Tag: la caille

Kippen en insecten

Rond vijf uur ‘s middags zat ik buiten met Roy, hij was klaar met werken, las een boek en bakte een eitje. Ik bestudeerde de kip die overal tegen pikte, er stond een glazen pot met amandelen op tafel (die overigens geen amandelen zijn maar nog steeds abrikozenpitten en dat van de biobulk afdeling). Kip snapte maar niet waarom ze er niet bij kon. Ze zag ze toch echt. 

Buiten was het stil, de lucht was gevuld met het zwaar gezoem van insecten, overal insecten, er hing een rups aan draadje onder de eikenboom en de vogeltjes zongen vrolijk hun lied. Het was bewolkt en windstil. Ik had Tigrou de kater op mijn schoot die ook heerlijk lag te soezen. De tijd stond stil, er was even niets. 

Totdat Roy op vloog en de kip wegjoeg: “Nou is het klaar met je gepik!” Wild zwaaiend met  zijn armen rende hij achter kippie aan. Kip gaf het op en rende de hoek om, richting kippenhok en de andere kippen. Tegelijkertijd kwam vanuit die hoek Luca aangefietst. “Ben je nou aan het lunchen? Het is bijna avondeten?!” “Ja, en straks eet ik gewoon weer!” Cedric kwam ook langs, tilde het stalen fietsenrek van de parkeerplaats op en nam het mee, hij is best sterk voor een zesjarige! Het was een lichtgroen fietsenrek voor drie fietsen, van draadstaal, het ziet er een beetje jaren vijftig uit maar zal vast niet zo oud zijn. Het fietsenrek moest naar hun speelveld. Luca, Cedric en Mira hadden allemaal spulletjes op een veld neergelegd. Ze hadden alle drie hun fiets bij zich, dus het fietsenrek moest ook naar hun nieuwe ‘huis’.  Het was zo heerlijk om ze zo te zien spelen, het deed me aan vroeger denken. Dat ik met mijn buurmeisjes huisjes maakte in de bosjes op het wandelpad achter de huizen. We verzamelden spullen van het grofvuil, richtten het mooi in, ging er een paar weken achter elkaar kijken en meestal was het dan die twee weken gesloopt door een paar stomme jongens.

Hier gebeurt zoiets niet. Geen stomme jongens te vinden. Geen vervelende dingen, maar ook geen verrassingen. Elk nadeel heb z’n voordeel, en vice versa.

Zomaar een zondag op La Caille

Echt een zondag, het was een wat grijze miezerige regen dag. Ik deed mijn yoga, keek Netflix, een slechte serie die zich afspeelt in Istanbul, waardoor ik toch bleef kijken, gewoon om plaatjes van Istanbul te zien, schreef in mijn dagboek, we ontbeten laat. Lekker suffig. Na het ontbijt liepen we naar het pompiers meertje waar de moedereend woont met haar vijf kuikens die drie dagen terug zijn geboren, de drie ganzen waren dan op dat moment ook net  in het meer, een van de mannetjes ganzen terroriseerde moeder eend, hij joeg ze net zolang op tot ze op de waterkant zat. De andere twee ganzen leken zich voor hem te schamen, ze waren al eerder uit het meertje gestapt en zaten achter een bosje te wachten tot macho gans naar hen toekwam. “Lieve schat ,waarom moet dat toch altijd zo?” GAKGAKGAK! Eikel. We bleven kijken, wilden er wel wat aan doen, maar deden niets, ze moesten het toch zelf uitzoeken. Enigszins gedesillusioneerd over wat een sprookjesachtig tafereel had moeten zijn gingen we de dag beginnen, Roy ging terug naar de camper, ik naar het kantoortje in de gite, maar eigenlijk had ik helemaal geen zin meer om te schrijven. Lotte stuurde een app: er waren veel groenten in de kas en ik kon mijn bestelling aan haar doorgeven, dan werd het bij ons thuis bezorgd. Hoe geweldig wil je het hebben! Luca van zeven plaatst dan de bestelling in haar fietsmandje en rijdt het naar iedereen toe. Heel erg leuk.

Eenmaal terug bij de camper maakte ik dan maar een lekkere warme lunch van de groenten  en wat gehakt en ik bakte ook wat plakjes walnootbrood in olijfolie, mmm.

Na de lunch nestelden we ons aan de overkant van de parkeerplaats, onder de grote eik, daar is goed wifi bereik. We hadden een video afspraak met Maria en Daan, vrienden van ons in Rotterdam. Het regende heel zachtjes. Maar met een kop thee en gezelligheid merkte je daar niets van. Toch fijn om weer wat vrienden te spreken. We houden het vrienden en familie contacten gevoel vast. Roy tekende nog wat ansichtkaarten en ik  beschreef ze, snailmail. Postzegel erop; hoe lang is het geleden dat ik een postzegel heb geplakt? Lang. Ondertussen is het alweer eind van de middag, het bloed begint te kriebelen, we hebben nog niets fysieks gedaan, we moesten iets doen! 

Clarice was bezig de pingpong zolder op te ruimen, we keken erop uit vanaf de parkeerplaats, het is de zolder waar we de trap van hadden gemaakt en ik al een week bezig was met het schilderwerk. Zo langzamerhand wordt alles weer opgeknapt en opgeruimd, heerlijk. Ik kreeg zin om nog een deur bij datzelfde gebouw in de beits te zetten. Schuurde het even op, kwast erover. Daarna moest dan ook het plantenhoekje ernaast nog afgemaakt worden. Ik haalde verderop de weg nog wat wilde sedum planten uit de berm en zette ze in de border die ik vorige week heb opgeknapt. Er moest nog wat bij, maar ik wist nog niet wat. Komt vast nog wel een keertje.

Roy werkte verder aan het houten huis waar Lora en Arnold in wonen, de onderkant was rot. Hij had al te rotte hout afgezaagd, vervangen door nieuw hout en een gegoten betonnen band. Nu was het klaar en kon hij het tachtig centimeter hoge afdakje voor de houtopslag weer terugplaatsen. Het afdakje was bedekt met dakpannen, het was even passen en meten met de verschillende dakpannen maar het is gelukt. Zo! De rust was weer terug, kunnen we weer heel ontspannen als jut en jul voor de camper zitten. 

Eyecandy

Ik nestel me op de bijrijderstoel, en zet de rugleuning iets naar achter om wat meer ontspannen te kunnen zitten. Met een boek op mijn schoot droom ik even weg naar een wandeltocht in Wales. Het boek gaat over afzien en jezelf tegenkomen en dat je veel sterker bent dan jezelf denkt. Vandaag zijn we niet sterk. Gisteren trouwens ook niet. Ik was in de Aldi en had een sterke behoefte allemaal koekjes en zoetigheid in de kar te gooien. Wat ik ook gedaan heb. Na de Aldi stond ik in de Carrefour voor het koelvak met verse patisserie, althans, fabrieksdingen zoals flan, vanillepudding gebakken met een korstje, appelflappen en eclairs. Zal ik? Nee, toch maar niet gedaan. Ik wist dat dit mijn hormonen waren die spraken en dat ik me er niet beter van zou voelen en bovendien had ik al koekjes gekocht. Voor Roy. Maar zoals later bleek: ook voor mijzelf. Gisteren was een dag om te vergeten, zon, grijs, zon, grijs. Nergens zin in. Het boodschappen doen en een kwartier bij de magazines afdeling al die geweldige uitgaves en magazines te bekijken, deed me goed. Ik kocht er een, als kado. 

Eenmaal weer thuis nam ik thee met koekjes. En om toch iets nuttigs te doen op klusgebied schilderde ik het boekenkastje nog een tweede keer. Vanochtend kon ik hem dan toch weer in elkaar zetten en de boeken terugzetten, want ja, die stonden toch wel in de weg.

We slapen prima in de camper, maar vanochtend stonden we allebei met een lichte hoofdpijn op. Bij mij weet ik wel waarom: koekjes in combinatie met ovulatie. Dan heb ik een onbedwingbare behoefte aan suiker en koolhydraten, en het laatste wat ik moet doen, is daar aan toegeven. Doe ik dat, dan kun je wachten op migraine. En zo hier op het platteland, met elke dag hetzelfde uitzicht en toch ook nog wel het lichte vakantiegevoel, vind ik het erg moeilijk om er niet aan toe te geven. Dus vier speculaasjes en drie vlinderkoekjes(palmiers) verder, ga ik heel voldaan naar bed. Om de volgende ochtend laat wakker te worden met een lichte hoofdpijn. Daar komt het. Roys hoofdpijn hoofd dan weer niet met hormonen te maken, waar dan wel mee? Weten we niet, het ging ook weer weg, dat is wat telt.

En omdat het mooi maar koud weer is, besluiten we de dag te beginnen met een wandeling. We lopen een rondje om het terrein, langs de Chamaron in de hoop nog reeen te spotten. Het is bijna windstil en al negen uur, dus die reeen zijn allang van ons heen gelopen. Het enige spannende wat ik zie is een uitgebloeide paardenbloem met mooie dauwdruppels erop en Roy die zoals meestal in de rondte tuurt door zijn verrekijker. Ik vind het altijd een leuk gezicht. Dat hij daar dan zo staat met zo’n ding voor zijn ogen, op zoek naar vogels. Dan ziet hij er wel interessant uit. Hij ziet niets bijzonders. “Deze wandelschoenen zijn dus niet waterdicht” zegt Roy terwijl we door het grasland lopen. Toen we hier een maand terug aankwamen was het gras nog vrij kort, nu is het zeker al 25 cm. Mijn schoenen voldoen prima. We lopen naar de weg en gaan terug naar de huizen. Als we langs de gite lopen, zitten Clarice en Martin op het terras, aan de koffie. We drinken een kop koffie en thee bij hen en Clarice legt hun plannen uit, hun plan was om net als wij, een jaar te reizen, langs ecogemeenschappen en eco-bouwtechnieken te leren. Nu willen ze op La Caille blijven, omdat ze hier alles hebben wat ze nodig hebben. Ruimte, mensen, werk. 

De zon schijnt fel en ik zit daar zonder hoed en mijn hoofdpijn wordt sterker. Na een half uur houden we het voor gezien. Roys hoofdpijn gaat ook maar niet weg. Hij duikt weer in bed en  ik in een boek, op de bijrijdersstoel. 

Iedere keer als ik een boek ga lezen, denk ik, ik zou ook kunnen tekenen en schilderen. Maar dat doe ik dus niet. Ik heb allemaal papiersoorten, aquarelverf en tekenspullen meegenomen. We een kastje vol en daarnaast nog een schilderskist. Toen we nog thuis waren ben ik begonnen met schilderen. Om het weer eens op te pakken. Maar tekenen om het tekenen vind ik dus niet leuk. Roy wel, die kan, zoals gezegd, zo zijn eigen fantasiewereld creeren. Ik ben niet van de fantasie. Ik ben erg pragmatisch. Het moet nut hebben anders heb ik er geen lol in. Zonde van mijn tijd. Schrijven daarentegen, gaat van een leien dakje. Toch wil ik meer schilderen. Alleen dan meer ontwerpen, stofontwerpen, mode ontwerpen. Ik merk dat ik daar steeds meer interesse in heb. Ik verzamel al jaren mooie modefoto’s op Pinterest. Eyecandy. Modeporno. Een feest voor het oog. Bonte kleuren en patronen. Heerlijk vind ik het. Om vervolgens lamgeslagen wat te gaan tuinieren. 

Ik ben toch zo benieuwd wat komend jaar gaat brengen. Toch veel werken? Het is best druk de laatste tijd. Meer schrijven? Meer tekenen? Of in de zomer vooral buiten zijn en lekker koken. 

Roy wordt wakker. Ze gaan de maan slopen. Dat zeiden de buren van mijn werkplaats in mijn droom. “Ja, die maan gaan ze slopen joh!” Schiedammers, die zeggen overal ‘joh’ achteraan.