Tag: camperlife

Ontspullen

Gisteren is er een bord gebroken, en o ja, wat ik ook nog moest vertellen. We hebben kortsluiting gehad. De helft van de verlichting doet het niet meer en we denken dat de waterpomp de oorzaak is. We weten alleen niet hoe we het kunnen meten, we hebben geen spanningsmeter of hoe heet zo’n ding. En de winkels zijn dicht. Dus kwestie van geduld. Nu dus geen water uit de kraan en minder verlichting. Ach, er zijn ergere dingen, echt missen doen we het niet.

Afijn, er is dus een bord gebroken. De afwasteil stond op de grond, ja, we zetten die teil echt overal neer. Op de bank, op bed, op de grond. Overal behalve het aanrecht omdat die heel erg klein is. De teil stond op de grond en Roy was in een boven keukenkast bezig iets te pakken en hij stootte zo het deurtje eruit. Er zitten van die handige scharniertjes in waardoor je de deur er zo naar boven af kunt schuiven, iets te makkelijk dus. Het deurtje viel op de grond, op de afwas. Omdat ik het eetcomfort van thuis niet op wilde geven hebben we onze borden van thuis meegenomen. Veel te veel borden. Twee grote turquoise, vier normale en vier ontbijtbordjes, met de filosofie dat je dan niet zo vaak hoeft af te wassen, dat dus tien aardewerken borden. Veel te veel blijkt nu. Want je moet toch afwassen omdat je geen plek hebt om de vuile vaat te neer te zetten. Nu hebben we nog 3 normale borden. Langzaam zal het probleem zich dan vanzelf oplossen…. Afijn, we hebben dus te veel mee. Een klassieker, je leest ook bij anderen. Een stel die ik volg op instagram woont in een campervan, een omgebouwd busje. Zij begonnen net zoals wij in een grote camper, omdat je denkt dat je dat minstens nodig hebt als je je huis en haard verlaat. Ze kwamen erachter dat je eigenlijk helemaal niet zoveel nodig hebt. Wij merken nu dat wij ook teveel bij ons hebben. Teveel borden, teveel pannen, teveel kleding, teveel boeken, teveel tekenpapier. Je hebt dus echt niet veel nodig. Dus als we ooit nog eens terug in Rotterdam zijn, gaan we wat spullen uit de camper gooien. 

 

Bagel waakt over u

Bagel, de beagle….ofwel een waakzame beagle die ‘s nachts zijn ronde doet. Sinds de lockdown, ik weet ook niet waarom, is Bagel, de hond van La Caille, waakzamer dan voorheen. Soms denk ik dat ik ‘s nachts een buurhond hoor, en dat hij daar op reageert. Maar ik kan me dat ook verbeelden want de buurhond is ver weg. Sinds afgelopen week gaat Bagel om de nacht in de stal slapen zodat we om de nacht goed door kunnen slapen. De andere nachten is hij buiten om de dieren te beschermen tegen de vossen. Dat doet hij heel goed, hij loopt patrouille rondjes over het terrein en blaft, of meer jankt er dan op los. Vannacht deed hij dat om 03:00 uur.Ik denk dat hij het een half uurtje heeft gedaan. Je hoort hem dan ver weg blaffen en binnen een minuut staat hij naast de camper : whoeoeoe! En weg is hij weer. Het went, maar echt fijn is het niet. Het is wel noodzakelijk, toen Bagel vorig jaar ziek was en een week binnen in huis was, zijn vader en moeder gans opgegeten. De drie kindergansjes waren toen wees. Nu lopen de drie, inmiddels volwassen, ganzen elke dag over het terrein. nog wel, maar als Bagel meerdere nachten achter elkaar binnen blijft, dan weet de vos natuurlijk ook dat hij/zij zijn slag kan slaan. Dus we accepteren maar dat de beveiliger hier wat herrie maakt ‘s nachts en slapen ‘s morgens een uurtje langer uit. Het is nu toch koud in de ochtend. Vannacht vroor het weer. Arme arme bloemen en blaadjes…De lissen stengels zijn al slap gaan hangen. 

Ik heb vandaag een werkafspraak voor een website die ik aan het maken ben voor Artedu.nl. Dit is een vrouw die in het zuiden van de Auvergne in Chanteuges, 5 km van Langeac, een klein hotel heeft met 8 kamers en die kunstzinnige en muzikale cursusweken organiseert. Dat doet ze al 30 jaar. We zouden met haar in Chanteuges afspreken als we hier op La Caille klaar zijn. Maar nu met de lockdown is het maar de vraag wanneer we daar heen gaan. Zij is nu in haar woonplaats Marken. Het is idee is dat ik de website maak, en dat we nu in het voorjaar een weekje samenwerken om te kijken of dit bevalt, zo ja, dan kan ik in juli en augustus 2 maanden voor haar koken. We zullen zien, we zullen zien.

Wat in ieder geval positief is dat veel onze vrienden en kennissen in Rotterdam werkzaam zijn in de kunst en cultuursector en dat veel van hen zzp’er zijn en dat zij nu zonder werk zitten. Wij zijn met een werkopdracht hier op La Caille, dus Roy verdient nu geld en mijn werk was al online en kan gewoon doorgaan. Wij missen dus nu geen werkzaamheden. We hoeven dus ook niet terug naar Nederland om daar de tijdelijke uitkering voor ZZP’ ers aan te vragen. Het is alleen even kijken of we half mei terug gaan, want dan staat er wel wat werk in Nederland te wachten. Als de restricties aanhouden, kunnen we beter hier blijven.

Er is hier nu meer werk dan in Rotterdam.

 

Aan het eind van de middag, als Roy genoeg heeft van het schilderen, lopen we naar L’Echoppe, de natuurvoedingswinkel. We lopen langs Lenny’s poppenatelier, richting de roulotte van Liese, ze kwam net naar buiten. “Gaan jullie wandelen? Waar gaan jullie heen?”

-We gaan naar L’Echoppe, nog wat eieren halen. “O, ik was me net aan het klaar maken om daar ook heen te gaan, even wachten, ik kom eraan.” L’Echoppe is een paar uur per dag open, vandaag van drie tot zes uur. Het is nu half vijf. De natuurvoedingswinkel is onderdeel van eco gemeenschap La Mhotte. Hier staan een aantal huizen, waaronder ook een aantal zelfgebouwde, best mooie. Er is een grote oude boerenschuur waar voorstellingen en concerten worden gegeven en films worden gedraaid. Tegenover de schuur ligt de winkel die wordt gerund door mensen uit de gemeenschap. Iedere vrijdagavond is de winkel open als bar, in de zomer is vaak op livemuziek van alternatieve jazzy muziek. Er is een overkapt terras en naast het terras is een klein stroompje met een bruggetje erover dat leidt naar een grasperkje met een kampvuur en een zelfgebouwd soort van meditatie of theehuisje op palen. Je kunt hier heerlijk bij het kampvuur zitten en genieten van de life muziek. Het is zomers best druk, mensen nemen hun kinderen mee, er wordt gespeeld, alles heel vriendelijk en gezellig. Op La Mhotte werken ieder jaar ook drie Duitse ‘eco volontaires’, via dezelfde organisatie als waarmee Laura op La Caille is gekomen. Het zijn bijna altijd meisjes, waarschijnlijk omdat er veel verzorgd moet worden en er veel in de natuur gewerkt wordt. Jongens zijn zeer welkom, maar die melden zich blijkbaar haast niet aan voor een jaar op het platteland. 

We lopen met Liese langs de mobilhome die achter haar roulotte licht en waar wij voorheen sliepen als we hier waren. Dan door het hek voor het weiland voor de paarden, wat Roy vorig jaar heeft geplaatst met behulp van de eco volontaires van dat jaar. Er staan nu geen dieren op. De logica ontgaat me, er worden steeds hekken en hokken gemaakt die vervolgens niet gebruikt worden, maar dat terzijde. Als je het weilandje uitloopt kom je op een klein wandelpaadje met links en rechts veel speenkruid, longkruid, grote muur en primula’s, het doet sprookjesachtig aan waardoor je alle ellende in wereld vergeet. We passeren de eik die aangeeft dat je af moet slaan, lopen langs een weiland en komen dan op een lang smal paadje omzoomd met bomen en bloemen. Je loopt dus helemaal tussen het groen, ondanks dat het pad langs weilandjes is. We steken een klein bruggetje over, tot het wandelpad ophoudt bij de school. Dit is het pad wat Luca en Mira iedere ochtend met hun ouder naar school lopen, zo’n tien minuten wandelen, tenminste, als het mooi weer is. In de winter en zeker de afgelopen periode met de regen is de auto toch fijner, al rij je dan kilometers om. Het eerste wat je ziet is links een oud complex waar personeel en docenten van de school, wonen. Daar schuin tegenover ligt een oud 19e eeuws vakantiecomplex. Een statig gebouw, een soort landhuis. Hierin is de keuken en kantine voor de kinderen en kantoren. Achter dit gebouw ligt het schoolplein wat afgekaderd is met een Gaudi achtig mozaïeken rand. De kinderen krijgen les in houten barakken, wat prima leslokalen zijn. Het complex is omgeven door bomen en er is genoeg gras waar de kinderen kunnen spelen en bouwen.

Echt een ideale omgeving om naar school te mogen gaan!

We lopen langs de barakken om via een klein paadje weer verder te gaan. Aan het eind van dit paadje ligt La Mhotte. 

De winkel is een fijn plek. Er staat een houtkachel met twee stoelen voor als je even wilt zitten met een kop thee. Er is best een goede sortering, je voelt je toch altijd in een soort van delicatessenwinkel, de goede kwaliteit, de producten die je niet in de supermarkt vindt, de sfeer, de persoonlijke benadering bij de kassa. Als we hier dan weer eens zijn vraag ik me af, waarom doen we dit niet vaker? 

Als we bij de kassa zijn en Liese, in goed Frans, aan de man achter de kassa vraagt of zij al een keer controle van de politie hebben gehad betreft het Coronavirus, besef ik dat ik het attest formulier vergeten ben mee te nemen. Ach, we zaten toch al in de fout als er controle zou zijn, want we waren met zijn drietjes en als je boodschappen gaat doen, mag je dat alleen maar in je eentje doen. We maken ons er niet druk om, we lopen nu door bospaadjes waar alleen voetgangers komen die naar La Caille/La Mhotte en naar Foyer Michael gaan. Foyer Michael is het een lerarenopleiding voor de vrije school. De school La Mhotte is ook een vrije school, wat ze hier een Waldorf/Steiner school noemen.

Met een goed gevulde zak, met natuurlijk meer dan alleen eieren, gaan we weer huiswaarts. In de avond doen we een tweede poging tot Netflix. Voordat ik het weet zitten Cedric en Alex naast me. “ Mag ik ook kijken?”. “Nou zeg ik, het is wel volwassenen televisie.” “Ja”, zegt Cedric, “dat begrijp ik wel hoor, ik ben altijd erg nieuwsgierig naar wat er allemaal te zien is.” Roy is er nog niet en hij mag even naast me op de bank zitten, onder het dekentje, want is best fris. De verbinding met Netflix duurt heel lang. Roy is inmiddels binnengekomen en zo ook Clarice. “Tijd voor bed jongens” Dus helaas pindakaas voor Cedric en Alex. We hebben nog een rustige tv avond. 

O ja, voor the record: ik zag vandaag op internet dat er in heel de Allier, wat zo groot is als Nederland, 27 mensen zijn met het Coronavirus en er 1 iemand is overleden. Dus bijna niets in vergelijking met Nederland.

Boodschappen doen in het Corona tijdperk

Eergisteravond heeft Macron de regels aangescherpt, sommige steden hebben nu een avondklok, en sporten mag alleen als je alleen bent. Het schijnt dat iedere keer als Macron de regels aanscherpt, het druk is in de supermarkt, mensen gaan nog meer hamsteren. Gisterochtend, de ochtend na de aankondiging wilde ik boodschappen doen. Ik ging met de auto van Lora en Arnold omdat dit een niet opvallend autootje is met Frans kenteken. Het was tien uur ‘s ochtends, ik reed richting Bourbon en voelde toch enige spanning. Ik had nog geen grote boodschap gedaan en dacht:” O jee, straks moet ik poepen!” en als ik moet dan moet ik ook echt. Dus nou ja, sorry voor de intimiteit, maar het is wel van toepassing op het verhaal. Ik reed vervolgens Bourbon binnen, ik kom dan eerst langs de Aldi, daar was het druk, er waren ook veel busjes. Nee, niet de Aldi, ik ga naar de naastgelegen Carrefour, dan ik meteen kijken of ik nog het oud-papier weg kan gooien en daar even naar de wc kan gaan. Ik reed het parkeerterrein op, stopte bij de TRI hoek, maar alle containers zaten overvol. Op de een of andere manier heeft de lokale overheid besloten dat recyclen niet iets is wat je doet tijdens een crisis. Ik stapte weer in de auto om de auto te parkeren. Toen zag dat er voor de ingang van de Carrefour een medewerkster op de stoep stond, ik herkende als een van de cassiere. Ze keek naar een briefje van een klant en gaf het vervolgens weer terug. Toen zag ik dat er achter de klant, nog minstens tien klanten stonden, met karretjes.Ze mochten niet naar binnen en keken verveeld en geërgerd om zich heen. Ze keken ook naar mij, omdat ik meteen weer wegreed. Zo van: ‘Rij jij maar lekker weg, maar wij staan hier!’ De cassiere dame keek er een beetje wanhopig bij: ‘Ja,ik kan er ook niets aan doen.’ Ik had t

toen wel door dat even naar de WC gaan bij de Carrefour er niet in zat en besloot niet in die rij te gaan staan, maar rechtsomkeert te gaan richting La Caille. En geluk bij een ongeluk reed er net toen ik de sortie naderde, een Gendarmerie auto het terrein op. Er was blijkbaar een controle, de mensen mochten niet naar binnen de de Gendarmerie ging daar iets doen. Misschien controleren of mensen wel daadwerkelijk een formulier hadden ingevuld? Dat zou wel kinderachtig zijn.

Ik was dus heel blij dat mijn darmen mij naar huis hadden gestuurd. Als ik daar in de rij was gaan staan, had de gendarme gezien dat ik Nederlandse was en me natuurlijk ondervraagt. En dan was het maar de vraag geweest of ik mocht blijven. Achteraf gezien, ik heb ondertussen op de website van de Nederlandse Ambassade gekeken, mag je als buitenlander wel hier zijn, als je je maar, net zoals de andere Fransen, aan de regels houdt.

Voor de zekerheid is Lotte vanmiddag voor ons boodschappen gaan doen. Heel erg lief en we zijn heel blij dat we nu voldoende eten hebben! Morgen haal ik nog wat bij de Biowinkel die je vanaf hier door onverharde groene paadjes wandelend kunt bereiken en dat zijn we veel geld minder en eten rijker!

 

Het weer is gelukkig goed, afgelopen nachten vroor het twee graden en in de ochtend was het 5 graden in de camper. Ik zet dan snel de kachel aan en we hebben afgelopen dagen nog een keramisch kacheltje erbij geplaatst om het in de avond en in de ochtend even snel warm te maken. Als het dan zo’n 14 tot 16 graden is, voelt het alsof het 20 graden is, lekker warm dus. De hemel is al twee dagen helemaal blauw, geen wolkje te zien. Dus het warm dan overdag op naar 13 graden met zon en weinig wind waardoor je met de lunch lekker buiten kan zitten. Ik heb dan wel standaard vier lagen kleding aan. Een t-shirt korte mouwen, een t-shirt lange mouwen, een wollen trui (met dank aan nicht Edith, die deze een paar maanden terug aan mij doneerde. Ik heb het idee dat ik de trui sinds dag één niet meer uit heb gedaan!) en een vest. 

Meestal loop ik dan na het ontbijt naar de gite, waar het altijd fris is en waar er wifi is, als is deze sinds de lockdown heel slecht. Vanmiddag kon ik zelfs geen email van slechts één zin verzenden. Na een uurtje of twee mails en vragen beantwoorden van klanten, ga ik da de lunch klaar maken. Vandaag vond ik het een mooie dag om de buitenkant van de camper schoon te maken.De onderste rand is van plastic en we denken dat deze al ettelijk jaren niet echt is schoongemaakt, er zit een laag algen en vuil op. Er groeien nog net geen plantjes op. Terwijl ik schoonmaak, komen Cedric van 6 en zijn broertje Alex van 2 aanlopen. Achter de camper staat namelijk een hek waar aan de kant van de camper allemaal blokken rond, nog te hakken hout opgestapeld liggen. Ongeveer tachtig centimeter hoog. Gisteren, terwijl wij in de camper aan het eten waren, heeft Cedric Alex geholpen op het hout te klimmen. En Alex vond het geweldig spannend! We hielden ze in de gaten want Alex was wat moe en wankelde af en toe op zijn benen. Hij stond daar trots op zichzelf met een speen in zijn mond en een knuffel in zijn hand, af en toe in zijn ogen te wrijven. Na een wankel moment heb ik hem er toch maar vanaf getild. Cedric vond dat onzin, want hij kon heel goed op zijn broertje letten, want hij was al 11. Ik zei nou 11 is een beetje veel he. Na lang wikken en wegen, toen hij zag dat ik het echt niet geloofde, zei hij, ok, ik ben acht. Ik zei ok, is goed. Cedric klom vervolgens in de Vederceder struik/boom achter het hek en brak de dode takjes af. Alex is zo’n ideaal kind dat gek is op schoonmaken en opruimen en raapte dus alle gevallen takjes op, om deze op een grote hoop met takken in een hoek te gooien. Een goed team! 

Vanmorgen kwamen ze dus, tijdens het schoonmaken, weer aangelopen. “Je peux monter, je peux monter!”(ik wil klimmen)  Ik stopte met soppen en hielp hem een handje, ik vond het toch een eng idee om hem alleen op die stapel te laten klimmen. Na een paar minuten was hij er klaar mee want Cedric zat ondertussen alweer in de boom. De boom is oud en ik moet goed opletten dat Cedric niet te hoog gaat en op te dunne takken gaat staan die wel eens zomaar af kunnen breken. Alex droop af. Cedric vond vele dode takjes die hij af kon breken. Ik legde de sopdoek dan maar helemaal weg en ging Cedric helpen en in de gaten houden dat hij geen levende takken afbrak. Het ging prima. Op een gegeven moment kwam hij een dikkere tak tegen die hij echt niet met zijn hand af kon breken. “Wacht, ik ben een special klein zaagje om takken af te zagen.” “ Nee”, zei Cedric, “ik wil een bijl.” Totdat ik hem de zaag liet zien. Dat vond hij wel wat. Ik twijfelde even of ik de zaag wel aan hem toe kon vertrouwen, hij stond daar in die boom en dan ook nog zagen. Na wat instructies van mijn kant, ging het echter prima en zo heeft Cedric al spelend toch maar mooi al dat dood hout uit de Vederceder gehaald. Ondertussen was Alex weer terug. Het takkenwerk was klaar en ging verder met schoonmaken. En natuurlijk hielp Alex mij mee totdat hij enkele minuten later weggeroepen werd. “ Alex maman tu t’appeler, tu doit rentré”. (Alex, mama roept je, j moet terugkomen.) Het fijne is, dat door de tripjes de afgelopen twee jaar mijn Frans vooruit is gegaan en ik nu mooi gesprekken met de kinderen kan hebben en ik nu ook de spreektaal leer. Zo betekent ‘ordi’, ordinateur (computer) en ‘pyj’ is kort voor pyjama. 

Cedric en Alex zijn de kinderen van Clarice en Martin, ze wonen net als wij in een camper, alleen hebben wij een originele camper en zij een verbouwde bus, ofwel camion. Ze zijn net een paar dagen voordat wij hier kwamen op La Caille aangekomen. Ze hadden drie maanden een huis in de buurt, maar besloten rond te gaan trekken met een camper. De eerste week verbleven zij in een kamer in de gite, met het plan om de laatste hand aan de campervan te leggen en  daarna verder te trekken. Maar toen kwam de lockdown. Nu slapen ze in hun wagen en eten en koken en douchen ze in de gite. Ze zijn nu officieel Woofers. Ze maken de gite schoon en houden het groen bij rond de gite. Hun kinderen spelen heel de dag op La Caille. Heel soms speelt Cedric ook met Luca en Mira, de meiden van Lora en Arnold. Maar dat is niet echt een goede match. Cedric is erg fysiek en weet wat hij wil en is eigenzinnig, Luca weet ook wat zij wil en is ook eigenzinnig, beetje dezelfde karakters. 

 

Voor de lunch bereidde ik een Indiase groentesoep met de King Masala kruidenmix die ik in Rotterdam had gekocht. Flink wat komijn en fenegriekblad erbij et voila, India! In de soep nog het laatste stukje van de Turkse peynir (romige feta), ook nog uit Rotterdam, een flinke hand pompoenpitten, gekookte quinoa en cashewnoten gebakken in kokosolie. 

Rond twee uur ‘s middags gaan we lunchen en Roy had heel de ochtend geschuurd en geschilderd dus de soep ging er goed in. Hij voegt dan ook nog Surinaamse aardappelchutney toe, een sambal met aardappel en madame Jeanette. 

Na de lunch beitste en repareerde hij nog een houten bank en zo vliegen de dagen voorbij. 

De komende week schijnt het wel kouder te worden, 5 graden overdag! Dat betekent niet schilderen en ook geen tuinwerk. We moeten zuinig zijn op onze LPG omdat we niet kunnen tanken, daarvoor moeten we naar Moulins en dat is toch een risico. 

Count your blessings, een corona overdenking.

Het blijft onwerkelijk, eind december brak er in China het Coronavirus uit om een maand later te arriveren in Europa, vooral Italië is zwaar getroffen. Vanuit het niets is het ineens een oorlogssituatie met niemand die je het kwalijk kan nemen. We voelen ons als onderduikers, stiekem bij iemand op het platteland, uit het zicht blijven van de politie. 

Niemand die weet dat wij hier zijn, althans soort van, als je een beetje op Facebook en Instagram kijkt weet je zo waar we zitten en op Polarsteps kun je zelfs onze wandelingen in de omgeving bekijken. Ik weet niet of ik daar goed aan doe, maar ja, we zien wel. We hopen dat we hier niet nog maanden zitten, mocht dat wel zo zijn dan is dat ik niet zo erg. We vermaken ons hier prima en worden warm en hartelijk verzorgd met electra en water. We count our blessings zal ik maar zeggen. 

Het belangrijkste is dat de Franse politie ons niet naar huis stuurt. Dus we blijven keurig op La Caille en maken af en toe een wandeling naar de buren en doen de boodschappen, verder niet. ‘s Morgens als ik mijn ogen open doe, moet ik nog steeds aan wennen aan het idee dat ik boven in de alkoof in de camper slaap. Soms word ik wakker en denk ik dat ik thuis ben, in Rotterdam. Maar nee, we zitten in een camper. Dat betekent nu in deze situatie, met buiten nog geen warme dagen, dat ik, omdat ik altijd als eerste wakker ben, meestal rond zeven uur des ochtends, me uit de alkoof glijden. Eén been op de trap, en één been op de bank, dat blijkt makkelijker dan met twee benen het trappetje afstijgen. Ik zet de kachel aan en kleed me snel aan, het is dan zo’n 8 à 9 graden. Het gekke is dat ik het thuis in Rotterdam, met centrale verwarming, vaak kouder heb dan hier. Ik trek wel direct drie lagen kleding aan, maar als ik dan aan tafel ga zitten om te ontbijten of wat voor me uit te staren, heb ik het niet koud. Als het 16 graden in de camper is, voelen wij ons behaaglijk warm. Een kleine ruimte is in veel opzichten fijner. Het is warmer, het is gezelliger en je kunt vanuit je luie bank bij de eettafel zo bij de keukenkastjes en de koelkast, zonder op te staan. Alsof je in een aangepaste woning voor gehandicapten zit. Nadeel is dan weer dat ik ‘s morgens heel stil moet zijn omdat alleen een gordijntje mij scheidt van de nog slapende Roy. Hij komt een uur later uit bed. Samen drinken we thee en koffie en eten we wat. Rond tien uur gaan we dan werken, schilderen en schuren en ik moet ook vaak voor mijn eigen bedrijf werken. Alleen als mijn eigen werk klaar is, kom ik Roy helpen. Op zich is dat wel fijn, want binnen in een koude ruimte achter een computer werken terwijl buiten de zon schijnt is best suf. Ik kom dan koud uit de gite, waar ik wifi heb en mijn werk kan doen. Als ik dan eenmaal aan het schuren ben ik de zon, knap ik weer op, word ik weer warm. We werken tot een uur of drie, hebben een verlate lunch en klussen wat aan de camper of gaan wandelen. Van de week was het zulk lekker weer dat we Conny en Harmen in de namiddag zon hebben geborreld tot half acht, toen was de zon onder en werd het te koud, maar het voelde als een eerste zomerse avond. Heerlijk!

Hier op het platteland merk je niet veel van Corona, als je echt op het erf blijft en gewoon je ding doet, en geloof me, hier is ontzettend veel te doen nu de lente losbarst, kun je je gerust weken vermaken. Geen moment hoef je je te vervelen of stil te staan bij de situatie elders in de wereld. En daar zijn we heel dankbaar voor, net zoals we dankbaar zijn voor het feit dat we allebei werk hebben. Mijn consulten liepen nog door, aanstaande maandag weer een volle agenda en Roy heeft een betaalde schilderklus. Ik weet niet hoe mijn werk verder verloopt omdat de mensen nu voornamelijk met het Corona bezig zijn en niet veel geld uit zullen geven aan een voedingsplan. 

Toen Roy en ik vanmiddag aan het wandelen waren, kwamen we, net zoals zovelen met ons, tot de conclusie, dat zo’n lockdown een weldaad voor de natuur is. Het leek me een goed idee om ieder jaar een lockdown periode in te stellen zodat de natuur kan bijkomen. Direct daarna bedacht ik me dat we voorheen sowieso zulke dagen hadden: zondagen! Ik had de link nog niet gelegd tussen zondag rustdag voor de mensen, maar die zondag is dus ook heel belangrijk voor de natuur! Een dag waarop we niet veel verbruiken, niet winkelen, niet produceren. Tegenwoordig gaat alles 24/7 door. Eigenlijk zouden we dan ook geen auto moeten rijden. Het is zoals de christenen, geen auto rijden, geen tv kijken, totale rust. Ik ben er voor! Dat moeten we gewoon weer invoeren. Geen uitzendingen op tv. Geen internet. Dagen waarop je niets milieuvervuilends kan doen. Ja, natuurlijk is internet ook vervuilend. Een uur Netflix schijnt heel veel CO2 te veroorzaken. 

 

We moeten iets laten om de wereld een betere plek te maken om te leven. Een schonere wereld. Weer leren onszelf te vermaken. Dat kan niet anders dan positieve ontwikkelingen met zich mee brengen. De overheid en het bedrijfsleven wil ons aan de 5G, meer consumeren, meer internet verbruiken. Maar tegenover zou dan één dag, vooruit in de maand dan, moeten staan om de vervuiling terug te dringen. 

 

Op 16 maart 12:00 uur ging heel Frankrijk op slot, scholen, openbare gebouwen, cultuur, winkels alles ging dicht. Alleen de supermarkten, de bar/tabac, het gemeentehuis, de ziekenhuizen, dokters en de apotheek zijn nog open. De grenzen zijn ook dicht.Je kunt er wel uit, maar niet in. Ook in Nederland zitten veel mensen binnen thuis. Alleen is dit vrijwillig en wordt je niet beboet als je wel naar buiten gaat, wat in Frankrijk wel het geval is. Ga je de weg op, de straat op, zonder formulier waarop staat wat voor nuttigs je gaat doen, dan riskeer je een boete van 135,00 tot 375,00 euro. In Nederland denkt men dat de bevolking zelf kan bedenken wat het moet doen, maar tot nu toe is het geen groot succes. Gisteren was het mooi weer en men ging massaal in de file naar het strand van Zandvoort om daar met zijn allen bij elkaar te zitten. Vandaag is er een amber alert uitgegaan van het RIVM, om vooral niet weg te gaan en binnen in je huis te blijven. Ik hoop dat het helpt. Maar als je niemand kent die het virus heeft of heeft gehad, lijkt het voor veel mensen een ver van mijn bed show. 

Hier in Frankrijk, we zijn nu bijna een week verder, lijkt iedereen zich te hebben aangepast. Waren de supermarkten op woensdag nog vrij makkelijk, je kon met contant geld betalen, personeel droeg geen maskers, en er waren geen schermen bij de kassa. Vrijdag was dit al anders. Alleen nog pinnen en de caissière was haast niet te zien. Wij halen eens per week eieren bij Le Panier Sympa in St. Menoux. Dan gaan we samen op de fiets, met een formulier op zak, in de hoop dat als we politie tegenkomen, ze geloven dat we op La Caille wonen. Want als je geen ingezetene bent, wordt je alsnog naar land van herkomst gestuurd. Tot nu toe heeft niemand die op la Caille verblijft en die heen en weer gereden heeft tussen Bourbon l’ Archambault en La Caille, een politieagent gezien. 

We rijden dan ook niet in de camper, we hebben één keer de auto van Lotte en Arnaud geleend, met Frans kenteken, om boodschappen te doen. Voor de zekerheid.

Het enige probleem wat we dreigen te krijgen, is dat de LPG tank straks leeg is, we kunnen alleen in Moulins LPG tanken, dat is hier 18 km vandaan. En dat is een risico, ziet de politie daar een Nederlandse camper dan weet je dat je naar huis moet. En thuis hebben we ons huis verhuurd. 

In de ban van de kroon

Vanaf 12:00 uur vandaag mag je in Frankrijk niet meer de weg op zonder een geldige reden. Deze redenen zijn geformuleerd op een attest, een formulier waarop je kunt aankruisen wat je gaat doen. Le Attestation de déplacement dérogatoire.

Op la Caille merk je daar weinig van, we zitten op het platteland en la Caille heeft 14 hectare eigen grond. Door de ernst van de zaak, zit iedereen wel op zijn eigen eiland. We leven hier nu met vier stellen waarvan twee met kinderen. We spreken elkaar haast niet. Iedereen moet wennen aan de nieuwe situatie, hoeveel afstand moet je houden? 

Als ik de volgende ochtend naar de gite ga en Martin, de man van het stel in de gite, tegenkom, zie ik dat hij maar uit voorzorg zijn trui voor zijn mond houdt.

Dinsdag is ook het weer opgeklaard, de regen lijkt eindelijk uit de lucht. Het is zo’n 15 graden en we genieten van het zonlicht. ‘s Avonds genieten we van een kampvuur, iedereen bakt pannenkoeken, de honden proberen wat eten te pikken, we zingen, en de Liese blijkt heel leuk gitaar te spelen. Er zijn ook nog twee kleine djembe’s naar buiten gebracht en Cedric de zoon van Martin en zijn vrouw Clarice speelt er op los.

De volgende ochtend vertrekken Sophie en Birit weer naar Duitsland. De Franse grenzen zijn dicht, maar je mag wel terug naar je eigen land.

Camperstandplaats in Moulins

We zijn naar Moulins geweest om weer LPG te tanken, we zijn nu weer 6 dagen verder en zijn benieuwd hoe het met het gas staat. We tanken voor €5,70. De literprijs is 0,80 dus je verbruikt 7 liter per 6 dagen. Dus zeg maar iets meer dan een liter per dag. Afhankelijk van de kou natuurlijk. Zomers is dit aanzienlijk minder. 

In Moulins is ook een camperstandplaats, we gaan hier kijken om te zien we hier ons vuil water kunnen lozen. De standplaats ligt aan de Allier, bij de grote brug waar iedere dag, in de spits, files staan. De twee baans brug is vanuit het centrum de enige weg om naar het westen te rijden, dus altijd druk, maar daar heb je op zich op de camperstandplaats weinig last van. De camperstandplaats lijkt de oude municipal camping te zijn geweest, zo’n 40 plaatsen schat ik en allemaal met gras om de standplaats heen. Er staan overal palen voor elektra en water. 

Alles is geautomatiseerd, er is geen personeel en je betaald met je bankpas. In het midden van de standplaats is het toiletgebouw, maar deze is gesloten in de winter. Al met al een heel mooie standplaats, het is er dan ook druk, er staan nu zo’n 20 campers. We kunnen alleen ons water lozen als we €2,40 betalen, de entree voor het park. Dat willen we niet, maar wel leuk om gezien te hebben. We besluiten om dan even het camperservice punt in Bourbon te gaan bekijken. Daar aangekomen blijk je hier prima je water te kunnen lozen, er is zelfs gratis water.

 

Terug aangekomen op La Caille besef ik dat ik Arnold, de man van Lora, nog steeds niet heb gezien, hij werkt vier ochtenden per week op de school en het lijkt wel of iedereen door het Coronavirus toch afstand houdt. 

Camperplaats Longpont

On y va! We begonnen onze rit vanuit Nieuw en St.Joosland waar we via de Westerscheldetunnel naar België zijn gereden. Om kosten te besparen proberen we zoveel mogelijk de peage te vermijden. We reden richting Arras en gingen er voor de peage af, richting Cambrai en van daaruit op de N-wegen richting Compiègne waar we een camperstandplaats hadden gezien bij een oude abdij ruïne in Longpont. Google wist ons te vertellen dat we er 3.45 minuten over zouden doen, wat bij ons meestal een uur langer betekent en in de praktijk bleken we er zelfs twee uur langer over te hebben gedaan. Onderweg stopten we voor wat eten kort bij een Intermarché. We hebben zin in wat komen gaat! Eerst in ieder geval twee weken naar La Caille en daarna door naar Langeac in het zuiden van de Auvergne.

De bouwstijl in de streek bij Longpont is verrassend mooi, natuurstenen huizen, grote boerderijen en hier en daar landhuizen c.q. kasteeltjes. Soissons de stad in de omgeving was in de 13e eeuw de hoofdstad van Frankrijk, wellicht verklaart dat het grote verschil met het meer noordelijke en triest aandoende Cambrai en omgeving. 

Het is jammer dat we hier maar één nacht overnachten, het is hier best de moeite waard. 

 

Nieuw en St. Joosland

We slapen naast de kerk, dit betekent, ieder half uur bimbam en ieder heel uur het aantal uren. Tussen 12 en 3 uur ‘s nachts is de klok stil. En ondanks dat we er zo vlak naast staan, is de bimbam helemaal niet zo erg. Ik hoorde het wel, maar bleef er niet wakker van. Vervelender was ik migraine had gekregen, nog niet zo erg dat ik niets kon doen, maar ik had wel medicijnen nodig en dat maakt je suf en moe. 

Bij Frits en Marijke is het gezellig, we laten voor het ontbijt Saar uit en genieten van het uitzicht over de weilanden en beseffen ons: Ja, we zijn weg uit de stad! Heerlijk!

 

We zijn vertrokken

We zijn vertrokken uit Rotterdam! We zouden op zondag 1 maart vertrekken, maar op zaterdagmiddag wilde Roy de camper inparkeren, achteruit insteken en toen bleef de versnellingspook hangen, zat helemaal vast. ANWB erbij, olie erbij, hutsekluts. Toen kwam hij wel uit zijn versnelling. Roy belde Korpershoek, het was inmiddels vijf uur ‘s middags. En hij mocht langskomen met de zieke patiënt. Dus wij snel daarheen gereden. Bleek een monteur daar ook een oude Peugeot te hebben, die ook hetzelfde probleem had gehad. Dus enthousiast haalde hij alles uit elkaar, haalde nog een veertje uit zijn oude versnellingsbak die hij had bewaard en probeerde de boel te herstellen, maar het mocht niet baten. De tandwielen waren versleten en er moest toch een nieuwe in. Al snel vonden ze er een gereviseerde bij een garage, deze hebben ze maandag en dinsdag erin geplaatst. Roy hielp mee om de kosten te drukken. €2000,- armer en twee dagen later konden we dan toch op pad. Dinsdagmiddag was de camper klaar! Dus snel alles ingepakt en op weg gegaan. Het was inmiddels weer vijf uur ‘s middags, hierdoor zaten we in de avondspits en reden we zo de files in. Maar we hadden geen haast. We zaten daar prima in onze wagen met ons natje en droogje. Op naar Zeeland, naar Marijke en Frits. De komende week blijft het regenen, dus het is niet erg om eerst nog een aantal dagen in Nederland te zijn en bij hen binnen te werken. We gaan de trap renoveren. Schilderen en linoleum leggen.

De camper mogen we parkeren voor de loods van de overbuurman, dat is privéterrein. Anders mag  je in Zeeland nergens vrij parkeren met een camper, alleen op betaalde camperplaatsen ver buiten het dorp.