Categorie: werken onderweg

Klussen

Ik was vorige week begonnen aan het opknappen van de zijkant van een gebouw/pingpongzolder en het groen hier omheen. Deze dag begon ik met het gronden van een stalen trap. Wat een geduldig werkje zeg! Ik had me hier wat op verkeken, maar ach, tijd genoeg. ieder dag een klein stukje. Na het schilderen kon ik het niet laten om het mos te verwijderen op het dak van de opslagschuurtjes naast het gebouw. Dikke lagen mos stak ik er af, met daarbij ook deels de bovenste laag van sommige dakpannen, ze waren helemaal opgegeten door het mos. Het bleek al in geen twintig jaar te zijn verwijderd. Geen wonder dat er nu een flink aantal van heen gaten vertoonden. Dus nu hadden we er weer klus voor ons bij. Roy zag namelijk de slechte staat van de dakpannen en kwam niet veel later met veertig nieuwe dakpannen aan die nog ergens op het terrein opgeslagen lagen. Dat komt dan vast nog wel. 

Count your blessings, een corona overdenking.

Het blijft onwerkelijk, eind december brak er in China het Coronavirus uit om een maand later te arriveren in Europa, vooral Italië is zwaar getroffen. Vanuit het niets is het ineens een oorlogssituatie met niemand die je het kwalijk kan nemen. We voelen ons als onderduikers, stiekem bij iemand op het platteland, uit het zicht blijven van de politie. 

Niemand die weet dat wij hier zijn, althans soort van, als je een beetje op Facebook en Instagram kijkt weet je zo waar we zitten en op Polarsteps kun je zelfs onze wandelingen in de omgeving bekijken. Ik weet niet of ik daar goed aan doe, maar ja, we zien wel. We hopen dat we hier niet nog maanden zitten, mocht dat wel zo zijn dan is dat ik niet zo erg. We vermaken ons hier prima en worden warm en hartelijk verzorgd met electra en water. We count our blessings zal ik maar zeggen. 

Het belangrijkste is dat de Franse politie ons niet naar huis stuurt. Dus we blijven keurig op La Caille en maken af en toe een wandeling naar de buren en doen de boodschappen, verder niet. ‘s Morgens als ik mijn ogen open doe, moet ik nog steeds aan wennen aan het idee dat ik boven in de alkoof in de camper slaap. Soms word ik wakker en denk ik dat ik thuis ben, in Rotterdam. Maar nee, we zitten in een camper. Dat betekent nu in deze situatie, met buiten nog geen warme dagen, dat ik, omdat ik altijd als eerste wakker ben, meestal rond zeven uur des ochtends, me uit de alkoof glijden. Eén been op de trap, en één been op de bank, dat blijkt makkelijker dan met twee benen het trappetje afstijgen. Ik zet de kachel aan en kleed me snel aan, het is dan zo’n 8 à 9 graden. Het gekke is dat ik het thuis in Rotterdam, met centrale verwarming, vaak kouder heb dan hier. Ik trek wel direct drie lagen kleding aan, maar als ik dan aan tafel ga zitten om te ontbijten of wat voor me uit te staren, heb ik het niet koud. Als het 16 graden in de camper is, voelen wij ons behaaglijk warm. Een kleine ruimte is in veel opzichten fijner. Het is warmer, het is gezelliger en je kunt vanuit je luie bank bij de eettafel zo bij de keukenkastjes en de koelkast, zonder op te staan. Alsof je in een aangepaste woning voor gehandicapten zit. Nadeel is dan weer dat ik ‘s morgens heel stil moet zijn omdat alleen een gordijntje mij scheidt van de nog slapende Roy. Hij komt een uur later uit bed. Samen drinken we thee en koffie en eten we wat. Rond tien uur gaan we dan werken, schilderen en schuren en ik moet ook vaak voor mijn eigen bedrijf werken. Alleen als mijn eigen werk klaar is, kom ik Roy helpen. Op zich is dat wel fijn, want binnen in een koude ruimte achter een computer werken terwijl buiten de zon schijnt is best suf. Ik kom dan koud uit de gite, waar ik wifi heb en mijn werk kan doen. Als ik dan eenmaal aan het schuren ben ik de zon, knap ik weer op, word ik weer warm. We werken tot een uur of drie, hebben een verlate lunch en klussen wat aan de camper of gaan wandelen. Van de week was het zulk lekker weer dat we Conny en Harmen in de namiddag zon hebben geborreld tot half acht, toen was de zon onder en werd het te koud, maar het voelde als een eerste zomerse avond. Heerlijk!

Hier op het platteland merk je niet veel van Corona, als je echt op het erf blijft en gewoon je ding doet, en geloof me, hier is ontzettend veel te doen nu de lente losbarst, kun je je gerust weken vermaken. Geen moment hoef je je te vervelen of stil te staan bij de situatie elders in de wereld. En daar zijn we heel dankbaar voor, net zoals we dankbaar zijn voor het feit dat we allebei werk hebben. Mijn consulten liepen nog door, aanstaande maandag weer een volle agenda en Roy heeft een betaalde schilderklus. Ik weet niet hoe mijn werk verder verloopt omdat de mensen nu voornamelijk met het Corona bezig zijn en niet veel geld uit zullen geven aan een voedingsplan. 

Toen Roy en ik vanmiddag aan het wandelen waren, kwamen we, net zoals zovelen met ons, tot de conclusie, dat zo’n lockdown een weldaad voor de natuur is. Het leek me een goed idee om ieder jaar een lockdown periode in te stellen zodat de natuur kan bijkomen. Direct daarna bedacht ik me dat we voorheen sowieso zulke dagen hadden: zondagen! Ik had de link nog niet gelegd tussen zondag rustdag voor de mensen, maar die zondag is dus ook heel belangrijk voor de natuur! Een dag waarop we niet veel verbruiken, niet winkelen, niet produceren. Tegenwoordig gaat alles 24/7 door. Eigenlijk zouden we dan ook geen auto moeten rijden. Het is zoals de christenen, geen auto rijden, geen tv kijken, totale rust. Ik ben er voor! Dat moeten we gewoon weer invoeren. Geen uitzendingen op tv. Geen internet. Dagen waarop je niets milieuvervuilends kan doen. Ja, natuurlijk is internet ook vervuilend. Een uur Netflix schijnt heel veel CO2 te veroorzaken. 

 

We moeten iets laten om de wereld een betere plek te maken om te leven. Een schonere wereld. Weer leren onszelf te vermaken. Dat kan niet anders dan positieve ontwikkelingen met zich mee brengen. De overheid en het bedrijfsleven wil ons aan de 5G, meer consumeren, meer internet verbruiken. Maar tegenover zou dan één dag, vooruit in de maand dan, moeten staan om de vervuiling terug te dringen. 

 

Op 16 maart 12:00 uur ging heel Frankrijk op slot, scholen, openbare gebouwen, cultuur, winkels alles ging dicht. Alleen de supermarkten, de bar/tabac, het gemeentehuis, de ziekenhuizen, dokters en de apotheek zijn nog open. De grenzen zijn ook dicht.Je kunt er wel uit, maar niet in. Ook in Nederland zitten veel mensen binnen thuis. Alleen is dit vrijwillig en wordt je niet beboet als je wel naar buiten gaat, wat in Frankrijk wel het geval is. Ga je de weg op, de straat op, zonder formulier waarop staat wat voor nuttigs je gaat doen, dan riskeer je een boete van 135,00 tot 375,00 euro. In Nederland denkt men dat de bevolking zelf kan bedenken wat het moet doen, maar tot nu toe is het geen groot succes. Gisteren was het mooi weer en men ging massaal in de file naar het strand van Zandvoort om daar met zijn allen bij elkaar te zitten. Vandaag is er een amber alert uitgegaan van het RIVM, om vooral niet weg te gaan en binnen in je huis te blijven. Ik hoop dat het helpt. Maar als je niemand kent die het virus heeft of heeft gehad, lijkt het voor veel mensen een ver van mijn bed show. 

Hier in Frankrijk, we zijn nu bijna een week verder, lijkt iedereen zich te hebben aangepast. Waren de supermarkten op woensdag nog vrij makkelijk, je kon met contant geld betalen, personeel droeg geen maskers, en er waren geen schermen bij de kassa. Vrijdag was dit al anders. Alleen nog pinnen en de caissière was haast niet te zien. Wij halen eens per week eieren bij Le Panier Sympa in St. Menoux. Dan gaan we samen op de fiets, met een formulier op zak, in de hoop dat als we politie tegenkomen, ze geloven dat we op La Caille wonen. Want als je geen ingezetene bent, wordt je alsnog naar land van herkomst gestuurd. Tot nu toe heeft niemand die op la Caille verblijft en die heen en weer gereden heeft tussen Bourbon l’ Archambault en La Caille, een politieagent gezien. 

We rijden dan ook niet in de camper, we hebben één keer de auto van Lotte en Arnaud geleend, met Frans kenteken, om boodschappen te doen. Voor de zekerheid.

Het enige probleem wat we dreigen te krijgen, is dat de LPG tank straks leeg is, we kunnen alleen in Moulins LPG tanken, dat is hier 18 km vandaan. En dat is een risico, ziet de politie daar een Nederlandse camper dan weet je dat je naar huis moet. En thuis hebben we ons huis verhuurd. 

Werken op La Caille

Roy is begonnen met het schilderwerk. Ik heb eergisteren mijn consulten gehad en zit voornamelijk iedere dag achter de computer mijn werk te doen. Het is nu anders hier te zijn dan voorheen. Aan de ene kant meer ontspannen omdat je niet leeft met het idee dat we hier iets van willen maken. We hadden voorheen allemaal plannen en ideeën en die konden dan geen werkelijkheid worden en dat frustreerde. Nu maakt het niet uit. We doen wat we doen, en hoeven niet in de toekomst te denken, alleen het nu.

Aan de andere kant is het meer werk. Maar dan ons eigen werk. Voorheen als we hier waren, hield ik wel mijn consulten, maar daar bleef het dan ook bij. Ik werkte ook iedere dag in de gite of in de tuin. Nu lijkt het wel of we nog moeten landen. Ik ben nog niet echt op la Caille, ik werk, maar voel nog geen behoefte om actief bezig te zijn. Alsof de overgang naar een nieuw leven alle energie vraagt. Het zal vast wel komen. Het is voor nu lastig om een balans te gaan vinden tussen het werk voor mijn bedrijf en het werken hier in de tuin. Want beide vind ik leuk en ik zou het liefst wel tuinieren, maar ik denk niet dat mijn cliënten het daar mee eens zijn.

We zijn op La Caille!

We rijden zonder problemen naar Moulins, (de nieuwe ringweg is klaar!) en tanken bij LeClerc LPG om te zien wat we aan LPG verbruikt hebben met koken en de avonden en ochtenden de kachel stoken. Er gaat voor slechts €5,00 in! Dus we verbruiken maar heel weinig. La Caille, daar aangekomen is het als vanouds, een soort thuiskomen. We spreken Lenny en parkeren onze camper op de parkeerplaats voor haar huis. Later spreek ik ook Lora. Er zijn in de gite ook nog gasten. Een gezin met twee kinderen, waarvan één jongetje dat veel schreeuwt en aandacht vraagt. Dat wordt wat..