Boodschappen doen in het Corona tijdperk

Eergisteravond heeft Macron de regels aangescherpt, sommige steden hebben nu een avondklok, en sporten mag alleen als je alleen bent. Het schijnt dat iedere keer als Macron de regels aanscherpt, het druk is in de supermarkt, mensen gaan nog meer hamsteren. Gisterochtend, de ochtend na de aankondiging wilde ik boodschappen doen. Ik ging met de auto van Lora en Arnold omdat dit een niet opvallend autootje is met Frans kenteken. Het was tien uur ‘s ochtends, ik reed richting Bourbon en voelde toch enige spanning. Ik had nog geen grote boodschap gedaan en dacht:” O jee, straks moet ik poepen!” en als ik moet dan moet ik ook echt. Dus nou ja, sorry voor de intimiteit, maar het is wel van toepassing op het verhaal. Ik reed vervolgens Bourbon binnen, ik kom dan eerst langs de Aldi, daar was het druk, er waren ook veel busjes. Nee, niet de Aldi, ik ga naar de naastgelegen Carrefour, dan ik meteen kijken of ik nog het oud-papier weg kan gooien en daar even naar de wc kan gaan. Ik reed het parkeerterrein op, stopte bij de TRI hoek, maar alle containers zaten overvol. Op de een of andere manier heeft de lokale overheid besloten dat recyclen niet iets is wat je doet tijdens een crisis. Ik stapte weer in de auto om de auto te parkeren. Toen zag dat er voor de ingang van de Carrefour een medewerkster op de stoep stond, ik herkende als een van de cassiere. Ze keek naar een briefje van een klant en gaf het vervolgens weer terug. Toen zag ik dat er achter de klant, nog minstens tien klanten stonden, met karretjes.Ze mochten niet naar binnen en keken verveeld en geërgerd om zich heen. Ze keken ook naar mij, omdat ik meteen weer wegreed. Zo van: ‘Rij jij maar lekker weg, maar wij staan hier!’ De cassiere dame keek er een beetje wanhopig bij: ‘Ja,ik kan er ook niets aan doen.’ Ik had t

toen wel door dat even naar de WC gaan bij de Carrefour er niet in zat en besloot niet in die rij te gaan staan, maar rechtsomkeert te gaan richting La Caille. En geluk bij een ongeluk reed er net toen ik de sortie naderde, een Gendarmerie auto het terrein op. Er was blijkbaar een controle, de mensen mochten niet naar binnen de de Gendarmerie ging daar iets doen. Misschien controleren of mensen wel daadwerkelijk een formulier hadden ingevuld? Dat zou wel kinderachtig zijn.

Ik was dus heel blij dat mijn darmen mij naar huis hadden gestuurd. Als ik daar in de rij was gaan staan, had de gendarme gezien dat ik Nederlandse was en me natuurlijk ondervraagt. En dan was het maar de vraag geweest of ik mocht blijven. Achteraf gezien, ik heb ondertussen op de website van de Nederlandse Ambassade gekeken, mag je als buitenlander wel hier zijn, als je je maar, net zoals de andere Fransen, aan de regels houdt.

Voor de zekerheid is Lotte vanmiddag voor ons boodschappen gaan doen. Heel erg lief en we zijn heel blij dat we nu voldoende eten hebben! Morgen haal ik nog wat bij de Biowinkel die je vanaf hier door onverharde groene paadjes wandelend kunt bereiken en dat zijn we veel geld minder en eten rijker!

 

Het weer is gelukkig goed, afgelopen nachten vroor het twee graden en in de ochtend was het 5 graden in de camper. Ik zet dan snel de kachel aan en we hebben afgelopen dagen nog een keramisch kacheltje erbij geplaatst om het in de avond en in de ochtend even snel warm te maken. Als het dan zo’n 14 tot 16 graden is, voelt het alsof het 20 graden is, lekker warm dus. De hemel is al twee dagen helemaal blauw, geen wolkje te zien. Dus het warm dan overdag op naar 13 graden met zon en weinig wind waardoor je met de lunch lekker buiten kan zitten. Ik heb dan wel standaard vier lagen kleding aan. Een t-shirt korte mouwen, een t-shirt lange mouwen, een wollen trui (met dank aan nicht Edith, die deze een paar maanden terug aan mij doneerde. Ik heb het idee dat ik de trui sinds dag één niet meer uit heb gedaan!) en een vest. 

Meestal loop ik dan na het ontbijt naar de gite, waar het altijd fris is en waar er wifi is, als is deze sinds de lockdown heel slecht. Vanmiddag kon ik zelfs geen email van slechts één zin verzenden. Na een uurtje of twee mails en vragen beantwoorden van klanten, ga ik da de lunch klaar maken. Vandaag vond ik het een mooie dag om de buitenkant van de camper schoon te maken.De onderste rand is van plastic en we denken dat deze al ettelijk jaren niet echt is schoongemaakt, er zit een laag algen en vuil op. Er groeien nog net geen plantjes op. Terwijl ik schoonmaak, komen Cedric van 6 en zijn broertje Alex van 2 aanlopen. Achter de camper staat namelijk een hek waar aan de kant van de camper allemaal blokken rond, nog te hakken hout opgestapeld liggen. Ongeveer tachtig centimeter hoog. Gisteren, terwijl wij in de camper aan het eten waren, heeft Cedric Alex geholpen op het hout te klimmen. En Alex vond het geweldig spannend! We hielden ze in de gaten want Alex was wat moe en wankelde af en toe op zijn benen. Hij stond daar trots op zichzelf met een speen in zijn mond en een knuffel in zijn hand, af en toe in zijn ogen te wrijven. Na een wankel moment heb ik hem er toch maar vanaf getild. Cedric vond dat onzin, want hij kon heel goed op zijn broertje letten, want hij was al 11. Ik zei nou 11 is een beetje veel he. Na lang wikken en wegen, toen hij zag dat ik het echt niet geloofde, zei hij, ok, ik ben acht. Ik zei ok, is goed. Cedric klom vervolgens in de Vederceder struik/boom achter het hek en brak de dode takjes af. Alex is zo’n ideaal kind dat gek is op schoonmaken en opruimen en raapte dus alle gevallen takjes op, om deze op een grote hoop met takken in een hoek te gooien. Een goed team! 

Vanmorgen kwamen ze dus, tijdens het schoonmaken, weer aangelopen. “Je peux monter, je peux monter!”(ik wil klimmen)  Ik stopte met soppen en hielp hem een handje, ik vond het toch een eng idee om hem alleen op die stapel te laten klimmen. Na een paar minuten was hij er klaar mee want Cedric zat ondertussen alweer in de boom. De boom is oud en ik moet goed opletten dat Cedric niet te hoog gaat en op te dunne takken gaat staan die wel eens zomaar af kunnen breken. Alex droop af. Cedric vond vele dode takjes die hij af kon breken. Ik legde de sopdoek dan maar helemaal weg en ging Cedric helpen en in de gaten houden dat hij geen levende takken afbrak. Het ging prima. Op een gegeven moment kwam hij een dikkere tak tegen die hij echt niet met zijn hand af kon breken. “Wacht, ik ben een special klein zaagje om takken af te zagen.” “ Nee”, zei Cedric, “ik wil een bijl.” Totdat ik hem de zaag liet zien. Dat vond hij wel wat. Ik twijfelde even of ik de zaag wel aan hem toe kon vertrouwen, hij stond daar in die boom en dan ook nog zagen. Na wat instructies van mijn kant, ging het echter prima en zo heeft Cedric al spelend toch maar mooi al dat dood hout uit de Vederceder gehaald. Ondertussen was Alex weer terug. Het takkenwerk was klaar en ging verder met schoonmaken. En natuurlijk hielp Alex mij mee totdat hij enkele minuten later weggeroepen werd. “ Alex maman tu t’appeler, tu doit rentré”. (Alex, mama roept je, j moet terugkomen.) Het fijne is, dat door de tripjes de afgelopen twee jaar mijn Frans vooruit is gegaan en ik nu mooi gesprekken met de kinderen kan hebben en ik nu ook de spreektaal leer. Zo betekent ‘ordi’, ordinateur (computer) en ‘pyj’ is kort voor pyjama. 

Cedric en Alex zijn de kinderen van Clarice en Martin, ze wonen net als wij in een camper, alleen hebben wij een originele camper en zij een verbouwde bus, ofwel camion. Ze zijn net een paar dagen voordat wij hier kwamen op La Caille aangekomen. Ze hadden drie maanden een huis in de buurt, maar besloten rond te gaan trekken met een camper. De eerste week verbleven zij in een kamer in de gite, met het plan om de laatste hand aan de campervan te leggen en  daarna verder te trekken. Maar toen kwam de lockdown. Nu slapen ze in hun wagen en eten en koken en douchen ze in de gite. Ze zijn nu officieel Woofers. Ze maken de gite schoon en houden het groen bij rond de gite. Hun kinderen spelen heel de dag op La Caille. Heel soms speelt Cedric ook met Luca en Mira, de meiden van Lora en Arnold. Maar dat is niet echt een goede match. Cedric is erg fysiek en weet wat hij wil en is eigenzinnig, Luca weet ook wat zij wil en is ook eigenzinnig, beetje dezelfde karakters. 

 

Voor de lunch bereidde ik een Indiase groentesoep met de King Masala kruidenmix die ik in Rotterdam had gekocht. Flink wat komijn en fenegriekblad erbij et voila, India! In de soep nog het laatste stukje van de Turkse peynir (romige feta), ook nog uit Rotterdam, een flinke hand pompoenpitten, gekookte quinoa en cashewnoten gebakken in kokosolie. 

Rond twee uur ‘s middags gaan we lunchen en Roy had heel de ochtend geschuurd en geschilderd dus de soep ging er goed in. Hij voegt dan ook nog Surinaamse aardappelchutney toe, een sambal met aardappel en madame Jeanette. 

Na de lunch beitste en repareerde hij nog een houten bank en zo vliegen de dagen voorbij. 

De komende week schijnt het wel kouder te worden, 5 graden overdag! Dat betekent niet schilderen en ook geen tuinwerk. We moeten zuinig zijn op onze LPG omdat we niet kunnen tanken, daarvoor moeten we naar Moulins en dat is toch een risico. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *