen. De overheid en het bedrijfsleven wil ons aan de 5G, meer consumeren, meer internet verbruiken. Maar tegenover zou dan één dag, vooruit in de maand dan, moeten staan om de vervuiling terug te dringen. 

 

Op 16 maart 12:00 uur ging heel Frankrijk op slot, scholen, openbare gebouwen, cultuur, winkels alles ging dicht. Alleen de supermarkten, de bar/tabac, het gemeentehuis, de ziekenhuizen, dokters en de apotheek zijn nog open. De grenzen zijn ook dicht.Je kunt er wel uit, maar niet in. Ook in Nederland zitten veel mensen binnen thuis. Alleen is dit vrijwillig en wordt je niet beboet als je wel naar buiten gaat, wat in Frankrijk wel het geval is. Ga je de weg op, de straat op, zonder formulier waarop staat wat voor nuttigs je gaat doen, dan riskeer je een boete van 135,00 tot 375,00 euro. In Nederland denkt men dat de bevolking zelf kan bedenken wat het moet doen, maar tot nu toe is het geen groot succes. Gisteren was het mooi weer en men ging massaal in de file naar het strand van Zandvoort om daar met zijn allen bij elkaar te zitten. Vandaag is er een amber alert uitgegaan van het RIVM, om vooral niet weg te gaan en binnen in je huis te blijven. Ik hoop dat het helpt. Maar als je niemand kent die het virus heeft of heeft gehad, lijkt het voor veel mensen een ver van mijn bed show. 

Hier in Frankrijk, we zijn nu bijna een week verder, lijkt iedereen zich te hebben aangepast. Waren de supermarkten op woensdag nog vrij makkelijk, je kon met contant geld betalen, personeel droeg geen maskers, en er waren geen schermen bij de kassa. Vrijdag was dit al anders. Alleen nog pinnen en de caissière was haast niet te zien. Wij halen eens per week eieren bij Le Panier Sympa in St. Menoux. Dan gaan we samen op de fiets, met een formulier op zak, in de hoop dat als we politie tegenkomen, ze geloven dat we op La Caille wonen. Want als je geen ingezetene bent, wordt je alsnog naar land van herkomst gestuurd. Tot nu toe heeft niemand die op la Caille verblijft en die heen en weer gereden heeft tussen Bourbon l’ Archambault en La Caille, een politieagent gezien. 

We rijden dan ook niet in de camper, we hebben één keer de auto van Lotte en Arnaud geleend, met Frans kenteken, om boodschappen te doen. Voor de zekerheid.

Het enige probleem wat we dreigen te krijgen, is dat de LPG tank straks leeg is, we kunnen alleen in Moulins LPG tanken, dat is hier 18 km vandaan. En dat is een risico, ziet de politie daar een Nederlandse camper dan weet je dat je naar huis moet. En thuis hebben we ons huis verhuurd. 

In de ban van de kroon

Vanaf 12:00 uur vandaag mag je in Frankrijk niet meer de weg op zonder een geldige reden. Deze redenen zijn geformuleerd op een attest, een formulier waarop je kunt aankruisen wat je gaat doen. Le Attestation de déplacement dérogatoire.

Op la Caille merk je daar weinig van, we zitten op het platteland en la Caille heeft 14 hectare eigen grond. Door de ernst van de zaak, zit iedereen wel op zijn eigen eiland. We leven hier nu met vier stellen waarvan twee met kinderen. We spreken elkaar haast niet. Iedereen moet wennen aan de nieuwe situatie, hoeveel afstand moet je houden? 

Als ik de volgende ochtend naar de gite ga en Martin, de man van het stel in de gite, tegenkom, zie ik dat hij maar uit voorzorg zijn trui voor zijn mond houdt.

Dinsdag is ook het weer opgeklaard, de regen lijkt eindelijk uit de lucht. Het is zo’n 15 graden en we genieten van het zonlicht. ‘s Avonds genieten we van een kampvuur, iedereen bakt pannenkoeken, de honden proberen wat eten te pikken, we zingen, en de Liese blijkt heel leuk gitaar te spelen. Er zijn ook nog twee kleine djembe’s naar buiten gebracht en Cedric de zoon van Martin en zijn vrouw Clarice speelt er op los.

De volgende ochtend vertrekken Sophie en Birit weer naar Duitsland. De Franse grenzen zijn dicht, maar je mag wel terug naar je eigen land.

Camperstandplaats in Moulins

We zijn naar Moulins geweest om weer LPG te tanken, we zijn nu weer 6 dagen verder en zijn benieuwd hoe het met het gas staat. We tanken voor €5,70. De literprijs is 0,80 dus je verbruikt 7 liter per 6 dagen. Dus zeg maar iets meer dan een liter per dag. Afhankelijk van de kou natuurlijk. Zomers is dit aanzienlijk minder. 

In Moulins is ook een camperstandplaats, we gaan hier kijken om te zien we hier ons vuil water kunnen lozen. De standplaats ligt aan de Allier, bij de grote brug waar iedere dag, in de spits, files staan. De twee baans brug is vanuit het centrum de enige weg om naar het westen te rijden, dus altijd druk, maar daar heb je op zich op de camperstandplaats weinig last van. De camperstandplaats lijkt de oude municipal camping te zijn geweest, zo’n 40 plaatsen schat ik en allemaal met gras om de standplaats heen. Er staan overal palen voor elektra en water. 

Alles is geautomatiseerd, er is geen personeel en je betaald met je bankpas. In het midden van de standplaats is het toiletgebouw, maar deze is gesloten in de winter. Al met al een heel mooie standplaats, het is er dan ook druk, er staan nu zo’n 20 campers. We kunnen alleen ons water lozen als we €2,40 betalen, de entree voor het park. Dat willen we niet, maar wel leuk om gezien te hebben. We besluiten om dan even het camperservice punt in Bourbon te gaan bekijken. Daar aangekomen blijk je hier prima je water te kunnen lozen, er is zelfs gratis water.

 

Terug aangekomen op La Caille besef ik dat ik Arnold, de man van Lora, nog steeds niet heb gezien, hij werkt vier ochtenden per week op de school en het lijkt wel of iedereen door het Coronavirus toch afstand houdt. 

Werken op La Caille

Roy is begonnen met het schilderwerk. Ik heb eergisteren mijn consulten gehad en zit voornamelijk iedere dag achter de computer mijn werk te doen. Het is nu anders hier te zijn dan voorheen. Aan de ene kant meer ontspannen omdat je niet leeft met het idee dat we hier iets van willen maken. We hadden voorheen allemaal plannen en ideeën en die konden dan geen werkelijkheid worden en dat frustreerde. Nu maakt het niet uit. We doen wat we doen, en hoeven niet in de toekomst te denken, alleen het nu.

Aan de andere kant is het meer werk. Maar dan ons eigen werk. Voorheen als we hier waren, hield ik wel mijn consulten, maar daar bleef het dan ook bij. Ik werkte ook iedere dag in de gite of in de tuin. Nu lijkt het wel of we nog moeten landen. Ik ben nog niet echt op la Caille, ik werk, maar voel nog geen behoefte om actief bezig te zijn. Alsof de overgang naar een nieuw leven alle energie vraagt. Het zal vast wel komen. Het is voor nu lastig om een balans te gaan vinden tussen het werk voor mijn bedrijf en het werken hier in de tuin. Want beide vind ik leuk en ik zou het liefst wel tuinieren, maar ik denk niet dat mijn cliënten het daar mee eens zijn.

Camperplaats Longpont

On y va! We begonnen onze rit vanuit Nieuw en St.Joosland waar we via de Westerscheldetunnel naar België zijn gereden. Om kosten te besparen proberen we zoveel mogelijk de peage te vermijden. We reden richting Arras en gingen er voor de peage af, richting Cambrai en van daaruit op de N-wegen richting Compiègne waar we een camperstandplaats hadden gezien bij een oude abdij ruïne in Longpont. Google wist ons te vertellen dat we er 3.45 minuten over zouden doen, wat bij ons meestal een uur langer betekent en in de praktijk bleken we er zelfs twee uur langer over te hebben gedaan. Onderweg stopten we voor wat eten kort bij een Intermarché. We hebben zin in wat komen gaat! Eerst in ieder geval twee weken naar La Caille en daarna door naar Langeac in het zuiden van de Auvergne.

De bouwstijl in de streek bij Longpont is verrassend mooi, natuurstenen huizen, grote boerderijen en hier en daar landhuizen c.q. kasteeltjes. Soissons de stad in de omgeving was in de 13e eeuw de hoofdstad van Frankrijk, wellicht verklaart dat het grote verschil met het meer noordelijke en triest aandoende Cambrai en omgeving. 

Het is jammer dat we hier maar één nacht overnachten, het is hier best de moeite waard.