In mei 2021 kwamen we op het landje, zoals we het zelf noemen, het woord tuin is eigenlijk niet op zijn plaats. Een tuin is helemaal aangelegd. Dit land hier is er gewoon. Het is een stuk grond met daarop eikenbomen, kriekenbomen, hazelaars, bremstruiken, bramen, sleedoorn, meidoorn en wat jonge populieren. De rand van het veld bestaat uit eiken, acacia’s, hazelaars, sleedoorn, meidoorn, vlierbes, kardinaalsmuts en vast nog wat soorten bomen en struiken.
Mijn droom was een grote tuin. Omdat ik niet beter wist. Een tuin. Niet een hele hectare aan land. Het eerste wat ik deed toen we hier aankwamen was een daglelie in de grond stoppen, dan wist ik dat we in juni mooie grote oranje bloemen hadden.
Daarna begon ik aan de moestuin. Ik probeerde eerst het land het land te laten, niets te wieden en het oude zaad wat ik van mijn moeder mee had gekregen in de grond te laten ontkiemen. De temperatuur was er buiten klaar voor. Maar er gebeurde niets. Geen plant kwam op.
Daarna heb ik toch maar de bovenste laag grond met een driepoot grondbreker los gemaakt en het onkruid eruit getrokken. Niet geheel volgens de richtlijnen van natuurlijk tuinieren. Daarbij moet je niet wieden maar karton op de grond moet leggen met stro erop en dit een jaar moet laten liggen. Maar ja, dan heb je dit jaar geen groenten. Dus ik maakte een tussenoplossing: Op de omgewoelde tien centimeter grond legde ik een dikke laag mulch van bladeren uit het bos. Ongeveer tien centimeter, hier moest de aarde toch ook blij mee zijn.
Ik zaaide goudsbloem en borage en plantte tomaten. Die groeiden allemaal goed al gingen de tomaten bijna dood toen er een regenperiode was. Tot op heden hebben de helft van de tomatenplanten nog tomaten al zijn ze nog knalgroen. Deze zomer was fris en nat. Ik had één bed niet zoveel liefde gegeven, hier had ik wel wat mulch op gegooid, maar ik had er niet veel aandacht aan gegeven. Ik zaaide hier 30 haricot verts. Er kwamen er vier op. Daarna zaaide ik wortels, die kwamen helemaal niet, evenals de zo makkelijke oost indische kers. Het was duidelijk, dit hoekje was niet blij. Ik laat het bed voor wat het is tot volgend voorjaar en gooi er straks nog een laag bladeren op.
Ik maakte ook nog twee bedden voor de stacaravan, in de ene plantte ik een pioenroos, die was bij het planten in juni al zijn bloeiseizoen voorbij, dus we moeten wachten tot volgend jaar om te zien of het wat wordt. Daarbij stopte ik nog twee flespompoenzaden in de grond waarvan eentje het deed en waarvan ik nu twee pompoenen heb! Dus dat is de eerste oogst.
In het andere bed strooide ik een mix van alle zaden mijn keukenkastje: lijnzaad, chiazaad, mosterd, venkel, koriander, fenegriek en komijn. Het mosterdzaad en chiazaad hadden de overhand. De mosterd werd een meter hoog met gele bloemen en was in augustus uitgebloeid. Uit het chiazaad groeide planten van zestig tot een hoger dan een meter planten, maar ze bloeiden niet, te weinig zon en niet warm genoeg, door die flut zomer. De planten staan er nu nog steeds. Je kunt ze ook eten, dat hebben we een keer gedaan, maar ik kreeg er migraine en jeuk van. Dus dat doe ik niet meer.
De venkel, koriander en fenegriek bleven wat schamele kleine planten. De komijn heb ik niet gezien. Overschaduwd door de overheersende chiazaad.
In hetzelfde bed staan een dropplant, een citroenverbena en ijzerhard. Die doen het allemaal goed, al groeit de citroenverbena niet zo snel meer sinds de chia er omheen groeit en alle licht wegneemt. Maar ik liet het maar zo, dan kan de citroenverbena goed wortelen en geef ik het volgend jaar alle licht en kan ie er flink tegenaan.
Dit tweede bed heb ik de helft groter gemaakt en er een meer ronde organische vorm van gemaakt. Ik vulde het nieuwe gedeelte met een dikke laag compost die ik had ontdekt in het bos. De drooggevallen poeletjes bevatten perfecte compost. In de rest van het bos is de grond bedekt met een dikke laag roodbruine hummus, maar de compost is mooi zwart. Dus ik leg nu eerst een laag compost van 10 cm op de grond en hierop nog 10 cm bladeren. Dit klinkt vrij snel in. Het lijkt heel wat maar het valt reuze mee. Het is wel een hele hoop gesjouw omdat er op een vierkant meter 8 emmers van 15 liter compost gaan en die moet ik iedere keer drie meter naar boven sjouwen via een provesorisch trappetje wat Roy in een helling heeft gemaakt, zonder stutmateriaal dus dat is nu langzaam aan het instorten en de treden zijn veel te hoog, zelfs zonder emmers in mijn handen is het al zwaar.
Ik heb een week terug nog een bed gemaakt, ik heb met een pikhouweel de bovenste laag onkruid verwijderd, ik had geen zin om een jaar te wachten en eerst allemaal karton en biologisch stro te verzamelen. En dat bed ben ik nu aan het vullen met compost uit het bos. Iedere dag haal ik een paar emmers, daarna puf ik uit en vind ik wel weer leuk geweest.
Dan ga ik bramen knippen of nog wat brem verwijderen. We hebben een stuk verwilderd grond van 18×26 meter wat helemaal vol met brem, braam en jonge eikenboompjes staat. Leuk voor de dieren, maar het is wel heel erg groot en juist op een zonnig stuk land waar je zo mooi een moestuin zou kunnen maken. Het meeste land ligt namelijk in de schaduw, heel fijn op warme dagen maar niet om er te moestuinieren.
Ik was van plan om iets over natuurlijk tuinieren en het ARK principe te schrijven, maar dat komt nog wel een andere keer, ik vond dat ik eerst deze aanloopperiode even moest omschrijven. Dat ik het later terug lees en denk: Weet je nog, hoe onnozel ik toen was? Onkruid wieden, haha.
In de tuinafdeling van deze website kun je precies wat ik heb geplant en wat er al van nature stond.