Categorie: Dieren

De terugkeer van de ooievaar

Het is lente! De natte delen van ons broekbos ofwel waterbos zijn bedekt met een dikke laag speenkruid waar nu iedere dag steeds meer gele bloemen je verwelkomen. De dotterbloemen, waarvan het blad heel veel op speenkruid lijkt, alleen net wat groter, bloeit nog niet. Ik stak vanmiddag wat kluiten uit, zo groot als een spade en plantte deze rond het nieuwe gedeelte van de vijver. Naast dat we bijna een hectare waterbos hebben, hebben we ook nog een vijver! Het is een rond gat van zo’n twee meter diep, we hebben er in het najaar een boomstam in gegooid, zodat de kikkers iets hebben om op te zitten. En wat blijkt, in plaats van 3 of hooguit 4 kikkers, zitten er een stuk 20 in de vijver! Ze vinden het dus een geweldige plek. Het is ook de enige plek waar het water wat dieper is. In het bos schoten er ook kikkers weg toen ik mijn spade in de grond stak, een bruine en een grote groene. Is het nou dat de diversiteit op ons land en in het bos verbetert? Ik zie op het veld veel meer soorten wilde planten, er steken nu opvallend veel aronskelken hun koppie boven de aarde. Overal op het veld komen ze te voor schijn, in groepjes, alleen. Echt heel leuk! En dan nu ook meer kikkers. “Het is nu wachten op de eerste reigers.”. zei Roy vanmiddag. Nou lekker opbeurend.

Omdat het land en het bos steeds mooier lijken te worden deed ik in de avond onderzoek naar broekbossen in Frankrijk en of deze beschermd waren. Ik kwam niet veel verder. Wel kwam ik op de website van ADATER, de natuurvereniging van onze regio die 4 km verderop in Couzon is gevestigd. Daar stond een link op naar ‘Le Sentier des Cigognes’, het pad van de ooievaars.

Deze maand komen ze weer massaal terug naar onze regio, ze wonen in nesten in de bomen langs de Allier. Er is best een kans dat de ooievaars die we van de winter in Spanje en Portugal zagen, nu hier zijn. Dan hebben we dezelfde route afgelegd! In de nesten van vorig jaar komen in juni hun kuikens uit. Je ziet dan tientallen ooievaars op de versgemaaide velden staan. Als je dan een tractor met grasmaaier hoort, moet je even gaan kijken, de ooievaars komen dan met zijn allen lekker eten. Vooral in Mars-sur-Allier zitten er ieder jaar een dozijn koppels op hun nesten. We zien ze in die periode dan ook dagelijks bij ons over het bos vliegen.

Nu zie ik op de website van Mars-sur-Allier dat er een wandelpad van 3 km is. Vanaf de Romaanse kerk volg je dan de bordjes Le Crot Noir (De Zwarte Drol?) en kun je de nesten zien. Dus nog even 2 maanden wachten.

Tot die tijd verbeteren we het kikkerhuis. Het diepe rond gat, wat de vorige eigenaar puur als waterbuffer voor zichzelf had gegraven is sinds vandaag een achtvormige vijver met etages geworden. Ik heb heel veel bramen rond de vijver verwijderd en er vanmiddag lis, lisdodde, watermunt en kalmoes uit het bos ingezet en wat stenen erbij gelegd. Nu hebben ze een kikkerparadijs!! Het is natuurlijk niet alleen maar voor de leut dat we de kikkers zo verwennen. De vijver ligt vrij dichtbij de nieuwe moestuin. Zo kunnen de kikkers makkelijk uit hun vijver naar de moestuin springen om daar de slakken op te eten. Een win-win situatie.

En ook nog het vermelden waard: Toen ik vanmiddag de stenen van de grote stenenberg wilde pakken schoten er twee grote Westelijke Smaragdhagedissen weg van ik denk wel 25 cm, gifgroen, echt prachtig! Er is dus weer een koppel!

Verder gezien vandaag: een kleine slang in het bos, onder de bladeren en meerdere kleine hagedissen.

 

 

 

 

 

Vera de kip

Het was weer een heerlijke warme dag, Roy werkte, ondanks dat het zondag was, vrolijk verder. Hij moest een laurier snoeien wat voor een muurtje stond waar hij aan moest werken. Op de grond lagen een grote stapel lauriertakken. ik haalde de blaadjes van een aantal takken, om te drogen, wat een voorraad voor jaren opleverde.

Na wat werken op de computer, haalde ik nog wat onkruid uit een border. Roy liep langs, hij was klaar met werken. Op weg naar de gereedschapsschuur hoorde hij gefladder in het kippenhok. Hij ging kijken, hing kip Vera verstrengelt met het macrame-net wat het kippenhok afsloot. Vera wilde waarschijnlijk het hok in en kwam vast te zitten in het net. “Lisa, kom even hier”, riep Roy dwingend. Ik legde direct mijn spullen neer en liep naar hem toe. “Als jij de kip vasthoudt, probeer ik haar los te maken.” Vera was zo moe, misschien had ze wel een uur ondersteboven in het net gehangen, ze lag uitgeput in mijn armen. Af en toe deed ze haar ogen dicht. Roy friemelde en wurmde voorzichtig het touw van haar poot af. Ze was vrij snel los. Voorzichtig zette ik haar op de grond, ze kon haar poot niet gebruiken. Ik tilde haar weer op en zette haar in haar stal c.q. kippenhok. En deed de deur dicht, zo kon ze even tot rust komen. Roy haalde Lenny, ze haalde direct een glasje water met arnica uit haar huis, gaf Vera een slokje en lieten haar met rust. Ik had daarna niet meer gekeken hoe het met haar ging.

De volgende dag liep Vera er weer gewoon bij.

Fietsen rond St.Menoux

De dag begon met de grote witte muskuseend die dacht dat hij een mus was. De muskuseend woont in het kleine meertje wat is aangelegd voor de brandweer. Elke dag komt hij naar de huizen gelopen, voor de gezelligheid, dan kijk hij je aan, zegt kwak en staat even stil. Ik zeg dan hallo eend en we lopen allebei weer door. Eend probeert aansluiting te krijgen bij de drie ganzen, dan loopt hij achter ze aan, maar ze moeten niets van hem hebben. “Maar ik ben je vriend…” -Echt niet, ga weg joh. Keihard. Eend is altijd alleen, terwijl er wel een vrouwtjes eend is. Die zwemt nu in het meertje met haar vijf kuikens. Maar ze zijn dus nooit samen. Deze ochtend vloog eend eerst op het dak van het schuurtje links op de parkeerplaats en vloog daarna hoog in de boom, in de oksel van een grote tak, waar een klein plateautje was waar je lekker op kon zitten. Na wat draaien zat hij daar een kwartiertje. Wij ontbeten binnen en toen ik na tien minuten weer even naar buiten keek, was hij weg.

Roy wilde sigaretten en brood kopen en kaarten op de post doen. De afgelopen week had Roy zes briefkaarten getekend, “Groeten uit Frankrijk”, met ons erop met latex handschoenen en mondkapjes en grapjes. Ik kleurde de kaarten in met verf en beschreef de achterkant. Dat is best lastig in deze moderne tijd waarin je elkaar elke dag met Whatsapp kunt spreken, je via Instagram en Facebook alles kunt volgen en telefoneren haast niets meer kost.Wat moet je elkaar dan nog op een briefkaart vertellen? Het is even een mindswitch, alleen ‘groetjes van ons’, was wat lullig vond ik, dus ik schreef maar wat algemene dingen, dat we hen misten en we hen snel weer wilden zien na de lockdown, wat ik ook echt hoop, want zo lang vastzitten is voor niemand leuk en het voelt alsof we hier al een half jaar zitten in plaats van anderhalve maand.

Lunch! Lora had weer een zakje sla op tafel gelegd, de schat! Waar heb je dat nou, dat er iedere keer wat verse groenten op je tafel achtergelaten werd. Maar ja, ik had nu nog best veel groenten op te eten, want het blijft niet lang vers. De doorgeschoten tuinkers, melde en koriander moesten ook nog op. ik legde de sla in de koelkast en besloot de bladgroenten van gisteren eerst op te maken. Ik bakte een uitje en knofje, sneed al de groenten. Deed wat olijfolie met komijnzaad en gerookte paprikapoeder in de koekenpan, alle bladgroenten erbij en een in stukjes gesneden tomaat, wat zout en chilipeper, even laten pruttelen. Het had wat vocht nodig, er stond nog een groot glas koude kruidenthee op het aanrecht. Ach wat, dat kan er best door. Dus ik schonk er steeds wat thee bij. Even stoven. In de blender met wat roomkaas en nog wat koude thee. Afgetopt met een klein handje pompoenpitten voor de crunch. Mmm. Ik besmeerde twee grote plakken kalkoenfilet ruim met de spread, rolde de plakjes op, et voila, lunch. Ik had echter nog veel spread over, en lepelde zo heel het bakje leeg. Heerlijk! Wat is het leven toch goed! Als je denkt dat ik Roy was vergeten dan kan ik je geruststellen, hij had al eerder een stuk focaccia op. 

We vulden allebei ons attestation formulier in voor de politie, vertrek: half drie, we mogen officieel een uur van huis blijven. We stapten op de fiets richting St.Menoux. Halverwege St. Menoux kom je een onverhard pad tegen waar ze een wandelroute van hebben gemaakt. Zo kun je helemaal door het groen naar St. Menoux lopen, of andere wandelpaden kiezen voor een langere route. Op het laatste moment besluiten we om op dit pad te gaan fietsen. Beetje hobbelig maar verder gaat het prima, en je weet dat je op deze paden geen politie tegen komt. Onderweg kwamen we nog twee jongens tegen op hun mountainbikes, let op, verderop in het dorp staat bij de rotonde de gendarmerie te controleren. Dank je wel jongens! 

Omdat we zo lekker bezig waren besloten we een zijpad in te gaan, dus niet direct naar St. Menoux te fietsen, want anders waren we zo snel klaar. Naar St. Menoux is het drie kilometer fietsen. We sloegen in plaats van links, rechtsaf. Reden bergafwaarts, heuvel op, even flink doorwerken. Kwamen langs mooie oude boerderijen, zagen een oude Renault 4. De tijd lijkt hier nog steeds stil te staan. De kleur van de koeien was hier anders, rondom La Caille staan er overal alleen maar witte koeien. Maar ten zuiden van St. Menoux zagen we alleen maar rode koeien. Rode koeien in velden met heel veel kleine gele bloemetjes. We reden na een paar kilometer toch weer op een verharde asfaltweg, we konden kiezen om nog verder onverhard en mooi groen te rijden, maar dan zouden we wel steeds verder weg van St. Menoux rijden. 

Dan toch maar recht toe recht aan naar het dorp. Onderweg kwamen we meerdere koppels tegen die aan het wandelen waren. Officieel moet je dat dus alleen doen, maar ja, ondertussen, na zes weken lockdown begint het geduld op te raken. Als we deze weg uit zouden rijden kwamen we bij de rotonde in het dorp. Roy ging vijftig meter voor me fietsen zodat we niet als stelletje fietsten, wat de politie waarschijnlijk toch niet gelooft, twee Nederlanders, allebei op de fiets, wat niemand hier doet en dan zeggen dat je niet samen bent, maar goed. Eenmaal bij de rotonde was er niemand meer. Dus niets aan de hand. We sloegen linksaf, reden het dorp in. Maar het hotel, restaurant, bar, tabac was dicht. Briefje op de deur: Alleen op van negen tot één uur. Terwijl ze vorige week nog heel de dag open waren. Alles veranderde per week, de klandizie blijft weg, dus waarom zo lang open blijven. 

We liepen naar de bakker, ook dicht met hetzelfde briefje, alleen open in de ochtend. Gelukkig kan een postbus nooit gesloten zijn, Roy deed de kaarten in het gleufje. Eén missie geslaagd. We hadden in ieder geval lekker een uur gefietst. Over de gewone wegen reden we weer naar La Caille. Ik stak mijn hoofd onder de koude kraan, dronk water en pufte uit. Het was best warm als je fietste. Deze week was het een beetje bewolkt, rond de twintig graden, soms wat lichte regen.

Ik besloot toen toch maar weer te gaan werken. Ik was zo lekker bezig. De avond vulde zich ook met verder werken. Roy downloadde voor het eerst een serie van Netflix en hing in standje relax en zo voegden wij ons langzaam naar ons bedje toe.

Vogels in en op het land

Fragment uit  het boek:”Waar gaat dat heen”

We werden vanmorgen wakker met geweerschoten! Het bleef een uur of twee aanhouden. Het is geen jacht seizoen. “Misschien heb ze iets ingezaaid en houden ze zo de vogels van het land”, zei Roy. Laten we het daar maar op houden. 

De afgelopen dagen is er weer activiteit op het land om ons heen. Er wordt gemaaid en er verschijnen plastic hooi bundels op het land. Er wordt geploegd en geëgd, gezaaid en gelegd. Het is niet stil meer. Het voorjaar is volop in actie! In de wei tegenover La Caille staat een veld vol schapen met heel veel lammetjes. Het is op een kilometer afstand, maar deze ochtend hoorde ik de lammetjes vanaf hier blaten. Gelukkig wel om een beetje normale tijd, rond 9 uur, de koeien hoor ik iedere ochtend rond vijf uur, aan de andere kant van de weg. “Wij willen gemolken worden en naar buiten!”. 

Sinds we hier zijn, is er ook een vogeltje dat we regelmatig horen met een heel herkenbaar fluitje, echt een deuntje, we weten niet welke vogel het is. Het zou zo maar de zwarte roodstaart kunnen zijn omdat er hier een paartje huist. De nachtegaal is ook gearriveerd, ik werd er gisteren op gewezen. Dus toen ik vannacht wakker werd hoorde ik niet alleen de kikkers (die gaan dus heel de nacht door!) maar ook de nachtegaal. Het zou zo mooi zijn, ik hoorde een mix van kikkers en hier en daar de nachtegaal en maakte er geen wijs uit. Het enige wat ik dacht is: Ja, het klopt, de nachtegaal zingt ‘s nachts, als ik probeer te slapen..

Tigrou de kat ligt in de camper te snurken. Er wonen hier vier katten, drie van het nestje van vorig jaar en een kat die er al was. Eén kat woont bij Lotte en Arnaud, Tigrou is graag onder de mensen, de andere twee zijn erg op zichzelf. Roy wilde geen dieren in de camper, maar ik vind het gezellig, zo huiselijk! Dus als ik in de camper ben, mag hij binnenkomen en op de bank liggen, net zoals mensen vindt Tigrou het fijn om binnen op een zachte bank te liggen. Roy geeft zich snel gewonnen, er valt toch niet tegen zo’n vrouw op te boxen. Kat binnen?  Ok, kat binnen. Bagel de beagle heeft ook menselijke trekjes, hij komt je huis binnen om eten op te halen. Hij is totaal niet in mensen geïnteresseerd, alleen in eten. Als je de deur niet goed dicht doet, haalt hij vuilniszakken en prullenbakken leeg. De afgelopen dagen is hij zelfs gaan hamsteren, althans, hij deed er pogingen toe. Wij mensen snapten niet dat hij aan het hamsteren was, iets wat in deze corona tijd helemaal niet zo gek is en dus pakten wij zijn vondsten af. De eerste keer was een hele grote reep chocolade, uit de camper van Carole en Michael, gelukkig kwam hij Roy tegen die de chocola van hem aannam (gelukkig! want chocola en honden gaan echt niet goed samen!)  de tweede keer een zakje maïsmeel van Lotte en Arnaud, dit keer had Conny het onderschept. De derde keer een zakje couscous, ook van Lotte en Arnauds huis, de kinderen hadden de deur open laten staan. Ik kwam net van een kleine wandeling terug en daar stond Bagel met een dichte zak couscous in zijn bek. Hij keek me aan van: “O jee, nu sta ik hier met een zak couscous in mijn bek, dat snappen ze vast niet.” Dus ik zeg: “Ja, geef maar hier. Zo doen we dat hier niet, we gaan wel eerlijk delen.” Waarop hij dan ook direct loslaat. “Yo, geen probleem, ik doe niets weet je, als jij dat wilt, even goede vrienden toch.” Zo pikt hij ook ganzen- en kippeneieren. Hij loopt sneaky naar het leghok als er niemand is, momenteel in een oude stal omdat het kippenhok wordt gerenoveerd, pakt een ei, en snoept deze snel op. Is er toevallig wel iemand in de buurt als hij buiten komt, dan houdt hij het ei voorzichtig in zijn bek en geeft hem aan je als je er om vraagt. “Vriend, wat je wilt,… wat jij wilt. Ook goed joh…” als een sufgeblowde zwerver in de stad. Je kunt het altijd proberen toch.